Afrika en de zijderoute (deel 3)

De maritieme zijderoute liep na de straat van Malakka  noordwaarts naar Kolkata (India) of na Colombo westwaarts door de Indische Oceaan ofwel naar de straat van Hormoes ofwel naar Nairobi (Kenya) vooraleer noordwaarts uit te komen rond de Hoorn van Afrika door de Rode zee tot in de Middellandse zee.

Sinds de jaren ‘50 en ‘80 verbreedde China zijn relaties met Afrika als onderdeel van de ruimere strategie om vriendschappelijke betrekkingen te ontwikkelen met de Derde Wereld. Meer recentelijk bereikte China diepere banden met vele Afrikaanse landen naarmate het meer aandacht ging besteden aan  energiezekerheid en geopolitiek. Dit heeft zijn weerslag op de plannen voor de Maritieme zijderoute die Oost-Afrika verbindt met het Suez kanaal langs de ene kant en oostelijk via de 8000 km lange vaartocht naar China langs de andere kant. Daarbij is het essentieel te begrijpen dat China vast van plan is om zich op lange termijn te voorzien in zijn energiezekerheid.
Volgens het “Internationaal Energieagentschap” heeft China sinds 2010 de VS overvleugeld als grootste verbruiker van energie en nu ook als grootste olie invoerder. China importeert meer dan de helft van zijn petroleum. Het land voert het meest van zijn olie in uit het Midden-Oosten (Saoedi Arabië, Iran en Irak), Afrika, Rusland, Latijns-America (Brazilië en Venezuela) en Canada. Hoewel Afrika hooguit over 10% van ’s werelds olievoorraden beschikt, voert China een derde van zijn petroleum in uit Afrika. China probeert immers niet te afhankelijk te zijn van leveringen uit het Midden Oosten. Andere grondstoffen die China uit Afrika betrekt zijn koper uit Zambia en de Democratische Republiek Congo), kobalt (Democratische Republiek Congo) en ijzererts uit Liberia

Gegeven dat Noord-Afrika en het Midden-Oosten recentelijk het toneel waren van opstanden, regimewissels en oorlog, heeft China een strategie op lange termijn ontwikkeld om zich te verzekeren van oliebevoorrading en goederen uit Afrika. Om dit te vergemakkelijken verleent het ondersteuning in infrastructuur. Daarbij behoort een overeenkomst  voor een spoorwegverbinding die Kenia zal verbinden met Oeganda, Burundi en het olierijke Zuid Soedan. De eerste fase van dit project verbindt de Keniaanse steden Mombassa en Nairobi en wordt voor 90% gefinancierd door de Eximbank van China. Het saldo komt van de Keniaanse regering. Het traject Nairobi-Mombassa zou in 2018 klaar moeten zijn vooraleer later doorgetrokken te worden naar Kampala (Oeganda), Kigali (Rwanda), Bujumbura (Burundi) en Juba (Zuid Sudan). Totale kosten van deze lijnen bedragen $ 13 miljard.
Het Chinese engagement in Afrika stoot ook op kritiek. De meeste Chinese projecten worden afgewerkt op een BOT-basis (bouwen, operaties en transfers) met een mindere betrokkenheid van de lokale arbeidsmarkt. Ook met het milieu blijken diverse Chinese bedrijven het niet te nauw te nemen. Soms wordt het verschafte geld misbruikt voor de aanschaf van wapens of drugstrafiek. Soms zijn de Chinese goederen die hun weg vinden naar de Afrikaanse landen substandaard van kwaliteit. Daartegenover kan opgemerkt dat China de ontwikkelingslanden hulp verschaft zonder het stellen van bijgaande voorwaarden. De infrastructuurwerken die China financiert, zijn met lage intrest. De positie van China om zich niet te mengen in de interne zaken van andere landen stuit  vaak op kritiek dat “het dictators steunt”

