Om de operatie in Qinghai zo transparant mogelijk te laten verlopen is aan de bevolking gevraagd om mee toezicht te houden op de gang van zaken en elk misbruik te melden via een speciale telefoonlijn. Er is vooruitgang in vergelijking met Sichuan 2008. Ook de eenheid onder de bevolking is weer versterkt.
Scholen
In de aardbeving in de provincie Qinghai zijn 207 kinderen omgekomen. In een derde van de gevallen kwam dat door het instorten van schoolgebouwen. Het gebied getroffen door de aardbeving telt tientallen scholen met een schoolbevolking van 22.019 (lesvolgers en lesgevers). Daar waar in Gyegu, het epicentrum van de beving, 85% van de lemen en houten gebouwen was vernield, was dat maar met 37 % van de schoolgebouwen het geval. Het lijkt erop dat renovaties van de afgelopen jaren, door de regering bevolen en gefinancierd, enig resultaat hebben gehad. Naast de materiële bijstand is ook de psychologische en educatieve hulp van belang om de kinderen te wapenen tegen de gevolgen van aardbevingen. Na de ramp in Sichuan 2008 zijn er lessen gegeven over veiligheid en nu krijgen de leerlingen in Qinghai ook les over de oorzaken van aardbevingen en wordt hen uitgelegd hoe ze met hun angst kunnen omgaan.
Hulpgoederen
Er zijn weinig of geen hulpgoederen geplunderd en de hulpverlening verloopt op een eerlijke en open manier. De berichten over individu’s die materiaal zouden achteroverdrukken om het dan later te kunnen verkopen, konden in elk geval niet worden bevestigd. Voor alle zekerheid werden er wel controleposten gestationeerd aan de wegen van en naar het rampgebied Yushu. Ook de verhalen dat kaderleden en regeringsambtenaren zouden zijn voorgetrokken bij de distributie van tenten werden onderzocht. Het onderzoek wees uit dat 90% van deze mensen juist de voorrang aan anderen hadden gegeven en sinds de aardbeving niet meer naar huis waren geweest, zodat ze al hun krachten aan de hulpverlening konden geven. Om de operatie zo transparant mogelijk te laten verlopen is aan de bevolking gevraagd om mee toezicht te houden op de gang van zaken en elk misbruik te melden via een speciale telefoonlijn.
Monnikenwerk
In westerse media en in de kringen van Tibetaanse activisten in Beijing wordt gesuggereerd dat er niet langer de nadruk wordt gelegd op het aandeel van monniken bij de reddingswerken en dat monniken uit andere streken zelfs een bevel zouden hebben gekregen om weer naar huis te gaan. Er zijn lama’s die dat laatste bevestigen, maar ze voegen eraan toe: “We nemen aan dat de regering niet wil dat er te veel mensen elkaar verdringen in het rampgebied en dat men bezorgd is om onze veiligheid”. Andere monniken en de autoriteiten zelf ontkennen dat er sprake is van een verzoek om weer weg te gaan. Het valt daarnaast op hoeveel belang Beijing ook nu weer hecht aan de eenheid tussen alle bevolkingsgroepen. Zo was er de nationale dag van rouw die in heel China in acht werd genomen en door een meerderheid van de bevolking op prijs is gesteld.
Ook Hu Jintao en Wen Jiabao hebben een aantal keer de inbreng van de monniken onder de aandacht gebracht en geprezen. In de Chinese media geven foto’s en video’s trouwens nog steeds aan hoe belangrijk en positief de rol van de kloosters deze keer is. Een Tibetaans klooster uit Sichuan schonk 11 miljoen. Yushu telt 238 kloosters met meer dan 23.000 monikken. Gezien ook vele kloosters getroffen werden, leven nu 8000 monikken in tenten. Gehoopt wordt dat ze tegen het jaareinde terug kunnen naar hun herstelde gebouwen. Er kwamen er 84 om bij de aardbeving. Momenteel verplaatst het Volksbevrijdingsleger eveneens de grote hoeveelheid boeddhistische geschriften uit het Tranguklooster naar regenvrije tenten.
Bronnen: Xinhua, Golbal Times, BBC, Guardian
http://www.globaltimes.cn/www/english/video/2010-04/524587.html