China heeft zes ton ivoor laten vernietigen. Dat gebeurde met enige publiciteit om een krachtig signaal te geven van het voornemen om de illegale ivoorhandel te bestrijden. De actie kreeg van vele kanten applaus.
In Dongguan (zuidelijke provincie Guangdong) ging maandag voor zes ton aan olifantstanden en beeldjes in de pletmachine. Dat was zowat een zesde van de totale voorraad in beslag genomen ivoor in 2012. Chinezen, vooral uit de middenklasse, zouden ongeveer 70 procent van de wereldwijde vraag naar ivoor voor hun rekening nemen. Voor het statussymbool wordt naar het schijnt veel zwart geld neergeteld. Om de olifanten te beschermen is er sinds 1989 een internationaal verbod op de ivoorhandel. Het gevolg van de vraag die in de hele wereld sterk zou toenemen is echter dat dit verbod een wassen neus is gebleven. Sinds 1980 is het aantal olifanten in Afrika gehalveerd. Het illegaal doden en smokkelen van de dieren is in handen van gangsterbenden, ook mensen zijn er het slachtoffer van. Volgens de Chinese wet kan iedereen die betrokken is bij de illegale handel van olifantstanden maximaal een levenslange gevangenisstraf krijgen. Er zijn de afgelopen jaren wel degelijk ook al vele tonnen van het ‘witte goud’ geconfisqueerd. De zes ton ivoor was een deel van die voorraadvoor 2012. De Staatsdienst voor Bosbouw heeft een afdeling voor de bescherming van wilde dieren, die de vernietigingsactie heeft uitgevoerd. Directeur Weisheng roept de internationale gemeenschap op om samen te werken in de strijd tegen de de stropers en smokkelaars. China kreeg af en toe de kritiek dat het te laks was in de handhaving van zijn eigen wetten tegen de ivoorhandel en wilde laten zien dat het voortaan menens is. Vele organisaties en politieke persoonlijkheden van alle kanten hebben dit verwelkomd: de VN, de VS, het tijdschrift National Geographic en andere media en last but not least de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora, CITES.
Bronnen IPS, Xinhua, BBC