 Olielanden

Van het Afrikaanse continent levert Angola China het meest petroleum. Daartegenover staat dat China inchafenerg 2004 voor $ 2 miljard hulp schonk. Het jaar nadien werden 9 overeenkomsten gesloten waarbij een contract voor de levering van petroleum op lange termijn. Begin dit jaar werd de 1344 km lange en $ 1,83 miljard kostende vernieuwde Benguela spoorweg heropend. De aanleg gebeurde door de China Railway Construction Corporation(CRCC). De tweede Afrikaanse olieleverancier is Soedan waarvan 60 % van de petroleumuitvoer naar China gaat. In 2008 werd aan Soedan voor $ 2,8 miljard humanitaire hulp verstrekt en tussen 1997 en 2007 waren er verschillende intrestvrije leningen in de bouw. Derde olieleverancier is Congo Brazzaville die de helft van zijn olie uitvoert naar China. In 2006 werd een overeenkomst gesloten voor de bouw van een luchthaven en andere infrastructuur. In 2010 hielp de “China Development Bank” met het scheppen van speciale economische zones. Equatoriaal Guinea levert 12 % van zijn olie aan China en in ruil kreeg China boor- en uitbatingsrechten. Hoewel Nigeria grote olievoorraden bezit, voerde het in 2009 maar 28.000 vaten per dag naar China uit. In 2006 investeerde China 4 miljard in infrastructuur in ruil voor boor- en uitbatingsrechten en in 2010 werd dit gevolgd door $ 23 miljard.
Bij de minder grote leveranciers behoren Gabon, Algerije, Libië, Liberia, Tsjaad en Kenia. De Chinese strategie berust dus op diversificatie van leveranciers. Hoewel de 3 Chinese energiegiganten een niet onbelangrijke rol spelen op het continent, zijn het toch de westerse oliemaatschappijen die de eerste viool spelen zowel qua activa als productie. Uitzondering is Soedan. De 3 Chinese staatsondernemingen zijn “China National Petroleum Corporation (CNPC) , “China Petroleum & Chemical Corporation” (Sinopec) en “China National Offshore Oil Corporation” (CNOOC). Een rapport van het IEA uit 2011 vond dat deze maatschappijen een vrij onafhankelijke koers varen waarbij commerciële belangen primeren. In de sector energie valt nog op dat China aardig investeert in hydrokracht want in Afrika wordt maar  5% van de beschikbare mogelijkheden uitgebaat. Volgens Bloomberg gaat het om $ 10 miljard en de Chinese regering maakte ook al $ 100 miljoen vrij voor zonne-energieprojecten in tientallen Afrikaanse landen. Vorige week sloot China met Kenia een akkoord voor de uitbouw van de eerste kerncentrale in het land.

Ontwikkelingsprojecten.

