Artsen en ziekenhuizen belonen voor zorgkwaliteit en efficiëntie

In maart bracht The Lancet een ‘China-special’, waarvan we hier artikelen vertaald samenvatten.
Een wetenschappelijk overzichtsartikel (1) analyseert de recente herschikking van het vergoedingssysteem voor artsen en ziekenhuizen.

0013729e4a9d0bfc25003b In het kader van de economische hervormingen van de jaren ’80 ontstond er in de gezondheidszorg een ‘prestatiegeneeskunde’ met betaling van de arts per geleverde prestatie en een ‘nieuw prijsmechanisme’ met overwaardering van medicatie en hoogtechnologische onderzoeken en onderwaardering van eerstelijnsbasiszorg. Gevolg: individuele zorgverleners schreven te veel diagnostische onderzoeken en medicatie voor en ziekenhuizen voerden onderling concurrentie via introductie van hoogtechnologische diensten en dure medicatie om hun winstmarge te vergroten. Resultaat: zorgkosten stegen snel en gezondheidszorg werd onbetaalbaar voor vele mensen.
 Zo stegen op nationaal niveau de uitgaven voor gezondheidszorg de voorbije 20 jaar met 16 % per jaar, dus 7 % sneller dan het BBP (Bruto Binnenlands Product). De ingezette middelen leverden een pover resultaat, wat niet alleen verspillend is maar ook schadelijk voor patiënten.  
De Chinese regering beloofde in 2009 een nieuwe hervorming, met een kapitaalinjectie van 850 miljard RMB de volgende 3 jaar, om te komen tot een universele en betaalbare basisgezondheidszorg voor alle 1,3 miljard Chinezen. Maar de Chinese overheid besefte dat grote extra investeringen in gezondheidszorg alléén niet zouden leiden tot toegankelijke, betaalbare en kwaliteitsvolle zorg voor de bevolking, maar dat daarvoor ook een herschikking van het vergoedingssysteem in de zorgsector nodig was. De kernvraag was daarbij: “Hoe kan de overheid ziekenhuizen en artsen stimuleren om geneeskunde te beoefenen met als hoofdbekommernis het welzijn van de patiënten?”.
Om het antwoord te vinden heeft men gekozen voor een strategie van experimentele veranderingen, waarbij men voortbouwt op leerpunten uit bekende internationale experimenten rond beloningssystemen. Meer zorgkwaliteit en efficiëntie wil men bereiken door de heroriëntering van de premies voor artsen naar ziektepreventie en basiszorg en door de invoering van zorgprotocollen in ziekenhuizen. De centrale overheid moedigde lokale besturen aan om zelf experimenten te ontwikkelen met eigen beloningsmodellen. De onderzoekers stelden vast dat in veel van die nieuwe experimenten 3 gezamenlijke streefdoelen zitten. Ten eerste: de overstap van prestatiegeneeskunde naar globale en prospectieve vergoedingen mét bijkomende stimuli, zoals een extra vergoeding bij het halen van afgesproken zorgdoelen (‘pay for performance’). Ten tweede: de afbouw van de (sinds de jaren ‘80 ingebakken) gewoonte van overdreven voorschrijven van allerlei medicatie en onderzoeken, vaak met negatieve langetermijneffecten zoals toenemende resistentie tegen antibiotica. Ten derde: de klemtoon leggen op preventie en eerstelijnszorg bij de aanpak van chronische ziekten, zoals diabetes, kanker en hart- en vaatziekten.  
Hoewel veel experimenten nog nieuw zijn, suggereren de eerste bevindingen dat hierdoor kostenbesparingen mogelijk zijn. Gezien deze experimenten echter niet wetenschappelijk onderbouwd werden, ontbreekt grotendeels de bewezen evidentie over het effect op zorgkwaliteit en gezondheidswinst. De onderzoekers besluiten dan ook dat China nood heeft aan een objectieve ‘evidence-based’ evaluatie van de uitgevoerde experimenten, met focus op kwaliteit en gezondheidswinst, vooraleer conclusies te trekken over welke beloningsmodellen men het beste kan kiezen.
(1) Yip WC, Hsiao W et al. Realignement of incentives for health-care providers in China. Lancet 2010;375:1120-30.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *