Recensie van Fien Riem* geplaatst op China 2025.nl, met toestemming van de auteur overgenomen. Link naar het origineel:
https://china2025.nl/a-belgian-passage-to-china/
Johan Mattelaer schetst in A Belgian Passage to China de historische ontwikkeling van de relatie tussen China en België. Deze bespreking wordt geïllustreerd met documenten van de dokters Philippe en Adolphe Spruyt en ingenieur François Nuyens, die gedurende de periode 1870 – 1930 naar China reisden om mee te werken aan de aanleg van een spoor- en tramlijn.
Via Hankou en Tianjin
Het boek is opgedeeld in drie grote delen. De eerste honderd pagina’s zijn gewijd aan een kort overzicht van de Chinese geschiedenis en vervolgens een uitgebreide bespreking van de veranderende relatie tussen China en België door deze geschiedenis. Van de eerste missionarissen tot Leopold II tot Boudewijn, van grote namen zoals Willem van Rubroeck en Ferdinand Verbiest tot onbekende Belgen die voet aan wal zetten in China, alles wordt gedetailleerd besproken als duiding bij de volgende delen van het boek.
Het volgende hoofdstuk bespreekt het Beijing-Hankou spoorweg project, waar de correspondentie van de Belgische dokters Philippe en Adolphe Spruyt centraal staat. Vervolgens wordt in het derde deel beroep gedaan op het dagboek van François Nuyens, die in 1909 vanuit Gent naar Tianjin vertrok om daar een tramnet aan te leggen. Hoewel de achterflap van het boek het hoofdzakelijk heeft over deze twee projecten aan de hand van de geschriften van François Nuyens en de gebroeders Spruyt, staan deze niet per se centraal in het boek. Ze dienen eerder als voorbeelden in Mattelaers beschrijving van de relatie tussen België en China door de geschiedenis. Helemaal aan het einde van het boek mijmert de auteur nog kort even over de huidige situatie, en de toekomst van de Chinees-Belgische relatie.
Tianjin Museum of Modern History. Afbeelding via Uitgeverij Bornmeer.
Overvloed aan informatie
Deze gedetailleerde beschrijving is enorm goed gedocumenteerd en dus een waardevolle bron aan informatie. Misschien is Mattelaers bespreking hier en daar iets té gedetailleerd. Dan heb je als lezer de neiging ietwat verdwaald te raken in de overvloed aan namen en andere informatie. Zo staan er in het boek heel wat kadertjes waar de auteur je om de oren slaat met extra biografieën of uitleg over bepaalde zaken en plaatsen. Deze zijn op zich (meestal) relevant, maar zorgen ervoor dat het soms wat zoeken is naar de rode draad door het verhaal. Zo is er ook een hoofdstuk in het boek gewijd aan het Chinese postsysteem in de periode 1870 – 1930. Hoewel ook hier heel wat boeiende informatie geschreven staat, lijkt dit me een wat overbodig stuk dat de lezer afleidt van het grotere geheel.
De geschriften en foto’s van de gebroeders Spruyt en Nuyens blijken wel enorm interessante bronnen, en zijn tevens een originele invalshoek om de Belgische projecten in China te bespreken. Niet enkel komt de lezer heel wat te weten over de aanleg van tram- en spoorlijnen in China, ook creëren de getuigenissen een persoonlijk maar erg duidelijk beeld van het toenmalige leven in China (weliswaar bekeken vanuit westerse ogen). Vooral Nuyens beschrijft, eerder dan zijn werk bij de tramlijn, alledaagse indrukken van rituelen, kledij, theater, gewoontes… Zo blijkt A Passage to China dus niet enkel een onderzoek naar de tram- en spoorlijn projecten van 1870 tot 1930, maar komen ook de Chinese en Chinees-Belgische geschiedenis en het alledaagse leven in toenmalig China aan bod.
Drie aandelen van de Ostend East India Company, 1723. Afbeelding via Uitgeverij Bornmeer.
Toegankelijk en mooi vormgegeven
Wat het boek uiterlijk erg aantrekkelijk maakt zijn de vele prachtige afbeeldingen van personen en sfeerbeelden, geografische kaarten, tekeningen, kopieën van brieven en dagboekfragmenten. Bij elk nieuw hoofdstuk trakteert de auteur de lezer ook nog eens op een China-gerelateerd citaat. Ook dit draagt bij aan de mooie vormgeving van het boek. Daarnaast is de schrijfstijl van Mattelaer heel toegankelijk en vlot leesbaar.
Hoewel het dus lijkt alsof de auteur het hier en daar wat moeilijk had te bepalen welke informatie mocht blijven en welke darlings te killen, is het een interessant boek voor een groot lezerspubliek. Het boek is zowel toegankelijk voor China-leken door het uitgebreide overzicht van de Chinese en Chinees-Belgische geschiedenis, als voor China-experts die op hun beurt hun informatiehonger kunnen stillen met de ontelbare namen en minutieuze details.
Wat buiten kijf staat is het feit dat het een enorm goed gedocumenteerd boek is over een boeiend onderwerp, aangevuld met waardevolle foto’s. En bestaat er eigenlijk wel zoiets als een teveel aan informatie?
A Belgian Passage to China (1870-1920), Johan Mattelaer, uitgeverij Bornmeer september 2020, hardcover €45, ISBN 9789056156442.
Fien Riem
*Fien Riem
Fien Riem behaalde haar bachelor en master sinologie aan de KU Leuven. Tijdens deze opleiding woonde en studeerde zij een jaar lang in Kunming waar ze nog verliefder werd op de Chinese taal en cultuur. Momenteel volgt ze een opleiding meubelmaker in Brussel, om op die manier ook haar creatieve kant te stimuleren. In de toekomst hoopt Fien een job te vinden die beide interesses combineert.
Tentoonstelling
Tot 30 januari 2021 loopt er in Gent een tentoonstelling die steunt op het boek A Belgian Passage to China: Souvenirs de Chine: Belgische ingenieurs en dokters in China 1898-1908