Boekenselectie 2005-'07

Sylvain Plasschaert, China Inzicht in zijn doorbraak, Davidsfonds, Leuven 2007

 

Prof Plasschaert heeft na zijn eerste boek bij het Davidsfonds “Wie is er bang van China” nu een tweede boek uit dat een vervolg is op het eerste. Na de inleiding overlopen de eerste honderd bladzijden de geschiedenis van China. Vervolgens komt de economische metamorfose sinds 1980 aan bod met onder meer de liberalisering in de landbouw, de opkomst van de gemeentelijke –en dorpsondernemingen, de speciale economische zones, de toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie en nadien iets korter de politieke evolutie. Vervolgens komt het vrij origineel deel met een beoordeling van China’s positie in globalisering en delokalisatie. Reeds enkel dit gedeelte maakt het lezen van het boek waard. Dit is echter eveneens het geval met het deel over China’s toekomst waarin een kluwen van zware problemen wordt behandeld zoals de kloof tussen stad en platteland, het werkgelegenheidsbeleid, de opbouw van de sociale zekerheid, de wankele financiële sector, de prangende milieuproblemen… De auteur vindt het waarschijnlijk dat China blijft groeien aan dit ritme. Het boek eindigt met de verhouding van Europa tot China. Voornaamste verdienste van het werk is dat het in eenvoudige taal een ingewikkelde materie behandelt zonder veel cijfers. Niettegenstaande de genuanceerde aanpak blijft het toch een leesbaar boek. Vooralsnog het beste boek in het Nederlands dat inzicht brengt in het China van de 21-ste eeuw.

 

 

 

Gustaaf Geeraerts & Jonathan Holslag, Macht of Mythe Achter de schermen van het Chinese groeimirakel, VUBpress, Brussel, 2006

Ook academisch van opzet is het boek van de VUB-politologen Geeraerts en Holslag. Het gaat om een niet gelijk opgaand werk waarbij vooral de hoofdstukken over de buitenlandse politiek en dit over het Volksbevrijdingsleger waardevol zijn. Dit kan echter minder gezegd worden over het inleidend hoofdstukje noch over het hoofdstuk dat de interne uitdagingen behandelt. Het inleidende hoofdstuk wil op een vlotte manier een inleiding verstrekken in de voorbije evolutie van het huidige China, maar hier wordt de wetenschappelijke realiteit te zwaar geweld aan gedaan in de poging om bevattelijk te blijven. Het tweede hoofdstuk “Reus op lemen voeten” behandelt ook de binnenlandse schaduwzijden die prof. Plasschaert onderkent, maar in dit boek komt de reus blijkbaar ex machina, tenzij men de inleiding als analyse van de evolutie zou willen bestempelen. Het haastwerk van de eerste hoofdstukken komt eveneens tot uiting in een paar storende foutieve spellingen van bv. de vice-presidents naam Zeng Qinghong op pag 54. De overige hoofdstukken zijn anders wel genietbaar: de relatie van China met Europa, USA, Afrika… De auteurs vinden dat China veel weg heeft van een draak met een januskop die balanceert tussen de rol van slachtoffer-ontwikkelingsland en dat van “grootmacht” in wording. Het ware wellicht beter geweest nauwkeuriger te definiëren wat de kenmerken zijn van de “soft-power” die China nastreeft* en dit in tegenstelling met imperialistische macht waarvan al genoeg definities bestaan en dit begrippenkader toe te passen op de behandelde thema’s/continenten. Het is gewoon niet de bedoeling een nieuwe supermacht te zijn die staten onderwerpt, maar wel een land te zijn met invloed gebaseerd echter op wederzijdse samenwerking en -voordeel.

 

 

Jan Van Meenen, China voor Vlamingen, Lannoo, Tielt 2007

 

Bij Lannoo is een boekje “China voor Vlamingen” uit dat beter “De Chinese ziel” als titel had gekregen.

