Op maandag is er een aanval met dodelijke afloop geweest op een politiebureau in de stad Hotan, in het uiterste westen van Xinjiang. Het onderzoek is aan de gang, met een aantal nog niet beantwoorde vragen. De politie werd naar eigen zeggen met een gijzeling en brandstichting geconfronteerd en heeft ‘14 misdadigers gedood’. Volgens dezelfde bron zijn er nog 4 andere personen omgekomen: een politieman, een bewakingsambtenaar en twee gijzelaars. Er zijn ook wat gewonden. Vier van de achttien daders zijn gearresteerd. De rust is weergekeerd, maar er blijft een wat gespannen sfeer. De precieze toedracht en de oorzaken van het zware incident zijn nog niet helemaal duidelijk. Zoals altijd bij dit soort gebeurtenissen geven Chinese en buitenlandse bronnen uiteenlopende of zelfs tegenstrijdige versies.
De Chinese officiële bronnen melden dat er een geplande actie is geweest door een kleine groep extremisten die gewapend met messen, stenen en benzinebommen en voorzien van islamistische vlaggen het bureau hebben bestormd. Ze hadden politiemensen en burgers, die daar waren om petities in te dienen, gegijzeld. De daders zouden eerst een andere actie in de buurt hebben uitgevoerd om de politie uit het bureau te lokken. De meeste actievoerders waren volgens de overheid niet van Hotan, maar van Kashgar, een andere grote stad in het westen. Het is volgens de Chinese bronnen duidelijk dat er ditmaal geen sprake was van tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen: in Hotan wonen bijna enkel Oeigoeren en zowel de meeste politiemannen als de slachtoffers behoren tot die bevolkingsgroep. Over de intenties en de achtergrond van de actievoerders lopen de meningen uiteen. Er zijn analisten die er de hand in zien van de East Turkistan Islamic Movement (ETIM), een separatistische organisatie met basissen in het nabijgelegen Kasjmir, het gebied dat zowel door India als Pakistan wordt opgeëist. De plaatselijke woordvoerder van de overheid, mevrouw Hou Hanmin, spreekt dat tegen. Volgens haar was dit een aanval van binnenlandse religieuze extremisten, die onverwacht kwam.
De bestorming van het politiekantoor zou uitgevoerd zijn door religieuze extremisten uit protest tegen een campagne van de autoriteiten om het dragen van zwarte gewaden en sluiers voor het gezicht te ontraden c.q. te verbieden. De SCMP komt vandaag, 22 juli, met dit verhaal dat de visie lijkt te bevestigen van de woordvoerder van de lokale overheid: geen buitenlandse terroristen, maar moslimfundamentalisten van eigen bodem. De overheid in Xinjiang zou naar verluidt tegen het dragen van de wijde, zwarte kleren zijn omdat ze de identiteit verhullen en omdat ze kenmerkend zijn voor vrouwelijke separatisten die met geweld actie voeren in Tsjetsjenië. Na een eerste voorlichtingscampagne die weinig succes heeft gekend, zou de overheid nu religieuze leiders verzocht hebben om hun invloed aan te wenden opdat de vrouwen hun zwarte gewaden en sluiers niet meer in het openbaar dragen. Overigens werd er al in 2008 door een Amerikaanse krant gemeld dat ‘honderden moslimvrouwen met zwarte sluiers in de stad een protestactie hielden en daarbij borden droegen met slogans voor een onafhankelijke staat’.
Niet-Chinese media schenken enige aandacht aan de versie van het Wereld Oeigoeren Congres (WOC). Volgens deze separatistische organisatie van bannelingen in het buitenland zouden er meer doden zijn gevallen en was de actie een demonstratie tegen het gewelddadig optreden van de politie bij een eerdere en vreedzame betoging die dag om uitleg te vragen over het lot van mensen die waren gearresteerd na de bloedige rellen van juli 2009.
Bronnen: China Daily, SCMP (Hong Kong), The Hindu (India), Aziatische tijger.nl, www.mcclatchy.com