Het Tibetaans kanton Tsonyi is het hoogste kanton in China want het bevindt zich op meer dan 5000 meter hoogte. Afgelopen week werd een tweede reeks bewoners uit het onleefbare kanton verhuisd naar Singpori nabij Lhasa en tegen eind augustus zullen alle bewoners van het kanton verhuisd zijn. Het is zowel de bedoeling om de bewoners een betere leefomgeving te bieden als om het Changtang natuurreservaat te ontlasten.
Het Tibetaans kanton Tsonyi is 120.000 km² groot en bevindt zich 800 km ten noordwesten van de regionale hoofdstad Lhasa. Het gebied maakt deel uit van het Changtang Nationaal Natuurreservaat, het grootste en hoogste natuurreservaat in China. Vanwege de hoge ligging en de barre omgeving is het gebied niet echt geschikt voor menselijke bewoning. De zuurstof in de lucht bedraagt slechts 40 procent van die op de vlakte. De winter duurt 10 maanden per jaar met de laagste temperaturen tot min 40 graden Celsius. Veel inwoners ontwikkelden van jongs af aan hart- en longziekten en artritis.
De overheid besloot in 2019 de inwoners te verhuizen. Het initiatief wil zowel de bewoners een betere leefomgeving bieden als het reservaat beschermen. De bewoners van 3 gemeenten (townships) verhuisden al in 2019 naar Singpori dat zich bevindt op de noordoever van de Yarlung Zangbo rivier in de stad Shannan op een hoogte van 3.600 meters. De luchthaven van Lhasa bevindt zich op 10km.
Afgelopen week startte de verplaatsing van de tweede reeks bewoners. Vier andere gemeenten zullen hun verhuis tegen begin augustus doen zodat de 7 gemeenten van het kanton dan helemaal verplaatst zullen zijn. Dinsdag verlieten 300 bewoners hun gemeente Doima om ook naar Singpori te verhuizen 1000 km zuidwaarts.
Voor de 70 jarige Garma was het geen gemakkelijke beslissing. Ze is in de buurt geboren en opgegroeid maar heeft ook artritis. Garma bedenkt dat ze makkelijker de kloosters in Lhasa en Shannan zal kunnen bezoeken om er frequenter Boeddha te aanbidden. Ze gelooft ze dat de relocatie goed is. De verhuizing zal het voor haar niet enkel gemakkelijker maken om naar het ziekenhuis te gaan, maar eveneens om haar kinderen te helpen voorkomen dat ze ook plateauziektes krijgen. Als compensatie voor hun opoffering ontvangen Garma’s vijf familieleden, waaronder haar 2-jarige achterkleinzoon, 7.500 yuan per persoon per jaar als subsidie. In Singpori heeft Garma’s familie een huis met twee verdiepingen en een klein appartement toegewezen gekregen, uitgerust met toiletten en gasfornuizen. De gemeenschap heeft ook een nieuw gebouwd ziekenhuis, een kleuterschool, een school, een markt en een recreatiecentrum.
Het bestuur heeft voor de komende jaren een overgangsperiode ingesteld zodat sommige jongelui om beurt de kudde kunnen hoeden in hun Tsonyi kanton en dit via een coöperatie die in elk dorp is gevestigd. De verhuisde bewoners kunnen aandelen van de coöperaties houden met hun weiden en vee als investering en dividenden verdienen. Als de overgangsperiode afloopt, komen ook jongeren naar hun nieuwe huis en geven ze het uitgestrekte land terug aan de natuur. ‘Als mijn kinderen terug gaan om te hoeden, ga ik misschien ook met ze mee om de hoeve en de schapen te bekijken, zegt Garma. Haar 22 jarige kleindochter Sichod Tsomo heeft omdat ze niet lang naar school ging, moeite met het intoetsen van de Tibetaanse karakters op haar smartphone. Haar zoon heeft meer geluk want hij kan gratis naar de peutertuin in Singpori. Sichod Tsomo is net zoals haar man die werk vond na een beroepsopleiding van plan om ook een dergelijke opleiding te volgen.
Volgens Tsonyi partijsecretaris Yang Wensheng hebben sommige van de verhuisde bewoners na een beroepsopleiding een baan gevonden als kok en machinebediener, terwijl anderen zijn gaan werken in steden als Lhasa en Shannan. Door de verhuizing steeg het beschikbare inkomen per hoofd van de bevolking van het gebied tot bijna 13.600 yuan in 2021 of bijna 30 procent meer dan in 2019, toen het gebied uit de armoede werd gehaald..
Beschermde natuurgebieden beslaan bijna 40 procent van de Tibetaanse oppervlakte. De zeldzame populatie wilde dieren is gegroeid, waarbij de Tibetaanse antilopenpopulatie is toegenomen tot meer dan 300.000, wilde jak meer dan 20.000 en zwarthalskraanvogels meer dan 10.000, volgens het regionaal departement ecologie en milieu. Vanwege de toenemende populaties wilde dieren in het Changtang nationaal natuurreservaat, is het probleem dat mensen en wilde dieren strijden om de leefruimte prominenter geworden. ‘Ons vee wordt vaak aangevallen door beren, wolven en zelfs sneeuwluipaarden’ zei Garma. Volgens de lokale compensatienorm krijgen herders een vergoeding van 500 yuan voor een schaap dat wordt gedood door wilde dieren en 5.000 yuan voor een jak.
Bron: Peoples Daily