Over het nieuwe team dat, samen met Xi Jinping, China politiek zal leiden krijgen we informatie uit twee westerse bronnen.
Het Amerikaanse Brookings Institute en de Britse Financial Times doen een poging om de achtergrond van de zeven leiders te schetsen op een redelijk zakelijke en feitelijke manier.
Brookings over loopbaan en leeftijd van de PC-leden
Het Amerikaanse Brookings Institute heeft een nuttig overzicht gemaakt van de loopbaan van de functionarissen die in aanmerking kwamen voor opname in het Permanent Comité van het Politiek Bureau. Nadat de samenstelling bekend werd hebben de auteurs van Brookings ‘China study center’ de personen die echt in het PC zijn gekomen groen aangevinkt. Ook de leeftijd van de kaderleden staat bij hun namen. China’s new Politburo Standing Committee.
Dit Permanent Comité blijft, zonder onvoorziene omstandigheden, onveranderd tot 2022. In dat jaar wordt het volgende partijcongres georganiseerd, dat normaal gesproken een nieuw PC moet verkiezen. Dat congres komt twee jaar na de streefdatum voor de eerste eeuwfeestdoelstellingen. Wanneer de CPC honderd wordt wil de partij in China een gemiddeld welvarende maatschappij gerealiseerd hebben, waar geen armoede meer heerst.
Het belang van leeftijd
Het is mogelijk, maar niet zeker, dat de CPC zich in 2022 weer houdt aan de gewoonte om 68-jarigen met pensioen te sturen. In dat geval zouden enkel Li Keqiang, Wang Yang en Wang Huning (67) en Zhao Leji (dan 65) nog kunnen aanblijven. Een derde termijn aan de top voor Li Keqiang zou zeer uitzonderlijk zijn. Een derde termijn voor Xi Jinping ook, en bovendien wordt Xi dan 69. Xi heeft echter bewezen dat hij een bijzonder geïnspireerde, creatieve en krachtdadige leider is. Het belang van leeftijd moet sterk worden gerelativeerd. Of Xi na 2022 aanblijft zegt veel minder over de kwaliteit van het Chinese socialisme dan de vraag of China zijn doelstellingen voor 2020 en 2050 haalt.
Financial Times
Ook de Financial Times publiceerde gisteren redelijk waardevolle informatie over de pas verkozen hoogste leiders. Wie de obligate insinuaties over de persoonlijke machtsverhoudingen negeert, kan een en ander afleiden uit de staat van dienst van de PC-leden zoals de FT journalisten die beschrijven.
Xi en Li
Ze erkennen dat Xi Jinping interne strijd tussen fracties heeft kunnen voorkomen, juist door te werken met kleine leidende groepen. Daarin zijn functionarissen met uiteenlopende visies vertegenwoordigd. Xi heeft volgens de FT de rol van de staat en van het marxisme meer gewicht gegeven. Hij is echter tegelijk iemand die zich sterk maakt voor internationale vrijhandel en strijd tegen de klimaatverandering.
Li Keqiang blijft aandringen op voortgezette economische hervormingen en sociale woningbouw. Volgens Li zouden wetenschappelijke gegevens meer zeggen over de staat van de economie dan bruto binnenlands product.
Overtuigde marxisten en economische hervormers
Li Zhanshu en Wang Huning hebben zich onderscheiden door hun vasthoudendheid aan het marxisme en het streven om niet in dezelfde fouten te hervallen als de Sovjet-Unie indertijd. Wang Huning hecht hierbij groot belang aan een sterke socialistische staat.
Wang Yang en Hang Zheng zijn en blijven vooral economische hervormers. Zij vertegenwoordigen de bloeiende en dynamische gebieden: de provincie Guangdong en Shanghai. Van Hang Zheng zegt de FT dat hij in zijn thuisstad de migranten en hun rechten binnen de perken wil houden.
De praktijk
De minst bekende van de pas benoemde leidersfiguren is volgens de Britse krant Zhao Leji. Van hem is hoofdzakelijk bekend dat hij Wang Qishan zal opvolgen aan het hoofd van de corruptiebestrijding. De praktijk zal uitwijzen wat zijn politieke visie is. In feite geldt dat uiteindelijk ook voor zijn collega’s over wie al meer bekend is.
www.brookings.edu, Financial Times