Nu de bevolking vergrijst wil China een tweede ‘demografisch dividend’ innen door meer specifieke werkgelegenheid voor ouderen te scheppen. Verder zal men de ouderenzorg beter uitbouwen.
Een gezamenlijk plan van het ministerie van arbeid en sociale zekerheid en drie andere regeringsinstellingen voorziet in het scheppen van een divers en gepersonaliseerd aanbod van tewerkstelling voor ouderen, en in extra steun voor de zilvereconomie.
Geschikte banen voor senioren
Werkgevers worden immers aangespoord banen te scheppen specifiek voor ouderen. Men denkt aan banen waarvoor ervaring, technische bekwaamheid en geduld vereist zijn en die weinig fysieke inspanning vergen.
Openbare instellingen en wijkorganisaties worden aangemoedigd om diensten op te zetten volgens een model van ‘ouderen helpen ouderen’. In sectoren als onderwijs, gezondheidszorg, huishoudhulp en beheer van gebouwen gaat men streven naar flexibele tewerkstellingsregelingen.
China telt bijna 300 miljoen 60-plussers. Daarvan zijn er 217 miljoen ouder dan 65. Dat betekent 15,7% van de totale bevolking. Momenteel is slechts 8,8% van de 60-plussers nog aan het werk. Ter vergelijking: In Japan geldt dit voor de helft van de bevolking tussen 65 en 69.
De tewerkstelling van een deel der oudere bevolking kan helpen om de kosten voor pensioen en gezondheidszorg op te vangen. Lu Jiehua, vicepresident van de Chinese Association of Gerontology and Geriatrics, schreef vorig jaar in een analyse voor de Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervormingen dat het bevorderen van de tewerkstelling van senioren een ’tweede demografisch dividend’ kan opleveren en de economische groei zou voortstuwen.
Zilvereconomie
De zilvereconomie richt zich op de behoeften van senioren. Men verwacht dat deze snel zal groeien naargelang er meer en beter bemiddelde senioren bijkomen. Volgens een rapport van de China Association of Social Welfare and Senior Service kan de zilvereconomie tegen 2035 immers oplopen tot 30 biljoen yuan (4 biljoen euro). Deze sector zou dan 10% van het bbp kunnen uitmaken.
Om de vergrijzing beter op te vangen heeft men in september tevens besloten om de pensioenleeftijd geleidelijk te verhogen over een periode van 15 jaar. Voor mannen zal deze stijgen van 60 naar 63 jaar, voor vrouwen van 55 naar 58 jaar. Vrouwen die lichamelijke arbeid verrichten zullen op 55 jaar op rust kunnen gaan in plaats van op 50. De minimumperiode waarin men moet bijdragen om pensioenrechten te verkrijgen zal stapsgewijs verhogen van 15 naar 20 jaar.
Bron: South China Morning Post