Een opinie van Frank Willems
Hongkong zinkt momenteel weg in een spiraal van geweld en vernieling, waarvan politie en radicale actievoerders elkaar de schuld geven.
De stad is verdeeld. De oppositie claimt tijdens een betoging tot 1,7 miljoen personen te hebben gemobiliseerd (118.000 volgens politietelling), een pro-regeringsbetoging zou naar eigen zeggen 600.000 deelnemers gehad hebben (108.000 volgens politietelling). Van de 70 parlementsleden hebben er zich in een gezamenlijke verklaring 38 verzet tegen de gewelddadige acties. De belangrijkste historische vakbondsfederatie is tegen de protesten, een kleinere door de VS gesteunde federatie staat erachter. Vrijwel alle economische verenigingen steunen de regering. Vooral jongere intellectuelen nemen deel aan radicale protesten.
Wat is er aan de hand?
Aanleiding voor de onrust is een wetsvoorstel dat de uitlevering van misdadigers van gemeen recht aan een honderdtal landen, waaronder de Volksrepubliek, mogelijk maakt. De wet stond voor de oppositie en een belangrijk deel van de bevolking symbool voor het aantasten van de autonomie van Hongkong. Na hevig protest in juni is het wetsvoorstel afgevoerd.
De bal van het protest was echter aan het rollen. Gaandeweg zijn de eisen uitgebreid. Er circuleren er nu vijf waarvan de belangrijkste de rechtstreekse verkiezing is van de regeringsleider van Hongkong. De beslissing daarover is de grondwettelijke bevoegdheid van de centrale regering in Beijing. Alhoewel deze eis op sympathie van een aanzienlijk deel van de bevolking kan rekenen heeft het gewelddadiger worden van het protest de massale steun versmald. Bij recente acties gaat het slechts om duizenden, volgens de hoogste schatting van de actievoerders zelf een enkele keer om ‘tienduizenden’ betogers.
Met de eis voor een rechtstreekse verkiezing belanden we terug in 2014, waar om dezelfde reden al eens drie maand betoogd werd.
Achtergrond
De Britse kolonie Hongkong keerde in 1997 terug naar China. Als overgangsmaatregel is voor 50 jaar het principe ‘één land, twee systemen’ in de grondwet verankerd. Het betekent dat Hongkong deel is van de Volksrepubliek China, maar het economisch en politiek systeem van het Britse kolonialisme behoudt en binnenlandse autonomie geniet. Buitenlandse politiek en defensie zijn de bevoegdheid van Beijing.
Hongkong is één van de meest ongelijke regio’s ter wereld. 25% van de bevolking is arm. Woningen zijn onbetaalbaar voor gewone mensen, sociale zekerheid is er nauwelijks, de reële lonen dalen en economische kansen voor jonge geschoolde mensen zijn zeldzaam. De lokale elite, de ‘tycoons’ die rijk werden door met de Britten samen te werken, hebben na 1997 hun economische positie nog versterkt en de ongelijkheid nog vergroot. Er is daarover diep ongenoegen.
Politiek moest het koloniale systeem wel enigszins aangepast worden. De machtige regeringsleider was een door Londen aangeduide Brit. Nu is het een Hongkong Chinees, gekozen door een lokaal comité van 1200 notabelen. De bevolking ervaart dit echter als een consolidatie van de greep van de tycoons op de politieke macht en wil verkiezing met algemeen stemrecht, een mogelijkheid die voorzien is in de grondwet maar de goedkeuring van de centrale regering nodig heeft.
In 2014 lag een voorstel op tafel: met algemeen stemrecht tussen maximum drie kandidaten die geselecteerd waren door het comité. De bedoeling van deze preselectie was kandidaten die het gezag van de centrale regering in vraag stellen te elimineren. Het voorstel werd na maanden van protest ingetrokken toen in het Hongkong parlement de vereiste twee derden meerderheid ontbrak; de oppositie verkoos geen hervormingen boven halve hervormingen. De kwestie van de verkiezing staat nu opnieuw centraal in het straatprotest.
Het protest gaat dus over de uitleveringswet, de verkiezing van de regeringsleider en over wat de oppositie ‘de uitholling van de autonomie van Hongkong door Beijing’ noemt.
Dit vage verwijt scoort relatief goed bij het grote publiek, alhoewel er geen flagrante feiten van politieke inmenging zijn.
