Boek over hoe Chengdu kloof stad-platteland dicht

“Coordinating Urban and Rural Development” is een boek uitgegeven bij Edward Elgar over hoe de westelijke miljoenenstad Chengdu de afgelopen tien jaar op diverse vlakken de tegenstelling tussen stad en platteland heeft opgeheven. Het boek combineert op een levendige wijze de theorie en strategie ter zake met vele praktische voorbeelden.
chengduboekHet boek van 400 pagina’s is een werk onder leiding van prof. Ye Yumin die ook decaan is bij het Departement Stadsplanning aan de Renmin Universiteit. Ze werd hierbij bijgestaan door vorsers van haar universiteit en ook door de Amerikaanse prof emeritus Stedelijke Planning aan de Universiteit van San Francisco, Richard LeGates. Chengdu heeft 14 miljoen inwoners waarvan meer dan 9 miljoen in de stad leven en bijna 5 miljoen in de landelijke gebieden. De oppervlakte is net iets kleiner dan Vlaanderen, Het bestaat uit 19 administratieve gebieden: 9 stadsdistricten, vier satellietsteden op kantonniveau en zes landelijke arrondissementen. Alles bijeen tellen die administratieve eenheden 257 gemeenten en 2745 dorpen.
Sinds 2003 is Chengdu bezig met proefprojecten om de stedelijke ontwikkeling beter af te stemmen op de ontwikkeling in de landelijke gebieden: uit deze proefprojecten groeide een politiek document in 2004 en in 2006 werd dit programma volledig geconcretiseerd in het beleid van ‘drie verdichtingen en zes integraties’ waarover we eerder schreven. Chengdu’s inspanningen werden in 2007 officieel gehonoreerd door de erkenning van de regering als nationaal pilootproject naast Chongqing. Een eerste fase tussen 2003 en 2006 was bedoeld om de gescheiden planning af te breken door rurale industrialisering, armoedebestrijding en milieuopbouw. Tijdens de tweede fase in 2007 en 2008 lag de klemtoon op de zes integraties: qua planning, industrie, markten, infrastructuur, openbare diensten en bestuur. In de laatste fase die nog loopt worden in de landelijke gebieden 4 grote infrastructurele werken uitgevoerd opdat Chengdu een moderne globale tuinstad zou worden.
Het boek onderzoekt deze evolutie op diverse vlakken en hoofdstuk vier handelt over de hervorming van bestuur en administratie. Daarbij werd vooreerst de beuk gezet in de meer dan 100 ‘rode stempels’ die een investeerder moest vergaren vooraleer hij een zaak kon opstarten. Het aantal onderwerpen waar administratieve goedkeuring voor nodig  was, werd met 90 % verminderd. Op alle vlakken werden honderden openbare dienstencentra opgericht met duizenden antennes tot in de dorpen. Er kwamen ook kantoren op de vier niveaus van stad, district, subdistrict tot gemeente om voor banen te bemiddelen. De dorpsraden werden rechtstreeks verkozen en ze zouden later een belangrijke rol gaan vervullen bij het officieel vastleggen van de tot dan toe informele grondrechten per gezin. Tenslotte werd de administratie zo hervormd dat er maar 1 instantie was die verantwoordelijk was voor bijvoorbeeld transport of water in alle gebieden.
Hoofdstuk 5 behandelt de stads- en rurale planning en ontwikkeling. Chengdu wil een alomvattende planning die zowel de drie niveaus (stad, district en subniveaus) integreert maar ook de verschillende domeinen als economische, sociale, infrastructurele en grondplanning coördineert. Het is de eerste stad die 150 planners heeft aangenomen voor de rurale gebieden. Voorheen hadden de 19 onderdelen van Chengdu een aparte planning en deze werd tot een geheel geïntegreerd zodat kan gesproken worden van regionale planning. De wildgroei in aantal nijverheidszones werd eveneens sterk herleid. Veel energie en financiën ging naar de uitbouw van 2000 nieuwe rurale gezondheidscentra opdat de landelijke bewoners over dezelfde diensten zouden kunnen beschikken als de stedelingen.
Hoofdstuk 6 behandelt hoe deze diensten in de rurale gebieden opgetrokken werden tot op het stedelijk niveau: het gaat hoofdzakelijk over onderwijs, gezondheid en sociale zekerheid. Het aantal te zeer versnipperde scholen werd aangepast  met grotere klassen, waarbij voor 1,8 miljoen m2 werd nieuw gebouwd. Tussen 2003 en 2007 investeerde Chengdu 1,45 miljard in scholenbouw. Het aantal leraren per klas in de landelijke gebieden werd eveneens opgetrokken tot op het niveau in de stad en de lonen van de leraren werden verhoogd. Op het vlak van gezondheidszorg heeft Chengdu sinds 2003 223 gestandaardiseerde openbare gezondheidscentra gebouwd en 2396 dorps- en buurtklinieken voor een totale oppervlakte van 470.000 m2 en tegen een kost van 460 miljoen yuan. Ook de sociale zekerheid werd geïntegreerd zodat rurale bewoners hun polis gewoon kunnen overdragen als ze stedeling worden of omgekeerd. Zes  miljoen bewoners deden in 2011 mee aan de opbouw van hun pensioen en 98 % participeerde in de ziekteverzekering. Wanneer boeren onteigend worden, zit de sociale zekerheid met ziekteverzekering in ieder geval in het pakket van de schadeloosstelling. Dit wordt geïllustreerd met 2 casestudies in het arrondissement Pi.
Het zevende hoofdstuk gaat dieper in op de organisatie van de basisdemocratie. Centraal hierbij staan de verkiezingen van dorpsraden die een belangrijke rol speelden in de arbitrage bij de geschillen wanneer de informele grondrechten van de gezinnen vastgelegd werden op papier. Overigens trok Chengdu voor elk van de dorpen 200.000 yuan uit voor het uitbouwen van de openbare dienstverlening wat eind 2011 neerkwam op een uitgave van 2,2 miljard yuan.
Hoofdstuk 8 heeft het meer bepaald over economische zones en –groei. Chengdu heeft 2 ontwikkelingszones van nationaal niveau: de Chengdu High-Tech Development Zone en de Chengdu Economic and Technology Development zone. De stad specialiseert zich in zes sectoren en beschikt daartoe over 13 stedelijke functionele zones die in het boek verder gedetailleerd worden. Tegen 2010 waren hierin 249 megaprojecten verwezenlijkt en bedroeg het totaal aan (beloofde) investeringen 595 miljard yuan. De Longquanyi autozone wordt als casestudy behandeld, maar ook het arrondissement Pujiang dat moedwillig vasthield om zich uit te bouwen als landbouwzone. Pujiang heeft een paar honderd coöperaties opgezet die 90 % van de boeren helpen en ook dienstencentra voor thee, varkens, kiwi- en citrusnijverheid. Ecotoerisme is in opbouw.
Grond-Hukou