Het gaat om een reeks brieven van missionarissen die voor het ontstaan van de VRC in China actief waren en hun ervaringen briefsgewijs meedelen aan de thuiskring. De auteur maakt gebruik van de brieven om daarna de huidige situatie uit de doeken te doen. Na de brief van de pater die had vastgesteld dat de Chinezen naakt sliepen, volgt dan de huidige toestand rond erotiek, courtisanes, voorhuwelijkseks, geboortebeperking, homoseks, scheiding…Andere behandelde thema’s zijn godsdienst, minderheden, onderwijssysteem en intelligentie tot en met gezondheid en geneeskunde. De auteur beweert bijvoorbeeld dat bijziendheid veel frequenter voorkomt bij Aziaten en dat de belangrijkste oorzaak daarbij de belasting betreft van het oog door de ingewikkelde taal. Koreanen blijken echter bespaard te zijn geweest van deze bijziendheid door de invoering van het Hangul dat ook maar enkele tientallen letters en klinkers omvat, weet Van Meenen. Chinezen raken sneller dronken doordat zich in hun lever het enzym aldehyde dehydronase bevindt, wat de minderheidsgroepen minder hebben en dus een glaasje meer kunnen verzetten… De thema’s worden steeds vanuit de psyche benaderd en de lezer zal er vruchteloos zoeken naar de werking van de instellingen of naar een analyse van bijvoorbeeld de socialistische ideologie. Voor diegenen die speuren naar de zieleroerselen van de Chinees wellicht een niet te missen kluif.

 

 

James Kynge,  China zet de wereld op z’n kop, Lannoo, 2006

 

Bij dezelfde uitgeverij Lannoo is ook het in het Nederlands vertaalde boek van Financial Times-auteur James Kynge verschenen waarvoor deze de prijs van het beste businessboek gekregen heeft in het Angelsaksisch gebied en bij ons het beste managementsboek van de Tijd. De auteur was 12 jaar werkzaam voor zijn dagblad in Peking. Het boek vertrekt bij het demonteren in Duitsland door een tweederangs Chinese staalproducent van een gigantische ThyssenKrupp staalfabriek en de heropbouw langs de Yangtze in China. Een tweede verhaal beschrijft de invloed van de Chinezen in Prato- het Manchester van Italië waar de uitgeweken Chinezen steeds meer werk doorspelen aan hun achterban in Wenzhou ten nadele van Italië. Na de inzet van het China-thema te hebben weergegeven beschrijft Kynge ook de schaduwzijden van het economische wonder. Dus kansen en bedreigingen worden gelijk behandeld. Het boek situeert zich in de lijn van de boeken van Amerikaan Ted Fishman “China Inc” en het Duitse “Herausforderung China” door Wolfgang Hirn. Deze boeken bewijzen dat een journalistieke benadering van China geen synoniem hoeft te zijn voor zelfbevrediging van eigen vooroordelen zoals langs deze kant van de bol nog te vaak het geval is.

 

 

Joe Studwell, China Dream, Third Edition, London 2005

 

Joe Studwell en zijn collega A. Kroeber verzorgen om de 2 weken een column van “China Economic Quarterly” in de Financial Times. De auteur levert een goed onderbouwd verhaal hoe westerse politici en bedrijfsleiders na Dengs oproep in het Zuiden uit 1992 massaal naar China trokken en hun chequeboek openden om er te investeren. De auteur is een scepticus en volgens hem zullen de bedrijfsleiders die de gedroomde onuitputtelijke markt nastreven, bedrogen uitkomen. Interessant is bijvoorbeeld hoe hij aankijkt tegen het “socialistische” van Pekings regime. Hij bestempelt het als een soort paard van Troje dat theoretisch volgens de marktprincipes handelt, maar de auteur weet beter. Studwell geeft een aantal argumenten aan waaruit moet blijken dat de overheid nog bijvoorbeeld te veel de banken ondersteunt ter redding van hun solvabiliteit omdat deze te veel “politieke” leningen hebben aangegaan die niet op efficiency criteria steunden. Hij overdrijft echter want volgens hem omvat de privé-sector in China enkel de sector van de restaurants. Toch is het interessant een goed gedocumenteerd boek door de advocaat van de duivel te lezen. Zijn boodschap aan de China-investeerders is duidelijk: “Trap niet te gauw in de val van de snel geldgewin-illusie”.

 

 

Barry Naughton, The Chinese Economy, MIT Press, Massachusetts, 2007

 

Het boek waar uw recensent het meest aan gehad heeft, is dit leerboek van prof Naughton die vooral in de negentiger jaren bekend werd met het boek “Growing out of the plan”. Hij heeft quasi een naslagwerk gepubliceerd dat de Chinese economie in zijn meest diverse vormen analyseert: aardrijkskunde, geschiedenis, overgang naar de markt, tweedeling stad-platteland, onderwijs en werk, armoede-ongelijkheid, de landbouw, de stedelijke economie, relatie met buitenland, macro-economie, leefmilieu en duurzaamheid. Elk subthema wordt gevoed door een rijke bibliografie. Wellicht het beste westerse boek over de Chinese economie momenteel, zij het met aardig wat cijfers en grafieken. Aanbevolen als men niet afgeschrikt wordt van een droge professorale aanpak, maar wie dit boek assimileert mag zich al bijna een expert Chinese economie noemen.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *