Het Belt and Road Initiative (BRI), de nieuwe Zijderoutes, is vijf jaar oud en geniet intussen een wereldwijde uitstraling. Tegenover de onmiskenbare successen staan problemen en twijfels, onvermijdelijk in de geopolitieke situatie van vandaag. Er woedt onder andere in Europa een debat over de vraag: is het BRI een bedreiging of een bonus?
ChinaSquare levert aan het debat een bijdrage in het kader van Manifiesta, festival van de solidariteit, op zondag 9 september.
Het Belt and Road Initiative (BRI) werd vijf jaar geleden door Xi Jinping aan de wereld voorgesteld, niet toevallig tijdens bezoeken aan Centraal-Azië en Zuidoost-Azië. Het doel van het BRI is de uitbreiding van internationale handelsroutes voor scheepvaart en netwerken van infrastructuur over land. Vandaar de economic belt en de maritime silk roads in de naam. Die zone (belt) en weg (roads) zijn geïnspireerd op de eeuwenoude Zijderoute.
Tegenwind op de zijderoutes
De nieuwe Zijderoutes van het BRI zullen China verbinden met Azië, Afrika en Europa. Het reusachtige project wil de handel en economie een boost geven. Het Belt & Road Initiative krijgt echter momenteel veel tegenwind. Het Koude Oorlogsdenken heeft immers niet alleen politici en waarnemers in de VS, maar ook in Europa en in sommige landen van Azië besmet. Volgens het Mercator Institute for China Studies (MERICS) werkt de EU aan een ‘response strategy’, die waarschijnlijk in oktober 2018 zal worden gepresenteerd. De respons van de EU kan twee kanten opgaan, samenwerking of verweer.
Chinese dreiging een mythe
In Europa waarschuwen opiniemakers dat China alleen voordeel wil halen uit het BRI. China zou een onverslaanbare concurrent worden of een stevige greep krijgen op de Europese economie. De Chinese topeconoom Yang Yao van Peking University brengt die vrees in perspectief met wat ontnuchterende cijfers. Ondanks zijn spectaculaire successen heeft ‘China nu een per capita bbp dat ongeveer een kwart is van dat in de VS. Om door te stoten tot de club van landen met een hoog inkomen moet dat ten minste toenemen tot bijna de helft van het Amerikaanse bbp per hoofd. China kan daarin slagen, tegen ongeveer 2049, als het tot dan jaarlijks tenminste 1,7 % meer groeit dan de VS. Dat is een haalbare, maar zware opdracht’. China heeft niet de capaciteit om Europa te verslaan of in te palmen. Onder andere om die reden is het afkerig van een nieuwe Koude Oorlog en voorstander van de samenwerking tot wederzijds voordeel die de kern vormt van het Belt and Road Initiative.
Privé / Publiek
De relatieve kwetsbaarheid van China kan ook worden afgemeten aan zijn inspanningen om de EU te bewegen tot een bilateraal investeringsverdrag. De onderhandelingen hierover zijn in 2013 begonnen en slepen zich moeizaam voort. Een van de middelen waarmee de EU druk kan zetten op China is de dreiging met blokkering van Chinese investeringen. Prof. Haiyan Zhang, de directeur van het NEOMA Confucius Institute for Business in Rouen, rekende in 2013 uit dat 70% van het kapitaal dat door China in Europa wordt geïnvesteerd afkomstig was van staatsbedrijven. De EU beweert dat staatsbedrijven in eigen land een monopoliepositie hebben en zo oneerlijke concurrenten zijn voor Europese privébedrijven. Om meer evenwicht te bekomen zal de Chinese regering particuliere investeerders en banken overtuigen om in het BRI te stappen en die inbreng van de privésector zal het onder andere in Europa zoeken.
Hoop
In Europa zijn sommigen gealarmeerd door de beveiliging van de nieuwe Zijderoutes, de maatregelen en de technologie om misdaad en terrorisme te bestrijden. Zij negeren een van de voornaamste prioriteiten van het BRI of doen het af als mooipraterij. Zodra China het project introduceerde sprak het immers over het streven naar ‘nieuwe banden tussen de mensen’. Xi Jinping noemt dat een ‘gemeenschap met een gezamenlijke toekomst’. Beijing ziet in de eigen regio en daarbuiten gemeenschappen die niet verlangen naar een nieuwe Koude Oorlog, maar naar vrede en ontwikkeling. China zal samen met zijn buurlanden die hoop echter wel moeten beschermen.
Geen ‘martiaal’ plan
‘The Belt and Road Initiative is not China’s Marshall Plan’ schrijft Gu Bin, assistant professor aan de Beijing Foreign Studies University, in een opiniestuk in de Financial Times. Gu voert op historische gronden aan dat China geen land is dat anderen zijn eigen systeem wil opdringen (in tegenstelling tot de VS). Het hooghartige isolationisme van de Chinese keizers is echter ook verleden tijd. China wil nu samen met andere landen in de wereld de economische groei weer op gang brengen. Het BRI is niet, zoals het Marshall Plan (Gu noemt het met een woordspeling een ‘martiaal’, krijgshaftig plan), gericht tegen een ander politiek stelsel. De ontwerpers van het BRI hebben vijf prioriteiten gesteld voor de deelnemende landen. Dat zijn: coördinatie van beleid, verbetering van verbindingswegen, vrije handel, financiële integratie en verbondenheid van volkeren. Beveiliging of een defensieve dimensie zijn daar niet bij, want ze hebben hooguit een ondersteunende functie.