Chinese bedrijven investeren in Kenia voornamelijk in de ontwikkeling van infrastructuur, chafinfrstrde autosector, voeding & drank en elektronica. Chinese hotels en restaurants schoten in Nairobi uit de grond. De “Bank of China” kreeg recentelijk een vergunning om er een kantoor te openen. De bilaterale handel bedroeg vorig jaar $ 5 miljard en dat is de helft meer dan het jaar voordien. De Chinese investeringen in het land worden op $ 3,5 miljard geraamd, inbegrepen de start van de spoorlijn tussen Nairobi en Mombassa. De Chinese regering subsidieert onder meer een autosnelweg van 40 km tussen Nairobi en de industriestad Thika.
China geeft Tanzania al hulp sinds 1960 en heeft al meer dan honderd infrastructuurwerken in het land gefinancierd. Hoogtepunten zijn de Tanzania-Zambia Railway (TAZARA), het Tanzania National Stadium en het Waterbevoorradingsproject in Chalinze. Sinds 1960 heeft China al meer dan $ 2 miljard hulp aan het land verstrekt en het was in 2013 ook de grootste buitenlandse investeerder met $ 3,7 miljard. Eind 2011 tekende zinkproducent “Sichuan Hongda” een overeenkomst van $ 3 miljard om staal- en steenkoolprojecten in het land te ontwikkelen. De “Export-Import Bank of China” leende in 2012 $1,2 miljard voor een 500 km lange gaspijplijn van Mtwara naar Dar es Salaam. Chinese groepen wonnen in mei voor $ 9 miljard contracten van de $ 14 miljard die Tanzania de komende vijf jaar wil besteden aan de vernieuwing van haar spoorwegnet.
Oeganda’s bilaterale handel met China is vrij beperkt, maar het land geniet van bijzonder lage invoerheffingen. De investeringen in infrastructuur gebeuren vooral in telecommunicatie, de 600 MW Karuma Hydropower Dam en de 51 km lange autosnelweg tussen Kampala en Entebbe. Chinese firma’s’ bouwden ook het gebouw voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, het Naguru Nationaal Hospitaal, het Mandela National Stadium te Nambole en het presidentieel paleis in Kampala.
africa-china-werkersOok de betrekkingen met Ethiopië gaan ver terug tot 1972 toen China de weg Wereta-Weldiya financierde door de Riftvallei. Tussen 1998 en 2004 financierde China 15% van de ring rond Addis Abeba. Het volledig geëquipeerde Ethiopisch-China Polytechnisch College dat eind 2009 geopend werd, was ook met Chinese hulp gefinancierd. Meer recent heeft China fondsen verstrekt voor de Addis Ababa Express tolweg, het eerste windmolenpark, de Addis Ababa Light Track Railway en andere spoorprojecten evenals het Tirunesh-Beijing Hospitaal. De bilaterale handel bedroeg $ 1,5 miljard terwijl de Chinese investeringen in het land op $ 1 miljard geraamd worden.
De relatie met Soedan is controversieel en gebaseerd op olie waarvan 70% naar China gaat. In 2012 had China de 2 voorbije decennia voor $ 10 miljard geïnvesteerd in het land. Andere topper is de $ 1,8 miljard kostende Hydro dam op de Nijl die in 2009 beëindigd werd. De dam heeft een capaciteit van 1250 MW en verdubbelde meteen de elektriciteitsproductie. Voor dit grootste waterkracht project in Afrika moesten wel 50.000 personen verhuizen. Over de soms bekritiseerde “niet inmengingspolitiek” van China zei de Soedanese muzikant Emmanuel Jal: “ De Chinezen beïnvloeden onze politiek niet en ze leveren er geen commentaar over. Wat ze willen betalen ze, soms dubbel en dit maakt de Afrikanen gelukkig, van dictators tot democraten. Er is geen partij die hen niet graag mag”. China heeft voorts $ 80 miljoen Soedanese schulden afgeschreven en voor 13 miljoen intrestvrije leningen verstrekt voor infrastructuurprojecten waarbij een nieuw presidentieel paleis. Ook werd voor meer dan 5 miljoen humanitaire hulp aan Darfur beloofd.
China heeft al voor $ 6 miljard leningen verstrekt aan ’s werelds jongste land Zuid-Soedan. Dit is bedoeld voor wegen, waterkracht, infrastructuur en landbouwprojecten. In totaal werden sinds 2008 voor meer dan $ 10 miljard overeenkomsten afgesloten. Gezien de conflictsituatie zijn nieuwe investeringen bevroren.
Nigeria is een belangrijke partner voor China. De bilaterale handel bedraagt meer dan $ 13 miljard, een van de hoogste in Afrika. De Chinese investeringen in het land overstijgen $ 10 miljard, waarbij $ 4 miljard voor olie-en infrastructuurprojecten. De twee landen tekenden al een overeenkomst van $ 23 miljard waarbij China 3 olieraffinaderijen mag bouwen en een brandstoffencomplex. Beide landen bouwen aan de rand van de hoofdstad Lagos een van Afrika’s grootste vrijhandelszones. De eerste fase van deze Lekki vrijhandelszone kost $ 5 miljard en is 16.000 ha groot. Van de grote Nigeriaanse olievoorraad gaat maar 2 % naar China, maar dat heeft te maken met het feit dat het zich langs de westelijke kant van Afrika bevindt.
In Tsjaad heeft  China Civil Engineering Construction het contract gekregen ter waarde van $ 5,6 miljard om twee grote spoorlijnen met een lengte van 1.364 km aan te leggen.
Bij de maritieme projecten die China in Afrika uitwerkt, behoren moderne havens in de hoofdstad van Tanzania, Dar es Salaam; in de hoofdstad van Mozambique, Maputo;  in de hoofdstad van Gabon, Libreville; in de Ghanese stad Tema en ook in de Senegalese hoofdstad Dakar. China probeert telkens een win-win situatie te bereiken waar beide partijen hun voordeel mee doen. Maar tussen mooie dromen en de uitvoering staan in Afrika vaak ook praktische bezwaren. Deze gaan lang niet enkel over de spoorbreedte die niet gelijk is aan de Chinese, maar hebben ook betrekking op een andere arbeidsethiek. De Chinese werknemers werken lang en gedisciplineerd met een minimum aan ontspanning die ze vooral nemen tijdens hun terugkeer op vakantie naar China. De Afrikaanse arbeiders die zich langzaam haasten, houden het werk liever aangenaam en ervaren de door de Chinese opzichters opgelegde discipline soms als beulenwerk. Niet zelden kiezen de Chinese bedrijven voor een benodigde werker uit China te laten aanvliegen, dan een Afrikaan aan te nemen. Dat de Chinese bedrijven zich op sociaal en milieuvlak niet altijd aan hoge standaarden houden, wordt bewezen in de houtsector.

