Niet Beijing, Shanghai of Shenzhen hebben de meest performante economie in China, maar Chengdu. Dat is de mening van de VS-denktank Milken Institute die sinds 2015 262 Chinese steden vergelijkt aan de hand van negen groei indicatoren en zo een top 10 rangschikking opmaakt zowel van de grote als van de kleinere steden.
Het Milken Institute maakt een onderscheid tussen eerste en tweederangs steden enerzijds en 228 kleine en middelgrote steden anderzijds. Bij de eerste behoren de municipaliteiten die rechtstreeks afhangen van de regering en de tweederangs steden zijn meestal provinciehoofdsteden plus Dalian, Ningbo, Qingdao, Shenzhen en Xiamen.
De steden Beijing en Shenzhen moeten voor het derde keer de westelijke stad Chengdu laten voorgaan als stad met de best presterende economie zo wijst het rapport van het Milken Institute uit. Deze denktank vergeleek 262 Chinese steden op 9 verschillende groei-indicatoren zoals banen, lonen, brp/hoofd en de groei van buitenlandse investeringen. Shenzhen dat vorig jaar vooraan stond bij de steden van eerste en tweede rang, viel terug naar de tweede plaats gevolgd door Beijing. Chengdu plukt daarmee de vruchten van de strategie ter ontwikkeling van de westelijke regio die 20 jaar geleden werd gestart. Vooral door zijn goed uitgebouwde nijverheidsbasis en brede ontwikkeling van nieuwe hightech wegen. Volgens onderzoeksdirecteur Perry Wong bij het Milken Institute speelt de toevloed van talent en hulpmiddelen een belangrijke rol. Deze jonge en getalenteerde personen verlenen de stad passie en energie. Zij scheppen het lot van de stad en zijn belangrijker dan het geld op zich.
Shenzhen dat vorig jaar één stond staat op de tweede plaats. Shenzhen is nog altijd de stad met de hoogste concentratie van nijverheden met hoge toegevoegde waarde. Beijing dat vorig jaar niet in de lijst voorkwam, haalt de derde plaats wegens een sterke toevloed van buitenlandse investeringen. Lanzhou komt op de vierde plaats door het uitspelen van het Belt & Road Initiative en de ontwikkeling van infrastructuur. Zhengzhou (Henan) daalde één plaats tot nummer vijf en is nog altijd een productiecentrum voor internationale markten. Xian dat op zes staat, schoof drie plaatsen vooruit terwijl Guiyang in Guizhou twee stappen achteruit zette. Daarna volgen Changchun (Jilin), Wuhan (Hubei) en Xiamen op de top 10.
Kleinere
Dongguan in Guangdong staat voor het tweede jaar op rij nummer één bij de kleinere steden. De stad heeft zich omgevormd tot een leidend productiecentrum van robots en ook van AI-ontwikkeling. Een andere stad uit Guangdong Zhuhai bekleedt de derde plats. Op twee staat Nantong dat profiteert van zijn ligging als haven niet ver van Shanghai en technologie centrum Suzhou. Taizhou ook in Jiangsu landt op vier, maar staat sinds 2015 in de top 10.
Nieuw in deze top 10 zijn Dazhou (Sichuan,) en Yingtan (Jiangxi) op vijf en zes. Beide groeien van een economie op land- en mijnbouw naar modern maakwerk en centra voor voedselverwerking. Ze zijn ook transporthubs in hun regio. Tenslotte volgen bij de kleinere steden nog Luohe (Henan); Anshun (Guizhou) Suzhou (Jiangsu) en Maanshjan (Anhui). Wong wijst vooral op het belang van innovatie zoals in het geval van Dongguan, maar ook op innovatie en binnenlands verbruik door de ontwikkeling van landbouwproductie en centra voor de verwerking van voedsel in de centrale en westelijke regio’s.
China Daly, SCMP
