Boek vergelijkt AI in de VS en China

Kai Fu Lee beschrijft in zijn boek ‘AI Superpowers: China, Silicon Valley and the New World Order’  hoe China langzaam qua artificiële intelligentie (AI) de VS kan overstijgen en dit wegens zijn demografie en ook omdat het beschikt over een grote hoeveelheid aan gegevens. Eén citaat: als data de nieuwe olie vormen, dan is China Saoedi Arabië.

Kai Fu Lee is een expert in artificiële intelligentie die sinds 2009 de durfkapitaal firma Sinovation Ventures  leidt. Voordien stichtte hij Microsoft Research Asia en leidde Google in China tot hij in 2009 Sinovation Ventures oprichtte. Het boek vangt aan met een beschrijving van ‘deep learning’ waaruit blijkt dat over hoe meer gegevens kan beschikt worden, hoe krachtiger de algoritmes worden. Opdat AI die Lee de elektriciteit van de 21-ste eeuw noemt, zich goed zou ontwikkelen zijn vier zaken nodig: voldoende data, ‘hongerige’ ondernemers, AI-wetenschappers en een AI-vriendelijke politieke omgeving. Sinds 2013 is de Chinese internetwereld geen blinde volgeling meer van de Amerikaanse politiek en gaat een eigen weg bewandelen. Lee ziet hetzelfde gebeuren op AI-vlak waar het meeste theoretisch werk achter de rug is en het nu aankomt op de praktische toepassingen.

Lee vindt niet enkel dat de Chinese tegenhangers van Silicon Valley harder werken dan hun VS-collega’s. Bovendien kunnen ze nu beschikken over een overvloed aan gegevens die de diverse O2O-initiatieven opleveren. Deze oceanen aan gegevens over het gebruiksgedrag zijn voor AI van groot belang. Bovendien staat de Chinese overheid achter de ontwikkeling van AI. In het volgende hoofdstuk beschrijft de auteur de verschillende Chinese initiatieven uit de zgn. ‘kopieerperiode’ en legt hij ook uit waarom de meeste Amerikaanse grote internetbedrijven in China falen. Meer concreet vergelijkt hij aan de hand van Wang Xing die de groepskoopsite Meituan oprichtte, hoe die vele concurrenten moest verslaan vooraleer het dominant werd en zich verder uitbreidde met andere diensten. Zelf leidde hij Google in China tot hij in 2009 Sinovation Ventures in 2010 steun kreeg vanuit de stad Beijing die Zhongguancun wilde omvormen tot een nieuw Silicon Valey. Daartoe werd de creativiteitstraat  Chuangye Dajie (foto onder) gepland.

De starters moesten door de steun niet langer naar de pijpen dansen van buitenlands durfkapitaal. Omdat het initiatief in Beijing een succes werd, kreeg het navolging in verschillende andere Chinese steden. Het westen haalde de neus op voor dit overheidsinitiatief dat echter de sector dynamiseerde. Ondertussen zit China op de grootste berg verbruikigantensgegevens en wordt de kloof met de VS almaar groter. Deze kwantiteit kan echter tot kwalitatieve algoritmes leiden en is dus een potentieel kostbaar goed.

In 2014 lanceerde eerste minister Li Keqiang de slagzin van “massa-ondernemerschap en massa-innovatie’ met begeleidende steun ter stimulering van de golf aan innovatiezones die door de lokale besturen raasde. Deze deed 6600 starters ontstaan of een verviervoudiging in vergelijking met voor de steunmaatregelen. De lokale overheidssteun verviervoudigde van 7 miljard $ in 2013 tot 27 miljard $ in 2015. Ook het privé durfkapitaal verviervoudigde tot 12 miljard in 2014 en verdubbelde in 2015 nogmaals tot 26 miljard $. Aan de hand van de enorme uitbreiding van het mobiel internet in China toont de auteur aan dat bijvoorbeeld WeChat verder gaat dan VS-apps. De auteur vindt dat de internetgiganten in de VS vaak vasthouden aan één functie terwijl de Chinese internetreuzen actief zijn op diverse vlakken. Eind 2017 betaalden 65% van de Chinese smartphonegebruikers via hun mobieltje. De O2O gegevens kunnen verder worden aangewend door big data. Op twee jaar tijd explodeerden de deelfietsen. Kortom de wegen van China en de VS liepen uiteen en dit is het onderwerp van een volgend hoofdstuk.

Kai Fu Lee behandelt er de machtsbalans tussen AI-expertise en overheidssteun die volgens hem bevorderlijk is voor de ontwikkeling van baanbrekende technologie. Hij gelooft dat de economische sterkte van AI niet komt van onderzoek door een handvol elite onderzoekers, maar wel door een leger goed opgeleide ingenieurs die samenwerken met ondernemers om de ontdekkingen om te zetten in baanbrekende bedrijven. Lee oordeelt dat China op twee decennia de AI-kloof met de States heeft gedicht. Sinovation Ventures vond dat tussen 2006 en 2015 in de top 100 AI-publicaties het aantal citaten van personen met Chinese namen praktisch verdubbelde van 22 tot 42%. In de 2017 COCO-wedstrijd beeldherkenning versloeg het Team van Face++ in drie van de vier categorieën de concurrenten zoals Google, Microsoft en Facebook. Van de zeven giganten in AI staat Google het verst. In China begon Baidu het eerst met AI, beschikt Tencent over het meeste gegevens en leidt Alibaba bij de ontwikkeling van stedelijke breinen. Silicon Valley blijft een duidelijk leider in de ontwikkeling van chips. Terwijl president Trump de toelagen van de National Science Foundation wilde inperken, publiceerde China een groot plan ter ondersteuning van AI. Dit plan inspireert dan verder steden als Nanjing dat zich wil specialiseren in Artificiële Intelligentie.

Hoofdstuk 5 behandelt de 4 golven van AI. De eerste golf was internet AI dat voornamelijk AI algoritmes gebruikt om onze persoonlijke voorkeur te kennen en nadien gepaste inhoud aan te bieden. De verhouding VS-China schat de auteur op 50-50 terwijl China evolueert naar 60-40. De tweede golf is zakelijk AI: verzekeringsmaatschappijen en banken die op basis van hun data een persoonlijk profiel aanmaken om een premie of krediet te verlenen ofwel ziekenhuizen die hun enorme gegevensberg aanboren om op het eerste zicht ongemerkte evoluties op te sporen. De VS heeft een voorsprong in de opslag van gestructureerde zakelijke gegevens. Hierin heeft de VS een 90-10 voorsprong die binnen een paar jaren afgezwakt kan zijn tot 70-30, schat Lee. Ten derde komt de “perceptie AI” de algoritmes erkennen figuren in een foto of stemmen in geluiden. Deze vorm van AI bevordert de integratie van de online en de offline kleinhandel, maar gaat verder. Ook onderwijs (niet enkel op afstand) kan door AI worden aangestuurd. Op deze derde vorm heeft China een voorsprong die groter wordt. De vierde golf is ‘autonome AI’ en dit gaat niet enkel over zelfsturende auto’s. Hierin liggen Amerikaanse firma’s drie jaar voorop op China. Lee schat dat de verhouding 90-10 nu binnen 5 jaar gelijk opgaand wordt.

In het zesde hoofdstuk dat meer bezinnend is, vergelijkt de auteur onder meer verschillende studies over het baanverlies die de ontwikkeling van AI kan veroorzaken in de VS. Na vele afwegingen besluit Lee te verwachten dat binnen 10 tot 20 jaar AI in de VS 40% tot de helft van de banen zou vervangen. Gezien er ook nieuwe banen bijkomen, schat hij het netto verlies tot 20 à 25% of zelfs lager. In China zou het banenverlies bij de arbeiders meer gradueel en versnipperd zijn dan de zware impact van algoritmes op de kantoorbedienden in de dienstensector. Uiteindelijk vermoedt hij een analoog nettoverlies in China in vergelijking met de VS. Europa komt in het gehele verhaal nauwelijks ter sprake. PWC raamt dat in 2030 de VS en China zullen instaan voor 70 % van de 15.700 miljard $ dat AI toevoegt aan de wereldwijde groei. Daarvan zou enkel China 7000 miljard $ voor zijn rekening nemen. Vanaf het zevende hoofdstuk beschrijft de auteur meer zijn persoonlijke ervaring over hoe hij geconfronteerd werd met kanker en omging met de ziekte. De auteur gaat echter veel meer in detail dan we het hier kunnen beschrijven en beschrijft en passant ook de evolutie van concrete bedrijven zoals Xiaomi, Meituan of de evolutie van innovatiecentrum Shenzhen. Echt wel een noodzakelijk boek om de dynamiek te begrijpen van een komende technologische- en vooral maatschappelijke omwenteling.

Lee, Kai-Fu. AI Superpowers: China, Silicon Valley, and the New World Order, Houghton Mifflin Harcourt. Kindle Edition.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *