De overwegend woestijnachtige provincie Gansu speelt een voortrekkersrol in hernieuwbare energie.
De oude stad langs de Zijderoute, Jiuquan ( “de bron van wijn”) heeft al voor 6 gigawatt windmolens geïnstalleerd, dat is meer dan heel het Verenigd koningrijk. Tegen 2015 moet dat meer dan verdriedubbelen en krijgt men daar de grootste windboerderij in de wereld en tegen 2020 spreekt men van 40 gigawatt. Jaarlijks wordt er voor 40 miljard yuan geïnvesteerd in wind- en zonne-energie. Vroeger was Jiuquan een steenkoolstreek en men pompte er sinds 139 ook olie op; in deze sectoren wordt nu nog één miljard per jaar geïnvesteerd. Het hoogspanningsnetwerk is bij wet verplicht 0.54 yuan (5 eurocent) te betalen per kWh windenergie van Jiuquan terwijl een kWh van steenkool slechts 0,3 yuan kost. Tegen 2015 moet het gemiddeld inkomen in de stedelijke gebieden van Jiuquan, dat vroeger één van de arme steden in China was, boven het nationaal gemiddelde liggen.
In heel China zijn zeven regio’s aangeduid voor grote windprojecten; elk project moet minstens 10 gigawatt bedragen, het equivalent van 10 kerncentrales of 20 steenkoolcentrales. .
In China worden elke dag gemiddeld 36 nieuwe windmolens geïnstalleerd en die wordt vanuit de woestijn via nieuwe ultrahoogspanningslijnen naar de kust gebracht. Vooral op dit punt wringt het schoentje nog; in 2010 bleek dat bijna een derde van de windmolens nog niet aan het net verbonden was.
Gansu heeft ook een enorm potentieel aan zonne-energie, maar verwacht hier slechts grote doorbraken na 2020; de technologie zal tegen dan sterk verbeterd zijn en de kosten verlaagd. In de toeristische stad Dunhuang is China’s grootste pilootproject (10 megawatt, zoveel als twee grote windmolens) klaar om aan het netwerk gekoppeld te worden.
In 2011 bedroeg het aandeel van steenkool in het totale energieverbruik van China 72%, een lichte stijging. Dit kwam omwille van minder waterkracht door de droogte en vertraagde groei in sectoren zoals kern- en windenergie. Deskundigen van milieuorganisaties denken dat naast investeringen in groene energie meer inspanningen aan de verbruikerszijde nodig zijn; ze pleiten voor het verhogen van de prijs van steenkool of het opleggen van productiequota.
(bron: Guardian)