Het 18e congres van de CPC, terugkijken en vooruitblikken

Het 18e partijcongres van de CPC zal beginnen op 8 november. De Chinasquare-redactie zal schrijven over de gebeurtenissen, de besluiten en benoemingen tijdens de grote bijeenkomst. Als opwarmer voor dit hoogtepunt van het politieke jaar (en misschien wel van het decennium) brengen we de volgende weken artikelen over verschillende modellen die met elkaar wedijveren, over de periode onder leiding van Hu Jintao en Wen Jiabao, de nieuwe leiders en over de nieuwe generatie (‘aanstormend’ of ‘voorzichtig naderend’?) en andere thema’s die met dat congres in verband staan. Vandaag het eerste artikel in de reeks over de lessen die te trekken vallen uit de ervaringen in Chongqing.

Blijvende lessen uit Chongqing

Om begrijpelijke redenen is het wat stil geworden rond het “Chongqing-model”. Toch zijn er positieve ervaringen die het lokale niveau ver overstijgen. Het bestuur van Chongqing is erin geslaagd miljarden te verwerven waarmee het een sociale politiek heeft gefinancierd. Door een goed beleid hebben in de twee arme berggebieden van Chongqing de boeren bovendien op korte termijn hun welvaart zien stijgen.
Iedereen kent de naam van Chongqings voormalige partijsecretaris Bo Xilai. Nochtans is het burgemeester Huang Qifan die hoofdzakelijk zijn stempel gedrukt heeft op de socio-economische politiek die het afgelopen decennium in de stadsregio werd gevoerd. Huang was nauw betrokken bij het gevoerde beleid in Shanghai ’s speciale zone Pudong vooraleer hij in 2001 belast werd met sociaal economische dossiers als viceburgemeester te Chongqing. Zijn lijn illustreren we aan de hand van enkele grote namen: HP en Foxconn, BASF en Ford/Chan’an. Huang slaagde er in HP naar Chongqing te lokken door Foxconn te overtuigen zich in de IT-zone van de stad te komen vestigen. Het bestuur zou de huisvesting voor de personeelsleden op zich nemen.De dubbelslag lukte. HP investeerde 5 miljard terwijl de investeringen van Foxconn om de onderdelen te produceren, het tienvoudige beliepen : zo kon HP er het eerste jaar 10 miljoen laptops vervaardigen het eerste jaar, 20 miljoen het tweede en 40 miljoen in de daaropvolgende jaren. In het zog van Foxconn volgden Acer, Quanta, Inventec en andere IT-bedrijven. Overigens heeft HP zijn Azië Pacific-“settlements center ” ( betalingen en facturen) verhuisd van Singapore naar Chongqing, een duwtje in de rug van Chongqing als financieel centrum. Naast de IT-sector beschikt Chongqing ook over een chemische industrie, omdat er grote hoeveelheden aardgas in de grond zitten. Daar kreeg Huang het van BASF gedaan dat de Duitse chemiegigant 35 miljard yuan wilde investeren in een fabriek die MDI (methylene diphenyl diisocyanate) vervaardigt, een grondstof nodig voor de productie van polyurethaan dat gebruikt wordt in autozetels en in verpakkingen van voeding en geneesmiddelen . Hoewel de Chinese autoproducent Chang’an al een voorakkoord met Beijing had, kon Huang toch de nieuwe vestiging naar Chongqing krijgen en ook dit bedrijf beloofde een forse investering: 35 miljard yuan. In 2015 zullen er naar schatting 800.000 voertuigen van de band rollen. Toch zijn het niet enkel buitenlandse investeringen waar Chongqing op mikt. De buitenlanders zijn, naar men denkt, betrokken bij het voortbrengen van 30 % van het bruto regionaal product, terwijl binnenlandse firma’s waarschijnlijk 70 % hiervan voor hun rekening nemen.
Het is evenwel in de grondpolitiek dat de sleutel ligt van de reuzenschreden die Chongqing bij zijn ontwikkeling heeft gezet en daarbij paste Huang de

Huang met Foxconnbaas

recepten toe die hij in Pudong had geleerd. Door de opbrengst van gronden aan te wenden voor de financiering heeft Chongqing gedurende 6 jaar elk jaar 30 miljard yuan kunnen investeren in infrastructuur waaronder 5000 km autowegen, 20 bruggen, 150 km metro en tram plus 82.000 km2 nieuw grondgebied. In 2003 was het doel om na de aanleg van de wegen Chongqing vanuit de verste uithoeken in 8 uur te kunnen bereiken, vandaag wil het stadsbestuur de reistijden halveren, zodat hooguit 4 uur volstaan om van de uithoeken naar het centrum te rijden. Toen Huang in Chongqing aankwam, waren de financiën er beroerd aan toe. De eerste stap in de grote rationalisatie was het in het leven roepen van Yufu Assets Management Company, dat de weinig performante activa van 1160 staatsondernemingen opkocht tegen 15,7 miljard yuan, 22 % onder de echte waarde. Daarnaast verwierf Yufu nog 60 ondernemingsgroepen en 1700 ondernemingen of groepen voor een totale waarde van 170 miljard yuan. De totaliteit van de activa werden opgesplitst in 8 investeringsgroepen: voor stadsontwikkeling, autowegen, vastgoed, transport, energie, wateraanvoer, waterzuivering…Chongqing kreeg bijvoorbeeld zelf 10 miljard van de regering om waterzuiveringsstations te bouwen, maar had geen 10 miljard meer om die ook nog af te werken. Het ei van Colombus bestond er in om werken te verrichten en met het geld van de meerwaarde van de grond na de werken deze te betalen. Zo bestond het dat van de totale activa die Yufu in 2002 had en die 170 miljard waard waren, de waarde tegen 2009 al was opgelopen tot 1.050 miljard yuan, een verzesvoudiging. Hoe dit in zijn werk ging, illustreren we met twee voorbeelden. In 2007 werd beslist om Chongqing Steel dat voor 7,5 miljard grond had in het stadscentrum, te verhuizen naar de rand. Nadien werd de grond 42 miljard waard door de bouw van woon-of commerciële complexen in het stadscentrum. Een ander voorbeeld is de Chaotianmenbrug over de Jangtse die 3 centraal gelegen gebieden verbindt. De brug werd al betaald met de waardevermeerdering van de gronden in de onmiddellijke omgeving. Met de verworven meerwaarde heeft Chongqing Steel een ijzerertsmijn in Australië opgekocht en heeft Chongqings Graangroep 2000 km2 land voor soja opgekocht in Brazilië.
Van de 40 districten en kantons die Chongqing zelf telt, zijn er 20 die als arm gelden. Chongqings 8 staatsgroepen hebben jaarlijks aan overheidsorganen op de diverse niveaus 30 tot 40 miljard betaald om te investeren in infrastructuur en sociale uitgaven. Naar eigen zeggen besteedt het bestuur van de stad nu 3 jaar na elkaar 51 % van zijn uitgaven aan de verbetering van de welvaart van de bevolking. Van de 4 miljard migranten die in de stad werken, zijn er 3,3 miljoen die er al 3 tot 5 jaar werken. Voor hen wordt de bouw van 40 miljoen m2 sociale woningen voorzien. Deze worden gemengd verspreid over de stad gepland om de nieuwkomers beter te integreren. Op het prijskaartje hiervoor staat 100 miljard yuan. Maar ook bij de huisvesting op de commerciële markt slaagt de stadsregio er in de kosten onder controle te houden: je betaalt per m2 6000 à 7000 yuan, meer betaalbaar dan de 30.000/m2 in Beijing of Shanghai. Sinds 2007 werden honderdduizenden opnieuw gehuisvest met de helft meer leefruimte dan voorheen.

Opening Chaotianmen 2009

Ten aanzien van de migranten wou Chongqing eerst 2 miljoen burgers als stedeling registreren binnen de 3 jaar, maar dit doel werd al eind vorig jaar gehaald. Het is de bedoeling om ook de volgende jaren jaarlijks aan een 750.000 migranten de stedelijke hukou toe te kennen. Tegen 2020 zullen 10 miljoen boeren stadsbewoners geworden zijn. Dit komt enerzijds neer op jaarlijkse meerkosten van 8 miljard yuan voor onderwijs, gezondheid en huisvesting, niet onoverkomelijk gezien Chongqing in 2010 ongeveer 98 miljard inkomsten had uit de meeropbrengst van de gronden. Tegenover de meerkosten staan echter ook 30 miljard meer verbruik in de stad.
Tot slot vermelden we nog dat Chongqing het zich als doel gesteld heeft om de ongelijkheid te verminderen van GINI-coëfficiënt 0,34 tot 0, 25  maar het is nog te vroeg uit te maken of de stad daarin zal slagen. Een feit is dus dat de overheid met haar 8 investeringsmaatschappijen een sterk stimulerende rol speelt, maar dit betekent geen verdringing van de rol door de privésector want onder het bewind van Huang is het aandeel van de particuliere bedrijven in het bruto regionaal product toegenomen van 40 tot 60 %. Dat dit een succes is wordt erkend door het blad Fortune dat in juli 2011 de stadsregio tot de 15 succesvolste nieuwe steden voor het zakenleven in de wereld rekende.
Ruraal
In de arme berggebieden heeft Chongqing het project gelanceerd om het inkomen van alle boeren op te trekken tot 10.000 yuan. De noordoostelijke en zuidoostelijke flank van Chongqing telt 17 kantons met 44% van de bevolking en dit gebied -ook de 2 flanken geheten- is nauwelijks ontwikkeld. In februari 2010 lanceerde de stadsregio er zijn project om op drie jaar tijd jaarlijks het boereninkomen met 18 % te verhogen en dit bij 95% van de boerengezinnen met arbeidskrachten. Hoewel het meestal om berggebieden gaat, zijn er bossen en hout in overvloed en is de grond geschikt voor een reeks gewassen, kippen – en veeteelt. Vijf speerpunten bij de ontwikkeling zijn bosbouw, boomgaarden, kippen- of veehouderij, planten en bostoerisme. Om de inkomensgroei te verwezenlijken moeten de lokale overheid, de ondernemingen, de coöperatieven en ook de gezinnen hun rol spelen en

Kader bezoekt arme boer

samenwerken. Het doel is dat de boerengezinnen meer landbouwproducten op de markt brengen die in trek zijn zoals kippen, eieren, sinaasappels, medische planten enz. Daartoe heeft het stadsbestuur meteen al in 2010 400 miljoen bijgedragen in een fonds om de economie in de betrokken gebieden te stimuleren. Hiervoor werden netwerken opgezet om dieren te kweken, voor de aankoop van zaden en ook om de interesten te betalen van grotere landbouwbedrijven die investeren in de 2 flanken. Naast dit speciaal fonds worden de al bestaande toelagen voor armoede van in totaal 1 miljard yuan omgebogen voor de alomvattende verbetering van grond, bos- en landbouw in het gebied. Verder wordt van elk kanton of district in het gebied verwacht dat het ook de nodige financiële middelen opzij zet voor de ontwikkeling van de landbouwnijverheid. Vijf banken uit Chongqing hebben van hun kant toegezegd om 65 miljard aan het project te geven.
Eenmaal de financiën geregeld, hangt het grotendeels van de kaders af of de machine draait. De lokale kaders moeten daartoe contacten aanknopen met de boerengezinnen , concrete plannen maken voor hoe zij het best de mogelijke kansen kunnen benutten en daarbij de nodige technische ondersteuning voorzien. De kantons en districten zijn de basiseenheden van het project. Hun bestuur verdeelt de verantwoordelijkheden over de diverse betrokken diensten en is ook verantwoordelijk voor beoordelingen en als het nodig is beloningen of sancties. Ieder kwartaal wordt een beoordeling gemaakt. Elk van de kantons heeft een zgn. “10.000 yuan inkomen”-kantoor opgezet dat personeel groepeert uit diverse diensten en instaat voor propaganda, hulpverlening aan de gezinnen, het opzetten van technologie-opleidingen of het openen van de distributiekanalen. In het kanton Pengshui heeft het bestuur 300 teams met 1000 kaders georganiseerd die 3 maanden per jaar hun post verlaten om de boeren bij te staan. In het kanton Fengjie moet elk gewoon kader een boerengezin begeleiden, een

Kippen voederen in berggebied

middenkader heeft er 2 en de topkaders krijgen 5 gezinnen toegewezen waarover ze een soort peterschap hebben.
Een voorbeeld van een succesvol project is de kippenkwekerij op initiatief van Zhanwang in het district Qianjiang. Zes maand na de lancering van het politieke programma werd er met een kippenkwekerij begonnen in november 2010. De totale investering bedroeg 4,3 miljoen yuan: 1 miljoen toelage van Chongqing, 0,3 van het district Qianjiang en de overige 3 miljoen werden geïnvesteerd door de Zhanwang Corporatie zelf. Het doel is 30.000 boeren te laten samenwerken die samen 1 miljard kippen hebben. De Corporatie levert de kippen en belooft de eieren op te kopen. Een gezin met 100 kippen krijgt zo een return van 4000 yuan per jaar. De beloofde 10.000 yuan inkomen zijn binnen bereik binnen 2 tot 3 jaar. Momenteel bedraagt het gemiddelde inkomen in de 2 flanken per hoofd al 4000 yuan en dus beschikt een gezin van 3 personen al over een inkomen van 12.000 yuan.
Kortom, zowel in de stedelijke gebieden als in de landbouwgebieden is Chongqing via een voluntaristische politiek met sterk sturend overheidsingrijpen er in geslaagd om de markt te laten spelen en dat heeft de bevolking alles behalve ‘windeieren gelegd’. Burgemeester Huang Qifan was in werkelijkheid de initiatiefnemer van de economische en sociale ingrepen. Hij heeft zijn volledige steun toegezegd aan de manier waarop de CPC is omgegaan met de affaire Bo Xilai en aan zijn positie is niet geraakt. De kritieken van Wen Jiabao waren vanaf het begin gericht tegen het uiterlijk vertoon van Bo Xilai en de voormalige partijsecretaris is uit de partij gezet en zal worden vervolgd voor hele andere feiten dan het beleid in Chongqing. Er is dus een redelijke kans dat het economische en sociale ‘model’ van Chongqing het schandaal van Bo, Gu en Wang overleeft.
Bron: Modern China 2011 37: 569 Philip C. C. Huang, Chongqing : Equitable Development Driven by a ”Third Hand”?
Volgende week: Balans van 10 jaar Hu-Wen

1 comment for “Het 18e congres van de CPC, terugkijken en vooruitblikken

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *