Zaterdag werd in Jiuquan (NW Gansu) gestart met de bouw van een windstation dat uiteindelijk 10 GW moet generen. De bouw zal in twee fases verlopen. China heeft als tweede grootste energiegebruiker het voornemen om de 12 GW aan windenergie die nu opgewekt wordt, tegen 2020 op 100 GW te brengen. Daartoe plant het ‘Bestuur voor Energie‘ zes grote windbases in windrijke provincies als Binnen-Mongolië, Gansu, Xinjiang, Hebei en Jiangsu. Het megastation in Jiuquan wordt gebouwd in twee fasen. De eerste fase omvat een basis van 3,8 GW, opgewekt door door 18 ‘windboerderijen’ van 200 MW en 2 van 100 MW. Twintig ontwikkelaars werken hieraan mee. Langs Chinese zijde zijn er ‘Huaneng Power International‘ en ‘Datang International Power‘, maar er zijn ook zes buitenlandse firma’s waarvan de naam niet werd vernoemd. Met de tweede fase van veertig 200 MW-boerderijen wordt gestart in 2010. De capaciteit zal 5,16 GW bedragen in 2010, 12,7 GW in 2020 en 20 GW in 2020. Theoretisch is 40 GW mogelijk. Het probleem is de connecterende transmissielijnen die achterwege blijven. Sommige windboerderijen konden niet starten bij gebrek aan elektriciteitslijnen. Om dit probleem op te lossen heeft de provincie Gansu beloofd geavanceerde lijnen van 750 Kv te installeren. In zijn totaliteit zal deze ‘Drieklovendam in de lucht’ 120 miljard yuan kosten.
Lees ook: Meer wind- dan kernenergie in 2020
Bron: Reuters, China Daily