Er worden snel economische bruggen geslagen tussen Taiwan en het vasteland. Zij het niet altijd zonder tegenstand. Maar Beijing stelt nu ook twee echte bruggen of tunnels voor.
De South China Morning Post meldt dat het recent goedgekeurde nationale autowegenplan 2013-2030 twee snelwegen voorziet die het eiland Taiwan verbinden met het Chinese vasteland. Naast de technische en financiële moeilijkheden van een 180 km lange verbinding onder of boven zee is het project ook politiek erg delicaat. Het op het vasteland verslagen Guomindang kon zich in 1949 op Taiwan hergroeperen en blijvend vestigen doordat het eiland onbereikbaar was voor het Chinese Volksleger.
In het plan staat een snelweg Beijing-Taipei die via de hoofdstad van de provincie Fujian, Fuzhou zou lopen en zo verder naar Taipei op Taiwan. Een andere snelweg zou vanuit het binnenland komen, van Chengdu in Sichuan, en via de speciale economische zone Xiamen in Fujian over het door Taiwan gecontroleerde eilandje Kinmen (Quemoy) doorlopen naar Kaohsiung in Zuid-Taiwan. In het plan staan geen details over de verbinding; brug of tunnel? Al in 1996 heeft Beijing een eerste keer het idee van een landverbinding geopperd. Op het nauwste punt van de zee-engte zou men een tunnel van 122 km kunnen bouwen, (drie keer de lengte van de chunnel!); geschatte kost 500 miljard yuan. De activiteit van de ondergrond (vulkanisme, aardbevingen) vormt een bijkomende hindernis.
Tot voor kort was een dergelijke verbinding ondenkbaar, want tussen Taiwan en de Volksrepubliek waren geen directe contacten toegelaten. Dat is sinds de huidige president van Taiwan veranderd en er is een snelle economische en culturele toenadering. Toch blijft een directe verbinding politiek zeer delicaat voor de Taiwanezen, waarvan een minderheid voor onafhankelijkheid kiest en een meerderheid voor een zo lang mogelijk statu quo – noch onafhankelijkheid, noch hereniging. De kans dat het plan van Beijing snel een luisterend oor vindt in Taiwan is miniem.
Toch werd deze zomer een nieuwe symbolische stap gezet: Het door Taiwan gecontroleerde eiland Kinmen (Quemoy), dat dicht bij de kust van Fujian ligt, gaat drinkwater krijgen via het net van de Volksrepubliek. De onderhandelingen duurden liefst tien jaar. Daarbij werd ook gesproken over een brug tussen Fujian en Kinmen.
Intussen wordt ook druk verder gebouwd aan economische bruggen. In juni is een belangrijk akkoord over de Dienstensector afgesloten. Het akkoord sluit aan bij het Kaderakkoord voor Economische Samenwerking van 2010. Tegen de goedkeuring van het nieuwe akkoord in het parlement van Taiwan is heel wat weerstand. De oppositie, gesteund door buitenparlementaire groepen, heeft alvast bekomen dat het akkoord lijn per lijn besproken wordt in plaats van in blok goedgekeurd.
Onder het nieuwe akkoord worden 80 dienstensectoren op het vasteland opengesteld voor Taiwanezen, terwijl 64 Taiwanese dienstensectoren open gaan voor vastelanders. Uit onderzoek zou blijken dat de impact van het akkoord op de groei van Taiwan miniem is en er nauwelijks nieuwe banen door komen (11.000 over een periode van 10 jaar).De oppositie, gesteund door sommige vakbonden en ngo’s beweert dat het akkoord schadelijk zal zijn voor de werkomstandigheden op Taiwan en voor de kleine middenstanders. Ook zou het akkoord ondoorzichtig zijn en gunstiger voor de Volksrepubliek dan voor Taiwan. Een voorbeeld is de toegang voor Taiwanese e-commerce bedrijven: Om op het vasteland te kunnen werken gaan die joint-ventures moeten afsluiten en aanvaarden dat in sommige gevallen inhoud van hun site gecensureerd wordt. Een andere vrees is dat bedrijven van het vasteland het toerisme van vastelanders op Taiwan volledig gaan in handen krijgen, zodat de winsten vertrekken en alleen de milieukost overblijft. De vereniging van kappers en schoonheidsspecialisten vreest dan weer dat vastelanders de banen in de sector gaan kapen. In de gedrukte media zou de toegang onevenwichtig zijn, waardoor Beijing meer invloed op de publieke opinie van Taiwan zou kunnen gaan uitoefenen dan omgekeerd. Het verzet is echter vooral een uiting van de onderliggende schrik voor economische banden met het vasteland, die op termijn Taiwan meer aan de Volksrepubliek gaan binden. Volgens een recente enquête steunt 34% van de bevolking het nieuwe akkoord, terwijl in 2010 er nog 47% steun was voor het kaderakkoord.
Handel met de Volksrepubliek (inclusief Hongkong) maakt al een derde uit van de volledige Taiwanese economie. Mede daardoor kon Taiwan de gevolgen van de wereldwijde recessie afzwakken.
Voor Beijing is de uiteindelijke hereniging van de afgescheurde provincie Taiwan met de Volksrepubliek een fundamenteel onderdeel van de nationale eenheid en soevereiniteit. De Volksrepubliek ziet dit wel als een doel op langere termijn en is tevreden met een langzame evolutie in de richting van meer uitwisseling en onderlinge afhankelijkheid die stilaan het nodige politieke vertrouwen moet opbouwen. Men denkt ook aan een hereniging met een apart statuut voor Taiwan, met nog meer lokale bevoegdheden dan Hongkong. Zolang er op Taiwan geen meerderheid zou komen die probeert de onafhankelijkheid uit te roepen, staat een militaire herenigingactie niet op de agenda.
Bronnen: South China Morning Post, IPS