Op het autosalon van Shanghai, waarvan deze week de deuren zijn opengegaan, is te zien dat China vandaag de grootste markt ter wereld is. De Chinezen blijken echter van plan te zijn om ook kampioen te worden op het gebied van het milieuvriendelijk vervoer.
Ongeveer 2000 autoconstructeurs en fabrikanten van onderdelen uit 20 landen nemen deel. 75 nieuwe modellen worden getoond, waarvan 19 in wereldpremière. Voor het eerst worden buitenlandse en Chinese constructeurs in dezelfde hallen getoond. Honda begint volgend jaar elektrische voertuigen te bouwen in China. De stad Guangzhou zal mee de testen helpen uitvoeren door infrastructuur ter beschikking te stellen. Guangzhou Automobile Group en Dongfeng Motor Group zijn de Chinese partners in het project. Die willen tegen 2015 elk een paar honderdduizend elektrische voertuigen verkopen. Tot op heden verkoopt geen enkele buitenlandse constructeur volledig elektrische auto’s in China hoewel er al rondrijden van binnenlandse constructeurs.
De grote vraag is of China al die geplande elektrische wagens zal kunnen voorzien van ‘schone’ electriciteit die ze hoofdzakelijk uit steenkool moet winnen. In dat verband is het opmerkelijk dat de overheid die tot dusver de productie van volledig elektrische voertuigen aanmoedigde, meer interesse begint te tonen voor hybride voertuigen. Rond elektrische voertuigen zijn er ook nog vragen qua duurzaamheid en veiligheid. Zo vloog enkele dagen geleden een elektrische taxi in Hanghzhou in brand. Verder is de consument nog niet overtuigd, onder meer door de hogere kostprijs.
Ford gaat wagens met hybride technologie in China op testbasis invoeren. Toyota werkt aan extra zuinige wagens terwijl Daimler en Nissan samen met Chinese partners werken aan voertuigen met verbeterde brandstofcellen die in 2015 op de markt zouden komen. Chinese constructeurs die in de vorige twee edities vooral de nadruk legden op hun knowhow van elektrische voertuigen, tonen nu meer conventionele auto’s; dat wordt gezien als een teken dat ze tegenwoordig op het gebied van conventionele wagens de strijd met de mondiale groten aandurven. Hoewel wij in Europa vooral privéfirma’s als Geely, BYD, Cherry of Brilliance kennen, zijn de grootste Chinese constructeurs staatsbedrijven uit Shanghai, Changchun, Beijing, Chongqing en Guangzhou.
Volvo presenteert de Tiandi, een soort Volvo aangepast aan de Chinese smaak, d.w.z. met iets meer luxe dan in Europa en met wat minder nadruk op veiligheid (hoewel veiligheid intern een belangrijk aandachtspunt blijft). Volvo zou de Tiandi helemaal alleen ontworpen hebben, zonder inmenging van moederbedrijf Geely. Internationale merken houden vooral voor hun meer luxueuze modellen steeds meer rekening met de smaak van rijke Chinese klanten. Zo haalde Mercedes voor het beoordelen van het ontwerp van de S-reeks van 2014 honderd Chinese klanten naar Duitsland. GM verzorgt vooral het achtercompartiment in de grotere modellen voor China; de Chinese klanten làten zich immers meestal rijden.
Voor de komende vijf jaar verwachten de grote constructeurs een jaarlijkse groei van hun verkoop van 5 tot 15%. De Chinese overheid moedigt buitenlandse constructeurs ook sterk aan om met ‘Chinese modellen’, waarvan het design in China zelf is gebeurd, uit te komen. Zo lanceerde GM al de Baojun samen met SAIC en Wuling. Buitenlandse firma’s die hun productie in China willen opdrijven wordt stilzwijgend de verplichting opgelegd om ook een goedkoop lokaal type te ontwerpen en te produceren samen met een Chinese partner.
(Reuters; Financial Times )
Geely werkt aan een groene panda