De onrechtstreekse invloed van de de centrale regering op economisch gebied is echter groot. Hongkong was al vroeger afhankelijk van de Volksrepubliek voor zijn rijkdom, en die afhankelijkheid is nog toegenomen. Er bestaat een nationaal plan voor verregaande economische integratie van alle 11 steden rond de Baai van de Parelrivier, inclusief Hongkong. Het vroegere straatarme buurdorp Shenzhen is al rijker dan Hongkong en vliegt technologisch vooruit. Tussen Hongkong en Zhuhai is vorig jaar de langste brug ter wereld geopend. Chinezen kopen woningen in Hongkong, baren kinderen in lokale ziekenhuizen en kopen supermarkten leeg. De beurs van Hongkong wordt gedomineerd door bedrijven van het vasteland en de ‘arme vastelanders’ komen nu massaal naar Hongkong als veeleisende toeristen.
Het is vooral die toenemende economische vervlechting die een deel van de bevolking het gevoel geeft dat de tycoons en de centrale regering één pot nat zijn. Ze hopen dat de macht van de tycoons gebroken kan worden door een vrij verkozen regeringsleider. Dat effect van vrije verkiezing is wat de gematigde oppositie hen voorschotelt. Sociaaleconomische wantoestanden mogen dan wel de voedingsbodem van het ongenoegen zijn, geen oppositiepartij spreekt erover. Regeringsgezinde en oppositiepartijen in Hongkong zijn allemaal als neoliberaal te klasseren.
Daarnaast is er een radicale oppositie, de zogenaamde ‘localisten’. Die trekt voluit de kaart van ‘eigen volk eerst’. Hongkongers tegen vastelanders, tegen de plaag van ‘sprinkhanen’ die Hongkong komen kaalvreten. Beijing als zondebok voor alle problemen en separatisme als oplossing. Politiek groeperen ze zich in de nieuwe partij Demosisto.
Wat nu?
De regering heeft vrij snel bakzeil gehaald in verband met het omstreden wetsontwerp. Daarna heeft ze gehoopt dat de onrust vanzelf zou wegebben. De politie trad aanvankelijk terughoudend op. Nu het geweld van een groep radicalen driester wordt en blijft duren verhardt ook het standpunt van de regering en het optreden van de politie.
Uiteindelijk hangt het ervan af wie de slag om de publieke opinie zal winnen. De aanhoudende onrust en de aangerichte vernielingen hebben de al verzwakte economie van Hongkong ondertussen in een recessie geduwd. Zakenkringen roepen ondubbelzinnig op tot een terugkeer naar orde en rust.
De centrale regering heeft herhaaldelijk haar vertrouwen in de regering en politie van Hongkong uitgesproken. Het lijdt geen twijfel dat Beijing zou tussenkomen indien de regering van Hongkong de controle zou verliezen en om hulp zou vragen. Dat is haar plicht volgens de grondwet van China én van Hongkong. Maar zolang er geen politieke barsten komen in de regering van Hongkong of in de gezagstrouw van de plaatselijke politie is daar niet echt reden toe.
Beijing heeft nog een andere goede reden om een ingrijpen echt zo lang mogelijk te vermijden: de hereniging van het eiland Taiwan staat nog altijd op de agenda. De inwoners van Taiwan volgen met argusogen de aanpak door Beijing van de crisis in Hongkong. Beijing biedt hen immers in geval van hereniging een gelijkaardig model van ‘één land, twee systemen’ aan.
De radicale oppositie heeft vijf eisen gesteld waarover volgens hen geen compromis mogelijk is. De moeilijkste eis is het uitschrijven van rechtstreekse verkiezingen voor de regeringsleider. Maar zeker na wat nu gebeurd is zal de centrale regering geen enkel risico op een Catalaans scenario meer willen lopen.
Daarnaast lanceren de radicalen ook de vraag naar onafhankelijkheid of als alternatief een bindend referendum over meer autonomie, wat even goed neerkomt op onafhankelijkheid.
Hebben ze een kans om te overwinnen? Hun strategie lijkt erop gericht het geweld te laten escaleren tot de Hongkong regering de handdoek in de ring gooit en Beijing effectief militair ingrijpt. De hoop is dat de Verenigde Staten dan – liefst gevolgd door de EU- op een of andere manier zullen tussenkomen en de facto onafhankelijkheid van Hongkong zullen afdwingen. Met een onvoorspelbare Trump weet men nooit. Hongkong als pion in een spel geostrategisch schaak? Het is geweten dat de oppositie in Hongkong – zowel de gematigde als de radicale- haar strategie regelmatig met Washington overlegt.