Hout en bos

China is de eerste invoerder van tropisch hout en we bekijken dit even in drie landen. China bezit in Kameroen vergunningen voor 650.000 ha of 10 % van de vergunde boszones. Tussen 2003 en 2009 steeg de uitpoer naar China van hout uit Kameroen van 29% to 65% . 85 % van de uitvoer gaat om bruut stamhout en daarvan gaat de helft naar China. Het land telt 20 Chinese houthandel bedrijven, maar het aantal arbeidsplaatsen dat in het land verschaft wordt, is beperkt. Sociale noch ecologische bezorgdheid worden hoog in het vaandel gedragen volgens  JournalDuCameroun. Sommigen wijten zelfs het voortduren van de onregelmatige exploitatie van Bulinga (Afrikaanse palissander) aan Chinezen.
Ook in de Democratische Republiek Congo staat China op de eerste plaats van 38 landen waar naar uitgevoerd wordt want 43 % van het Congolees hout vertrekt richting China. Geen enkele Chinese investeerder heeft een industriële vergunning, het gaat om 57 “ambachtelijke” vergunningen aan 17 bedrijven met Chinees kapitaal.
China is met 90 % van de uitvoer eveneens de belangrijkste bestemming van timmerhout uit Mozambique. De uitvoer van onbewerkt stamhout is verboden voor de soorten “eerste klas”-bomen die 90% van de handelsmarkt omvatten. Toch noteerde China in 2012 de invoer van 323.000 m3 stamhout, terwijl de in Mozambique geregistreerde export van stamhout naar China het heeft over 41.543 m3. De onwettelijke exploitatie van bossen met bestemming China zou 48% van de uitvoer bedragen.

CSR

Het minste wat dus gezegd kan worden is dat het de Chinese bedrijven mangelt aan wat in het Engels “Corporate Social Responsability” (CSR) geheten wordt. Nochtans dringen twee regelgevende Chinese documenten hier op aan: zowel de Corporation Law uit januari 2006 als de Guidelines for Central State-Owned-Enterprises voor Corporate Social Responsibility uit januari 2008. In 2009 kondigde de Beurs van Shanghai zijn CRS-index aan en in 2011 vaardigde de Industrial and Commercial Bank of China eveneens een CSR-index uit. In 2010 publiceerden 471 beursgenoteerde bedrijven hun CSR-rapport. Huawei is sinds 1997 actief in Afrika, wierf van zijn personeel 65 % Afrikanen en schiep 10.000 indirecte banen. Het bedrijf zette 6 opleidingscentra op in het continent dat 12.000 personen opleidt per jaar. Ondertussen hebben 4 financiële instellingen het UNEP Finance Initiative onderschreven voor duurzaam bankieren. Toch blijven er grote uitdagingen.
In veel bedrijven zijn de managers op de frontlijn niet even CSR-bewust als de toplui in de hoofdzetel of vertalen ze de noodzaak niet voldoende in hun operaties. De taalkloof helpt ook niet bij het in contact treden en converseren met de lokale gemeenschap. Daarom is het van belang dat leidende Chinese bedrijven in hun sector contact opnemen met andere bedrijven die al meer ervaring hebben. Hier lijkt een taak weggelegd voor Europese bedrijven die de handen ineen kunnen slaan met de Chinese collega’s om CSR-opleidingen te verstrekken aan managers. Ook wordt gesuggereerd om een databank aan te leggen met de beste voorbeelden per sector. Met de Chinese investeerders zou eveneens meer moeten worden gediscussieerd in plaats van deze discussies tot een westers onderonsje te beperken. De Europese Unie is geinteresseerd in een terzakeTrilateraal Partnerschap.

Bibliografie

Chris Devonshire Ellis, China New Economic  Silk Road, The Great Eurasian Game & the String of Pearls, Asia Briefing,
http://qz.com/415649/china-is-building-the-most-extensive-global-commercial-military-empire-in-history/
http://www.bloomberg.com/news/articles/2011-09-09/africa-s-new-friend-china-finances-9-3-billion-of-hydropower
www.journalducameroun.co/article.php?aid=20856
http://www.thegreennews.info/china-fuels-illegal-exports-of-cameroon-timber/
http://www.ictsd.org/bridges-news/trade-negotiations-insights/news/social-responsibility-of-chinese-investment-in-africa
Lees ook onze artikelen over de opening van de spoorweg door Angola en ook over andere infrastructuur

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *