Het incident met een tweejarig meisje in Foshan (provincie Guangdong) brengt heel China in beweging.
Een kleuter werd op 13 oktober aangereden door een bestelwagen die vluchtmisdrijf pleegde. Maar liefst 18 voorbijgangers lieten het zwaargewonde kind hulpeloos liggen. Het werd zelfs overreden door een tweede bestelwagen die eveneens vluchtmisdrijf pleegde. De zaak kwam in de openbaarheid omdat alles door een bewakingscamera gefilmd was; de locale tv toonde de beelden en ze werden op Youku, (de Chinese YouTube) geplaatst. De voorbijgangers die geïdentificeerd werden verdedigen zich met het manifest valse argument dat ze niets gezien hadden. Alleen een vrouw die met haar kleinkind passeerde bekende en betuigde haar spijt; ze weet haar gedrag gedeeltelijk aan paniek.
De twee chauffeurs die vluchtmisdrijf pleegden zijn aangehouden, maar het niet verlenen van hulp aan personen in nood door de voorbijgangers is geen misdaad volgens de Chinese wet, in tegenstelling tot die in Europa; de wet beschermt evenmin vrijwillige hulpverleners tegenover beschuldigingen achteraf, in tegenstelling tot de VS. In 2001 hebben 32 volksvertegenwoordigers al gepleit voor een aanpassing van de wet.
De Partijleiding van de provincie heeft op Weibo (de Chinese Twitter) een oproep gelanceerd om op te houden met de onverschilligheid naar personen in moeilijkheden, en een vraag hoe men best de wet kan aanpassen om mensen die hulp bieden te beschermen. Het is namelijk al enkele keren gebeurd dat mensen die hulp verleenden achteraf door het slachtoffer als dader of verantwoordelijke werden aangewezen en schadevergoeding moesten betalen. Ook die gevallen zijn in China druk besproken en gebruikt als argument om geen hulp te bieden. Zo werd in 2006 een jonge man veroordeeld tot een zware boete nadat hij een oude vrouw geholpen had die gevallen was; de vrouw beschuldigde hem ervan haar omver geduwd te hebben; de rechter oordeelde dat hij wel schuldig moest zijn, want welk motief anders dan schuldbewustzijn had hem er toe gebracht hulp te verlenen?
Bij een enquête van Global Times naar aanleiding van dit incident antwoordde 88% van de deelnemers dat ze in geval van nood hulp zouden verlenen, maar de realiteit ziet er in dit geval net omgekeerd uit: 95% bood geen hulp. Begin September haalde al een andere geval de nationale pers: een 88-jarige man in Hubei viel in een drukke straat op zijn gezicht en bleef anderhalf uur zonder hulp liggen tot hij stikte in zijn eigen bloed. In dit laatste geval zou men misschien kunnen spreken van het ook bij ons bekende ‘omstaander effect’: hoe meer mensen getuigen zijn van een ongeluk, hoe minder kans dat er iemand helpt.
Maar op het internet wordt in het huidige geval via vele duizenden reacties gediscussieerd over de morele kant van de zaak: ‘Hoe zijn we zo wreed en harteloos kunnen worden?’ De gebrekkige wet verklaart niet alles. Sommigen, inclusief het officiële persagentschap Xinhua, wijzen naar de cultus van het geld zoals die zich sinds dertig jaar verspreid heeft; geldzucht laat geen ruimte voor menselijke sympathie of hoogstaande moraal. China heeft een sociaal klimaat waarin apathie en zelfzucht kunnen woekeren.
Daarbij wordt ook nogal eens het verhaal bovengehaald van Wu Tianhao, een arme leerling in het hoger middelbaar in Changchun: in September, na een ruzie tijdens het basketballen, werd hij aangevallen door een gewapende bende huurlingen in opdracht van de rijke ouders van een medeleerling; Wu overleefde het niet. Er zijn rijken die moraliteit aan hun laars lappen en hun voorbeeld ondermijnt de hele maatschappij; het is tijd om het dichten van de kloof tussen arm en rijk, niet alleen in inkomen maar ook in rechten, ernstig aan te pakken.
In het oude China telde een mensenleven, zeker dat van een arme of een vrouw, voor niet veel. Gedurende het 27-jarig bestuur door Mao werd daar radicaal tegen ingegaan. Emancipatie van vrouwen en de gewone man was prioritair, solidariteit werd doorgetrokken tot in een absurd egalitarisme. Deng Xiaoping gaf vanaf 1978 de prioriteit aan economische ontwikkeling boven solidariteit, vandaar zijn leuze: ‘Laat sommigen eerst rijk worden’. Anno 2011 is China overgegaan van een arm land naar een land met laag middelmatig inkomen. In dat rijker wordend land dat zich nog steeds socialistisch noemt, stellen incidenten zoals dit met de kleuter in Foshan op een brutale manier opnieuw de vraag naar de basiswaarden van de maatschappij.
Ik heb het artikel gelezen van Catherine Vuylsteke over hetzelfde onderwerp in De Morgen. Zij zoekt de oorzaak van dit drama in de ’terreur van Mao die tientallen miljoenen mensen vermoordde’ en in het beleid van Deng Xiaoping dat volgens haar al niet veel beter was. Men moet dus constateren dat dit drama voor journalisten à la Vuylsteke op de eerste plaats de aanleiding is om het beleid van Mao als dat van Deng maximaal zwart te maken en het socialisme voor te stellen als des duivels. Is de vraag voor een site als Chinasquare in die omstandigheden dan niet: hoe reageren de overheid en de Communistische Partij op de gebeurtenissen, wat bedoelt de CP met de campagne voor een socialistische moraal zoals partijleider Hu Jintao dat noemt? En ook: zijn er misschien voorbeelden van volkse inzet zoals bij de recente aardbevingen die het beeld nuanceren en die de haat van mensen als Vuylsteke voor China wind uit de zeilen kunnen nemen, zonder de gebeurtenissen te minimaliseren?
Ik denk, weer opnieuw, dat het ook hier weer gaat om het gebrekkige rechtssyteem in China. Nog niet zo lang geleden werd een buschauffeur die een oude dame overeind hielp die aangereden was, veroordeeld omdat de rechter oordeelde dat iemand die hielp ook wel schuldig zou zijn, anders had hij niet geholpen. er zijn meerdere gevallen bekend van dit soort situaties.
Peter vraagt naar voorbeelden van volkse inzet, zoals bijv bij aardbevingen. En dan denk ik halo, denk eens aan de ouders van de kinderen die gestorven zijn tijdens de aardbeving in Sichuan in 2008 !!
Die ouders zijn monddood gemaakt en de malafide ondernemers lopen nog steeds vrij rond.
Wat rond de recente aardbevingen is gebeurd, bewijst inderdaad dat efficiënte planning kan gepaard gaan met veel vrijwillige inzet en opoffering. Geen kip kan daar naast kijken.
Het bewijst ook dat onafhankelijk onderzoek de gevangenis in gaat