Pengzhou drie jaar na de aardbeving

Hoofdstuk 9 heeft het over de belangrijke herstructurering van de markten voor grond, arbeid en kapitaal. Chengdu heeft eerst een kadaster uitgebouwd, waarna transfereren van grond mogelijk werd. Vooral de bouwpercelen van de boeren werden gereorganiseerd en met de opbrengst de ontplooiing van de sociale diensten bekostigd. Last but not least heeft Chengdu gradueel de tweedeling van het hukou systeem opgeheven. Het vastleggen wie recht heeft op welke stukken grond heeft tot 2010 geduurd en daarbij waren meer dan 2  miljoen gezinnen betrokken. De collectieven in de dorpen kregen 33.000 certificaten voor collectieve grond; individuele boeren verwierven 1,7 miljoen bewijsstukken voor landbouwgrond, 1,6 miljoen certificaten voor gebruik van huisvestingsgrond, 1,6 miljoen voor huiseigendomsrechten en 650.000 getuigschriften voor het gebruiken van bosgrond. De hoeveelheid grond voor huisvesting bedroeg ongeveer 100 m2 per hoofd en de oude huizen waren nogal willekeurig verspreid over de dorpen. Chengdu heeft in het kader van de ‘3 verdichtingen’ gestimuleerd dat verschillende gezinnen samen meer geconcentreerde huizen opzetten en zo gronden vrijmaken die ze te gelde kunnen maken. Om dit tot een goed einde te brengen bestaat er een centrum waarin grondrechten verhandeld kunnen worden.
Eind 2009 had dit centrum 15.340 rechten voor grondgebruik getransfereerd voor een waarde van 415

Pengzhou 3 jaar na de aardbeving

Pengzhou 3 jaar na de aardbeving

miljoen yuan. Het geld dat gewonnen werd door het efficiënter grondgebruik van de bouwgrond, vloeit echter terug naar de rurale gemeenschap niet enkel door de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, maar ook voor gemeenschapsdiensten.
Tenslotte heeft Chengdu sinds 2003 gradueel het hukou systeem hervormd en later afgeschaft zodat er nu maar een soort bewonerschap is waarbij de boer naar de stad kan verhuizen of omgekeerd. Een migrant die een huis huurt in de stad, mag ook de echtgenote en kinderen naar de stad laten komen met toegang tot de stedelijke diensten. De migrant met werk en huis krijgt dus de bewonerskaart evenals het gezin. De 3 laatste hoofdstukken trekken de lessen uit het 10 jaar oude pilootproject zowel naar uitbreiding binnen China toe en ook daarbuiten. We vinden dit boek een must voor ieder die de praatjes wil ontkrachten dat China niets doet aan de sociale kloven die er wel bestaan. Het voorbeeld dat deze stad heeft ontwikkeld is een immense inspiratiebron voor andere lokale overheden.
Ye Yumin & Richard LeGates, Coordinating Urban and Rural Development in China: Learning from Chengdu, Edward Elgar, 2013, 410 pag

We nodigen de lezer uit deze video te bekijken die de door de aardbeving geteisterde gebieden van Chengdu laat zien 3 jaar na de aardbeving  (8 minuten)

1 comment for “Boek over hoe Chengdu kloof stad-platteland dicht

  1. Zeer interessante boek review. Zelf 2 jaar in Chengdu gewoond en de beschreven urban planning strategie strookt met hoe ik het zelf ervaren heb. Bijzonder spannend om in een zich zo snel groeiende stad te leven.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *