Advocaten Wens familie noemen beschuldigingen vals (update)

2 advocaten van de familie van Wen Jiabao  loochenen dat de 90-jarige moeder van Wen aandelen zou hebben in Ping’an. Ook wordt ontkend dat Wen zijn invloed zou hebben aangewend on zijn familie te bevoordelen. De advocaten laten uitschijnen gerechtelijke stappen te zullen ondernemen tegen de New York Times die de beschuldigingen publiceerde. De krant zelf blijft achter haar artikel staan.

Volgens de editie van de “Sunday Morning Post” die de repliek van de beide advocaten ontving, is het de eerste keer dat een Chinese topleider reageert op een rapport in buitenlandse media. Vooreerst wordt tegen gesproken dat Wens moeder voor 120 miljoen $ aandelen bezit in verzekeraar Ping’An. “Zij had nooit ander inkomen of eigendom behalve haar regeringssalaris en pensioen” aldus het antwoord dat voorts beweert dat er geen verborgen rijken bij Wens familie bestaan. De mededeling stelt verder dat “Wen Jiabao nooit enige rol gespeeld heeft in de zakenactiviteiten van zijn familieleden of dat deze het uitwerken van politieke maatregelen zouden hebben beïnvloed”.
De mededeling zegt niets concreets over de diamantactiviteiten van Wens vrouw noch over zakendeals van Wens zoon . Wel stelt de mededeling dat sommige familieleden in het zakenleven zitten, maar nooit iets onwettelijk deden. “Ze hebben geen aandelen van bedrijven” aldus nog de mededeling die laat uitschijnen verdere juridische stappen te zullen ondernemen tegen de New York Times. De mededeling is getekend door BAI Tao van Jun He Law Offices & WANG Weidong Grandall Law Firm (Beijing).
De New York Times heeft intussen ook gereageerd en blijft achter het artikel staan. Het blad blijft volhouden dat in 2007 de naam en gegevens van de identiteitskaart van de moeder van Wen terug te vinden zijn op een officieel document betreffende aandelen van Ping An ter waarde van toen 120 miljoen dollar, die aangehouden werden via een investeringsmaatschappij. Nadere details daarover geeft de krant niet.  Verder stipuleert de krant nog :”‘ Het artikel beweerde niet dat er enige illegale zakenactiviteit zou geweest zijn, en het zei dat er geen aanwijzingen waren dat Mr. Wen zelf  rijkdommen verzameld had. Het artikel zei ook dat er geen aanwijzingen waren dat Mr. Wen persoonlijk zou tussengekomen zijn om de investeringen van familieleden te helpen. Het artikel stelde dat als eerste minister in een land waar de staat veel te zeggen heeft in de economie , Mr. Wen de baas van talrijke regeringsambtenaren was wiens beslissingen een belangrijke rol konden spelen in het succes van firma’s en investeringen”
Bron : SCMP, wantchinatimes, New York Times