China bevestigt Palestijns recht op gewapende strijd voor bevrijding

Juridisch adviseur van het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken Ma Xinmin heeft op de hoorzittingen van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) verklaard dat het Palestijnse volk het recht heeft om een gewapende strijd te voeren tegen buitenlandse onderdrukking en om de oprichting van een onafhankelijke staat te voltooien.

In een toespraak op 22 februari, op de tweede dag van de hoorzittingen van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) over ‘De juridische gevolgen van het beleid en de praktijken van Israël in de bezette Palestijnse gebieden, met inbegrip van Oost-Jeruzalem’, verklaarde juridisch adviseur van het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken Ma Xinmin, verwijzend naar de resultaten van de Zesdaagse Oorlog in juni 1967, dat ‘er 57 jaar zijn verstreken sinds Israël zijn bezetting begon. De onwettige aard van de bezetting en de soevereiniteit over het bezette gebied blijven onveranderd’. ‘Rechtvaardigheid mag de Palestijnen niet worden ontzegd’, voegde hij eraan toe.

In het deel van zijn toespraak dat Al Jazeera als een korte clip vrijgaf zei Ma dat het gebruik van geweld door het Palestijnse volk om buitenlandse onderdrukking te weerstaan en de oprichting van een onafhankelijke staat te voltooien een onvervreemdbaar recht is. Deze erkenning wordt volgens Ma ook weerspiegeld in internationale verdragen. Eerder had de juridisch adviseur van het Chinese ministerie verwezen naar een resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Zo bevestigt het Arabische Verdrag ter Bestrijding van Terrorisme van 1998 ‘het recht van volkeren om buitenlandse bezetting en agressie te bestrijden met alle middelen, inclusief gewapende strijd, om hun gebieden te bevrijden en hun recht op zelfbeschikking en onafhankelijkheid veilig te stellen’. Men onderscheidt gewapende strijd in deze context van terreurdaden.

Legitieme strijd

Telesur meldde dat: ‘Naast het noemen van de resoluties van de VN-Algemene Vergadering (AVVN) met betrekking tot de Palestijnse zaak, gaf de Chinese ambassadeur ook aan dat de gewapende strijd meestal één van de middelen is waartoe naties hun toevlucht nemen wanneer ze hun zelfbeschikking willen bereiken. De AVVN-Resolutie 3070 uit 1973 bevestigt opnieuw de legitimiteit van de strijd van het volk voor bevrijding van koloniale en buitenlandse overheersing met alle beschikbare middelen, inclusief gewapende strijd, benadrukte hij.’

De Palestine Chronicle beschreef de Chinese verklaring als de sterkste die tijdens de hoorzittingen van het ICJ werd afgelegd. Het citeerde Ma zeggende dat: ‘De strijd die volkeren voeren voor hun bevrijding, recht op zelfbeschikking, met inbegrip van gewapende strijd tegen kolonialisme, bezetting, agressie, overheersing door buitenlandse krachten, mag men niet beschouwen als terreurdaden.’ In een apart artikel meldt The Palestine Chronicle dat Ma ook opmerkte dat het conflict voortkomt uit Israëls langdurige bezetting van Palestijns gebied en de blijvende onderdrukking van het Palestijnse volk door dit land. Daarom, aldus de Chinese vertegenwoordiger, zijn de strijd van de Palestijnse volkeren tegen de Israëlische onderdrukking en hun strijd voor de voltooiing van de oprichting van een onafhankelijke staat in bezet gebied in wezen rechtvaardige acties.’

Bron: https://socialistchina.org

Zie ook YouTube