De rol van de partij
De denktank Merics merkt op dat de Communistische Partij van China het BRI heeft opgenomen in zijn statuten. Het Koude Oorlogsdenken dicteert wantrouwen daarover. Vanuit een positieve visie kun je de ondersteuning door de CPC opvatten als een bevestiging van de nobele verwachtingen die Gu Bin de lezers van de Financial Times (FT) voorspiegelt. De CPC heeft immers op geopolitiek gebied vredesbeleid hoog in het vaandel.
Sociaal
In een aantal sectoren zijn ook Europese vakbondsverantwoordelijken sceptisch. Zij vragen hoeveel banen het BRI echt zal opleveren. Zij vrezen dat het BRI eerder ondernemingen zal weglokken uit Europa en de kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden zal drukken. Passen de Chinese bedrijven in het Westen immers niet dezelfde methodes toe als de westerse ondernemers? Volgens de initiatiefnemers echter zal het BRI de deelnemende landen en dus ook de werknemers die er wonen veel opleveren. De nieuwe Zijderoutes zorgen vooral voor welvaart, banen, een uitweg uit de economische crisis, duurzame en gediversifieerde ontwikkeling van handel en industrie.
Resultaten scheppen verwachtingen
Een econoom van de ING Groep NV lijkt dat te beamen. Het BRI kan de wereldhandel met 12% laten toenemen door de kosten voor transport en handelsbevordering te halveren. Xinhua meldt: in tientallen ontwikkelingszones langs de routes zijn meer dan 200.000 banen gecreëerd. Het leader writing team van de Financial Times geeft het op 30 juli toe: ‘veel Belt and Road projecten zijn al een succes’. En waarom? in Kenia halveert een Chinese spoorweg de reistijd van de goederentreinen, in Tadzjikistan draait een katoenfabriek gebouwd met Chinees geld op volle toeren. ‘China heeft de financiële slagkracht en montagecapaciteit om derdewereldlanden te helpen hun infrastructuur op te bouwen’. Gunstige ontwikkelingen in Azië en Afrika hebben niet alleen een positieve invloed op Europese landen, maar kunnen daar ook worden herhaald. Het rijtje van successen in het FT-artikel begint als volgt: ‘in de Griekse haven Piraeus is de doorvoer van containers steil omhoog gegaan’. Griekenland en China hebben dan ook onlangs een memorandum van overeenstemming (MOU) ondertekend om de samenwerking aan de BRI verder te ontwikkelen.
Financiële ondersteuning
Intussen heeft China partners kunnen overtuigen dat het BRI een langetermijnproject is en dat het voor een groot aantal landen bedoeld is. De European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) bijvoorbeeld. Die bank maakt zich sterk voor ‘een democratische politiek en een groene economie in 36 landen in Centraal, Oost en Zuid Europa en Centraal-Azië’. De EBRD presenteert het BRI project op een voordelige wijze. De EBRD zelf investeert in het plan en heeft daarom China als lid uitgenodigd. Daarnaast financieren nog andere multilaterale ontwikkelingsbanken het BRI: de AIIB (Asia Infrastructure Investment Bank), NDB (New Development Bank). Hoewel een bilateraal investeringsverdrag nog veraf lijkt (zie boven) is er begin dit jaar wel een China-EU Co-Investment Fund opgericht. De partners in dat fonds zijn het European Investment Fund en het (Chinese) Silk Road Fund. Die samenwerking zal leiden tot een synergie tussen het Belt and Road Initiative en het zogenaamde ‘Juncker Plan’ (dat is de strategie van de EU om te zorgen voor miljarden euro’s aan investeringen in heel Europa).
Eisen aan het BRI
Het is natuurlijk niet al rozengeur en maneschijn langs de nieuwe Zijderoutes. De topredacteurs van de Financial Times hebben bij een Amerikaanse studiedienst gevonden dat een aantal projecten van het BRI die samen 32% van de investeringen vertegenwoordigen, kampt met problemen. Het BRI moet volgens de Britse beurskrant ‘ook westerse instellingen leningen laten verstrekken, openbare aanbestedingsprocedures organiseren voor bedrijven uit verschillende landen. Er is transparantie nodig over de risico’s voor milieu en maatschappij’. De betrokkenen bij het Belt and Road Initiative beseffen dat natuurlijk ook en werken eraan. Westerse en andere landen zijn nadrukkelijk door China uitgenodigd om mee de AIIB te beheren. Dat heeft resultaat, ondanks de bezwaren van de VS. Het partnerschap met de EBRD, door het werk van Li Keqiang tot stand gebracht, zal zorgen voor toezicht op politiek en milieu.
‘It takes two to tango’
En het moet van twee kanten komen. Europese instellingen, internationale vakbondsorganisaties, politieke partijen kunnen kritieken leveren en voorstellen doen. Vaak genoeg bewijst China dat, wanneer er sprake is van een opbouwende inbreng en niet van inmenging, het voor commentaren en suggesties open staat. De Financial Times neemt de belofte die China met het BRI doet wel degelijk serieus, zij het onder kritisch voorbehoud. ‘Officieel is het een open en inclusief model van ontwikkeling waar alle landen die eraan meedoen baat bij hebben’. Als de EU zich bezint op haar respons is het alleszins de moeite waard om de mogelijkheid in te calculeren dat die Chinese formele voornemens oprecht bedoeld zijn.
Bronnen: Financial Times, merics.org, Project Syndicate, ebrd.com, Bloomberg.com, Xinhua, China Daily, bilaterals.org
ChinaSquare organiseert, samen met NEOMA Confucius Institute for Business een debat in het kader van Manifiesta, festival van de solidariteit. Op zondag 9 september wisselen academici, vakbondsmensen en activisten van gedachten over de nieuwe Zijderoutes. Keynote speaker: Prof. Yang Yao. Panelleden:
Jo Cottenier, Axel Goethals, Prof. Haiyan Zhang, Ferre Wyckmans. Moderator: Mao Xi