De gematigde oppositie is niet bereid of in staat de vernielingen en het geweld door de radicalen te veroordelen; ze zet zichzelf zo buitenspel om een compromis met de regering te onderhandelen. De gematigde manifestanten van het eerste uur die hen volgden zien hun redelijke verzuchtingen gekaapt voor een radicaal avontuur.
De langere termijn
Vroeg of laat zal de onrust goed- of kwaadschiks eindigen. Dat de radicalen hun slag thuishalen is quasi uitgesloten.
Hoe moet het dan verder?
Politiek zit de situatie vast. Regeringsleidster Carrie Lam heeft intussen op 4 september erkend dat het verlangen van de bevolking naar meer inspraak legitiem is. De regering in Beijing is niet tegen verkiezing met algemeen stemrecht van de regeringsleider in Hongkong. Dat was al voorzien in het wetsontwerp van 2014. Maar Beijing wil waarborgen dat die regeringsleider zich niet tegen de centrale overheid keert. Die waarborgen wil de oppositie niet geven. De radicale oppositie gaat nog verder en pleit openlijk voor al dan niet verkapte onafhankelijkheid en/of regimewissel in Beijing. Er is dus veel kans dat de situatie blijft zoals ze is en later opnieuw voor spanningen zorgt.
Lam heeft ook een anti-crisisplan voorgesteld voor de economie die in een recessie beland is. Dat plan voorziet ook een aantal sociale maatregelen voor de armere bevolking. Op 4 september heeft ze verklaard dat de aanpak van problemen zoals het woningtekort prioriteit gaat krijgen. Maar ook bij vorige protesten, in 2003, 2008, en 2014 werden al dergelijke maatregelen aangekondigd. Het is twijfelachtig of Lam de belangen van de elite echt zal kunnen aanpakken. Volgend jaar komt er een nieuwe regeringsleider. Beijing zou kunnen suggereren dat die echt een sociale koers gaat varen en de macht van de elite afbouwt. Dat heeft zo ook al in de Chinese staatsmedia gestaan. Maar …Beijing heeft geen bevoegdheid om een bepaalde politiek op te leggen, dat zou pas uithollen van de autonomie van Hongkong zijn.
Het economisch gewicht van Hongkong is voor China aanzienlijk gedaald sinds 1997. Cijfermatig heeft China Hongkong op termijn niet meer nodig. Kan China zich veroorloven de Baai van de Parelrivier verder snel te ontwikkelen, terwijl het een weerspannig Hongkong laat achterlopen? Niet echt. Hongkong heeft twee onvervangbare troeven: een eigen douanestatuut en een eigen munt met bijhorend financieel centrum. Daarmee is het tegelijk Chinees en niet-Chinees en biedt het als offshore centrum onvervangbare handels-, financiële- en fiscale voordelen.
Dat wil niet zeggen dat Hongkong geen langdurige gevolgen zal dragen van de huidige onrust. Het plan voor integratie van de Baai van de Parelrivier voorziet dat Hongkong de belangrijkste stad van de regio blijft. Maar na de huidige gebeurtenissen het vertrouwen herstellen wordt een lang en moeilijk proces. Het is best mogelijk dat Shenzhen uiteindelijk het nieuwe centrum van de baai wordt en Beijing alle functies van Hongkong die door andere Chinese steden overgenomen kunnen worden ook effectief laat overnemen. De ware omvang van de nu aangerichte schade wordt dan pas binnen tien, twintig of dertig jaar zichtbaar.
Ik denk dat de strategie van Peking toch wel problematisch is. Met een nationalistisch discours krijg gemakkelijk een deel van het Chinese volk aan jouw kant, maar vervreemd je de publieke opinie buiten China. Als je een vrij klein probleem zoals Hong Kong niet kan oplossen, hoe ga je dan Taiwan in de toekomst aanpakken?
De centrale overheid zou de installatie van een democratisch regime in Hong Kong als een soort experimenteel pilootproject kunnen zien, en eventueel later nog aanpassingen invoeren. Ondertussen zou het de bevolking van Hong Kong moeten laten voelen dat ze hun privileges kunnen behouden, terwijl ze toch een deel van China blijven,