Eén van de minder belichte aspecten van het bezoek van premier Li aan Europa is zijn engagement om deel te nemen aan het nieuwe Europese Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI), een paradepaardje van commissievoorzitter Juncker.
Het fonds moet de sinds 2008 gedaalde investeringen in Europa een duwtje in de rug geven en zich vooral richten op innovatieve technologie. Het gaat om in totaal 315 miljard euro, waarvan echter slechts een klein deel van de EU zelf komt en de rest vooral van privé-investeerders.
De verwachting was dat premier Li tijdens zijn bezoek zou bekend maken hoeveel miljard China wil bijdragen aan het fonds. Dat gebeurde niet. Reuters meent te weten hoe de vork in de steel zit.
Insiders hopen dat de Chinese inbreng 5 tot 10 miljard euro kan bedragen. Een concreet cijfer zou echter pas bekend gemaakt worden nadat de precieze modaliteiten van de overeenkomst onderhandeld zijn. Hopelijk kan dat eind september gebeuren op een geplande ontmoeting van de vicevoorzitter van de Europese Commissie en een Chinese vicepremier in Beijing.
Wat is het probleem? De investeringen moeten hoofdzakelijk van projectdeelnemers (vooral privébedrijven) komen. Het fonds heeft als hoofdtaak waarborgen te verschaffen om de aanvankelijke verliezen op te vangen in het geval dat de investering mislukt. Daarvoor voorziet het niet gebruikte overschotten op de EU-begroting. China zou in deze formule kunnen stappen, en zich ook garant kunnen stellen voor een bepaald investeringsbedrag. Daarbij zou het echter een risico lopen zijn geld kwijt te spelen, en volgens de regels van het fonds helemaal geen zeggenschap krijgen in de toewijzing van het fonds aan projecten. M.a.w. het zou helemaal niet zeker zijn dat het Chinese geld gaat naar projecten waarbij eventueel Chinese bedrijven betrokken kunnen worden. Een oplossing zou kunnen zijn China de mogelijkheid te bieden projecten te steunen op specifieke sectorplatformen; China zou zo kunnen focussen op de digitale sectoren waarin bedrijven als ZTE, Tencent en Alibaba, die samen met Li in Europa waren, met de steun van het EFSI fonds in Europa zouden kunnen investeren. Premier Li zelf suggereerde echter een andere mogelijkheid: de oprichting van een apart gemengd China-EU investeringsfonds dat zij-aan-zij met EFSI zou werken; China heeft daarvoor het geld, maar de EU niet en die zou dus obligaties moeten uitgeven.
Belangrijker dan de nogal complexe technische details van de mogelijke samenwerking is uiteraard de mate waarin de EU bereid zal zijn inspraak te geven aan China en Chinese bedrijven te helpen in hun technologische ontwikkeling.
Bron: Reuters via SCMP