De daling van de autoverkoop die begon in 2018 zet zich dit jaar door. Koning auto lijkt in China over zijn hoogtepunt. Alleen elektrische auto’s doen het nog goed. De Chinese consument besteedt dit jaar opnieuw meer, maar aan andere behoeften.
Voor de dertiende maand op rij zijn in juli minder nieuwe auto’s verkocht dan het jaar voordien. In het eerste semester waren het er 12% minder dan in 2018. Aan dit tempo stokt de verkoop dit jaar op 21 miljoen, 15% minder dan de 24,7 miljoen in topjaar 2017.
De gevolgen beginnen al zichtbaar te worden. Suzuki stopt met zijn joint venture met Chang’An. En PSA (Peugeot-Citroën) sluit twee van de vier fabrieken die het uitbaatte in joint venture met Dongfeng.
Regering geeft nieuwe oriëntatie
Tijdens de wereldcrisis van 2008-2010 nam de Chinese overheid doortastende anti-crisismaatregelen. Door diverse steunmaatregelen steeg de verkoop van 6,8 miljoen in 2008 naar 13,8 miljoen voertuigen in 2010.
Maar vandaag is de situatie veranderd. Groei op zich is niet langer een fetisj. Doel is nu kwaliteitsvolle duurzame groei. In plaats van nieuwe subsidies voor autoproductie of -verkoop heeft de overheid tegen 2020 nog maar eens strengere emissienormen voor de sector uitgevaardigd. En bovendien lokale overheden van 15 steden – goed voor 60% van de totale autoverkoop- aangespoord die normen al vroeger af te dwingen.
De enige subsector die nog vooruitgaat zijn de voertuigen op nieuwe energievormen. Dat zijn 80% elektrische voertuigen op batterijen en verder hybride plug-ins en een voorlopig marginaal aantal voertuigen op brandstofcellen met waterstof.
Daarvoor lopen sinds 2016 subsidies die gepland zijn tot 2020. Constructeurs moeten in 2019 minstens 10% voertuigen op nieuwe energie verkopen en in 2020 minstens 12%, anders lopen ze de subsidies mis. Er is een voorstel om het programma te verlengen, met doelstellingen van 14, 16 en 18% in 2021-22-23.
De verkoop van elektrische voertuigen zou dit jaar 1 miljoen exemplaren kunnen halen, zowat 5% van het totaal. Over de eerste zeven maanden van het jaar steeg de verkoop met 40%. Die stijging is voor rekening van de elektrische voertuigen op batterijen, terwijl de hybride plug-ins achteruit gingen.
Consument geeft voorkeur aan andere behoeften
In Westerse media wordt de dalende autoverkoop uitgelegd als een gevolg van de door de VS gestarte handelsoorlog. Daardoor vertraagt de Chinese economie en daalt het consumentenvertrouwen.
Een recente enquête van de Zwitserse bank UBS geeft een meer genuanceerd beeld.
De enquête toont dat de Chinese consument dit jaar niet minder maar meer consumeert. En van plan is de volgende 12 maanden nog meer te spenderen.
UBS ondervroeg 3000 Chinese consumenten in mei. Eén op de drie verklaarde dat ze het voorbije jaar meer uitgaven aan goederen en diensten. Eén op de vijf is van plan in de de komende 12 maanden nog meer uit te geven.
De antwoorden waren gemiddeld optimistischer dan in dezelfde enquête een jaar eerder. Toen verwachtte slechts 11% het volgend jaar meer te kunnen spenderen.
Het volume van de detailverkoop steeg in juni en juli met respectievelijk 8,6 en 9,8%. Dat is veel, maar minder dan tussen 2003 en 2018: heel die periode zat de maandelijkse groei continu boven 10%.
In het eerste semester is het gemiddeld inkomen in Shanghai gestegen met 6% tot 35.294 yuan dat komt overeen met 750 euro per maand. In Beijing bedroeg de stijging 6,9% tot zowat 720 euro per maand.
Uit de enquête blijkt dat de kwaliteit van het leven bij de aankopen voorop staat. Medische diensten zijn erg belangrijk. Daarentegen heeft de Chinese consument minder interesse voor dure aankopen zoals een auto. De auto was een generatie lang het statussymbool bij uitstek. De stedelijke millenials hebben vandaag blijkbaar minder interesse om uren in de file te staan. Sommige waarnemers denken dat de jongere Chinezen pas verleid worden door de volgende generatie slimme wagens.
Bronnen: Wolfstreet.com, Autonews, South China Morning Post
