China-Afrika publicaties

Premiers van Ethiopië en China


Het Gresea tijdschrift nr.68  ” La Chine subsaharienne: Fantasy et/ou réalité’  is uit. In dit tijdschrift worden de referaten hernomen van het interessante en belangrijke seminarie van 27 mei 2011 in Brussel. Dit seminarie was naast Gresea ook georganiseerd door ACV, ABVV, 11.11.11 ,Intal en IMAST. Chinasquare is destijds uitvoerig ingegaan op dit seminarie; lees hier onze bespreking. Met referaten van Deborah Brautigam, Carlos Polenus , Peter Franssen, Stefaan Marysse, Jean Ilunga en Philip Lukeke, Raf Custers en een editoriaal van Erik Rydberg.
Het tijdschrift is te verkijgen bij Gresea   gresea@skynet.be tegen 2 euro plus portkosten.  www.gresea.be
Van professor Brautigam verscheen overigens een commentaarstuk in The Guardian  -lees hier– over Ethiopië.  Daarin toont ze aan dat China een grote rol speelt in de recente  snelle economische groei van Ethiopië. En het gaat hier niet over olie of grondstoffen, en nog minder over landroof zoals een Duits minister onlangs beweerde. Het gaat over industrialisering: China drijft handel met Ethiopië en investeert er.  China geeft leningen aan zeer interessante commerciële voorwaarden voor infrastructuur en industriële machines .Chinese bedrijven, ook privé KMO’s, investeren in Ethiopische industriezones. Chinese bedrijven sturen hun Afrikaans personeel naar China voor technische opleiding en de Chinese overheid geeft studiebeurzen.En Ethiopië wordt niet overspoeld door Chinese handelaars die de met de lokale middenstand komen concurreren.
Op de site  www.japanfocus.org verscheen dan weer een interessante studie van professor Barry Sautman en Yan Hairong – lees hier– .  In deze studie ‘ Gilded Outside, Shoddy Within:The Human Rights Watch report on Chinese copper mining’ maken de auteurs een vernietigende analyse van een rapport van november 2011 van Human Rights Watch over de Chinese kopermijnbedrijven in Zambia. Ze betwisten de conclusie van HRW dat de situatie in de Chinese kopermijnen in Zambia slechter is dan in de door het Westen uitgebate kopermijnen (die instaan voor 90-95% van de productie) . Het HRW rapport is gebaseerd op een beperkt aantal interviews met mijnwerkers, zonder zich af te vragen wat de specifieke geschiedenis van deze mijnwerkers is. Een mijnwerker met een vaste job die afgedankt werd bij de privatisering van een grote mijn, en nu werk vindt in een kleine Chinese mijn , vindt uiteraard dat zijn nieuwe omstandigheden slechter zijn. Bovendien werd in Zambia reeds vijf jaar door de toenmalige oppositie – intussen meerderheid- een op het randje van racisme balancerende campagne gevoerd tegen ‘de Chinezen’, wat de geïnterviewden zeker heeft beïnvloed. HRW baseert zich nergens op feiten. Sautman en Yan doen dat wel en komen tot het besluit dat Chinese mijnfirma’s in Zambia qua veiligheid ongeveer gelijk scoren met anderen (op basis van de aantallen ongevallen met dodelijke afloop) alhoewel de Chinese mijnen de diepste zijn, dat de werkzekerheid er beter is (geen afdankingen tijdens de krisis in 2008-2009), maar dat de lonen er  tot 30% lager liggen. Dat laatste verklaren ze doordat de Chinezen overwegend kleine, onrendabele, vervallen mijnen konden opkopen, die alleen met lagere lonen kunnen concurreren, en doordat de arbeiders er minder ancienniteit hebben.  Het rapport van HRW gaat echter volledig voorbij aan de specifieke verschillen tussen de Chinese mijnen en de veel grotere mijnen van Westerse multinationals.
De auteurs gaan verder dan de feitelijke conclusies van HRW betwisten. Het is geweten dat de arbeidsomstandigheden in de mijnbouw in heel Afrika slecht zijn, dus waarom kiest HRW er nu precies een paar kleinere Chinese mijnen uit voor hun studie? En waarom schrijft HRW dat de situatie in dit klein monster van Chinese bedrijven in Zambia ons een vergrootglas biedt op de algemene situatie van de Chinese bedrijven in Afrika? Het is een veralgemening die ongepast is, geen enkele NGO die een van de vele andere studies maakte over onveilige mijnen van Westerse multinationals in Afrika heeft daaruit besloten dat dit een beeld gaf van de algemene situatie in  bedrijven uit een bepaald land. Bovendien zijn de mainstream media nog een stuk verder gegaan dan HRW en hebben ze naar aanleiding van het rapport vrolijk veralgemeend dat alle Chinese bedrijven in Afrika zowat de hel zijn. HRW past zich op die manier helemaal in de strategie van Europa en de VS om de Chinezen in Afrika als boeman voor te stellen en de Westerse mijnmultinationals als sociaal verantwoordelijk. Een lezenswaardig en sterk gedocumenteerd stuk. Van professor Sautman publiceerden we op chinasquare.be al eerder een driedelig artikel, lees hier.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *