Op 4 februari heeft het Britse OFCOM, de zendmachtiging voor het VK van het Chinese CGTN afgenomen. Niet positief voor het open debat dat nodig is voor een mondiale samenwerking.
OFCOM is een officiële Britse instelling, CGTN een officiële Chinese zender.
Scherm op zwart
OFCOM bewaakt de regelgeving en mededinging voor de omroep-, telecommunicatie- en postsector van het Verenigd Koninkrijk. De rechtvaardiging van OFCOM om CGTN uit de ether te halen, is dat ‘een houder van een uitzendvergunning in Groot-Brittannië niet mag worden gecontroleerd door politieke instanties’. Meteen werd het station van CGTN in Londen, een van zijn drie grote vestigingen naast die in Washington en Nairobi, ook echt uit de ether gehaald. CGTN heeft in Groot-Brittannië 100 journalisten en medewerkers.
Prestaties en missie van CGTN
CGTN is trots op zijn mondiale reputatie als professioneel mediabedrijf. Het streeft naar eigen zeggen ‘objectiviteit, rationaliteit en evenwicht’ na. Volgens zijn mission statement wil het ‘een positieve impact hebben op zijn internationale publiek, inclusief kijkers in het VK, om China en de wereld beter te helpen begrijpen op een gediversifieerde manier en vanuit meerdere perspectieven’. De internationale prijzen die het won wijzen op enige erkenning daarvan. CGTN zendt al 18 jaar uit in het VK. Belangrijke Britse en internationale politici en publieke figuren hebben aan de Chinese zender interviews toegestaan, van Blair tot Johnson. Enkele voorbeelden: op 31 oktober 2020, stond Caroline Wilson, de nieuwe ambassadeur van het VK in China, een interview toe aan de zender. Op 11 januari had CGTN een exclusief interview met de bekende Nederlandse viroloog Marion Koopmans, die deel uitmaakt van het WHO-team dat de oorsprong van het coronavirus in Wuhan onderzoekt. Vanzelfsprekend ziet CGTN er nauwgezet op toe dat alle medewerkers zich altijd aan de Britse wetten houden. Toch gooit OFCOM de Chinese zender nu buiten, niet om juridische, maar om politieke redenen: de zeggenschap van de Chinese regering en de communistische partij over het werk van het medium.
De ene staatszender is de andere niet
Waarnemers wijzen erop dat er genoeg media zijn in de wereld, en ook in het Westen, die onder overheidstoezicht staan. In Groot Brittannië zelf is de BBC het duidelijkste voorbeeld van een staatszender, betaald met het geld van de Britse belastingbetaler en onderworpen aan de controle van de geheime dienst. (Zie The Vetting files van voormalig BBC journalist Paul Reynolds). In het Verenigd Koninkrijk bestaat er ook een Defense and Security Media Advisory Committe een raad van wijzen die af en toe officiële verzoeken (DSMA-notices) aan nieuwsredacteuren richt om geen items over gespecificeerde onderwerpen te publiceren of uit te zenden vanwege de nationale veiligheid. CGTN wijst er in zijn reactie op dat zijn eigen status als staatstelevisie-omroeporganisatie ‘vergelijkbaar is met die van de BBC, France Television Group, NHK (Japan) KBS (Korea) en anderen.’
Toegestane en verboden partijdigheid
Elke dag kan het publiek constateren dat media consequent opkomen voor een specifieke politieke visie. De politieke voorkeur van westerse media is duidelijk zichtbaar, zeker als het over China gaat. Ze selecteren het nieuws en de stemmen die aan het woord komen over China zo dat er een samenhangende en onophoudelijke politiek gekleurde campagne tegen het binnenlandse en buitenlandse beleid van dat land ontstaat. De door OFCOM gereguleerde Britse media en alweer de Britse tegenhanger van CGTN, de BBC, vormen daarop geen uitzondering. Slechts één recent voorbeeld wat de BBC betreft is het artikel met de nauwelijks onderbouwde beschuldigingen over verkrachtingen in Xinjiang. In het Westen worden getuigenissen, statistieken en berichten die de Chinese politiek en vooral de Communistische Partij en Xi Jinping in een negatief daglicht stellen als waar en overtuigend voorgesteld. Verhalen, cijfers, analyses met positieve standpunten over de Chinese politiek worden weggezet als nepnieuws, propaganda of ze worden op zijn best sterk gerelativeerd.
Vitale informatie vanuit China
Bovendien beperkt OFCOM met zijn maatregel de mogelijkheden van het Britse publiek om informatie op te doen over de aanpak van de COVID-19 pandemie. De Britse publiciste Fiona Edwards noemt ‘ het kunnen leren van het succes van China bij het verslaan van de pandemie, bijvoorbeeld, letterlijk een kwestie van leven en dood’. Zij wijst op de meer dan 100.000 mensen die in Groot-Brittannië om het leven zijn gekomen en contrasteert dat met de prestatie van China. ‘Door agressieve lockdowns en een alomvattende nul-Covid-strategie, is het aantal doden onder de 5.000 gehouden’ Edwards wijst erop dat meerderheid van de Britse en ander grote westerse media, ‘ervoor gekozen heeft om de reactie van China op de pandemie te demoniseren en aan te vallen, en er niet in slaagt om nauwkeurig de uiterst belangrijke lessen door te geven over hoe China erin slaagde de ziekte effectief uit te roeien’.
Meer dan een kwestie van meningsuiting
Het monddood maken van CGTN is zeker een vorm van westerse hypocrisie rond vrije meningsuiting en vrij debat, en het zoveelste geval van het meten met twee maten en twee gewichten. Het verband leggen met de informatieverstrekking over COVID-19 is echter ook zinvol en nodig. De strijd tegen de pandemie is een van de wereldproblemen die via een wereldwijde samenwerking moeten worden aangepakt. Dat is een essentiële reden om het gevaar voor een koude oorlog te willen afwenden. CGTN zijn zendvergunning afpakken is daarentegen juist een stap in de richting van de koude oorlog. Conservatieve en anticommunistische politici zoals Julian Knight, voorzitter van de parlementaire commissie media van het VK, hebben al snel hun voldoening erover uitgesproken. Zo is een medium volgens hen ‘verbonden met de Communistische partij van China’ terecht de mond gesnoerd. Eerder al had de regering Trump CGTN en Xinhua gedwongen om zich te laten registreren als een ‘foreign agent’, een buitenlandse instelling, waardoor het mogelijk werd beperkingen op te leggen aan de journalistiek van al zijn werknemers (ook de Amerikaanse staatsburgers).
(Koude) oorlogsgevaar
Vanwege die context heeft de internationale No Cold War-campagne een verklaring uitgegeven over de intrekking van de Britse omroepvergunning van CGTN. Daarin staat: ‘de ingreep van OFCOM is op zich gevaarlijk. De wereld wordt geconfronteerd met de dreiging van een nieuwe Koude Oorlog. Zo’n Koude Oorlog staat de wereldwijde samenwerking in de weg. Die is dringend nodig om de gemeenschappelijke problemen aan te pakken waarmee de mensheid wordt geconfronteerd: de pandemie, klimaatverandering, armoede en vrede. Op zo’n moment is het cruciaal om begrip tussen mensen op te bouwen en om de posities van de belangrijkste spelers in de mondiale situatie nauwkeurig te begrijpen. De weigering om het Chinese CGTN het woord te geven gaat tegen al deze doelstellingen in’. De No Cold War-campagne vindt daarom dat de Britse autoriteiten onmiddellijk dit besluit om de uitzendvergunning van CGTN in te trekken, ongedaan moeten maken.
Bronnen: Guardian, Morning Star, CGTN, Nocoldwar.org, inkstonenews.com, BBC
Go to Europe !