Deze week vieren de Volksrepubliek China en de Wereldvoedselorganisatie FAO het feit dat ze al veertig jaar vruchtbaar samenwerken. Hierbij enkele punten uit de toespraak die de Directeur-generaal van de FAO, Jose Graziano da Silva, bij die gelegenheid heeft gehouden.
De samenwerking tussen beide is vruchtbaar omdat dit partnerschap ervoor heeft gezorgd dat de meeste Chinezen en miljoenen mensen in andere delen van de wereld de ‘eenvoudige’ zekerheid kennen dat ze te eten hebben. De eerste millenniumdoelstelling van de Verenigde Naties is het om tussen 1990 en 2015 het chronisch ondervoede deel van de bevolking te halveren. Deze millenniumdoelstelling is door China nu al gehaald. Daar bovenop noteren we de volgende cijfers: in 1990-92 telde China nog 272,1 miljoen inwoners die regelmatig te weinig te eten hadden. In 2011-2013 is dat aantal gedaald tot 158 miljoen, een daling van 42%. Wie rekening houdt met het feit dat in China twintig procent van de wereldbevolking woont, begrijpt wat voor een stap voorwaarts dat is in de mondiale strijd tegen de honger. Sinds 1990 heeft China zoveel inwoners van de honger gered dat dit twee derde uitmaakt van alle mensen die sinds dat jaar in de hele wereld geen honger meer hoeven te lijden.
In China zelf
De FAO heeft China bijgestaan bij de ontwikkeling van bijna vijftig investeringsprojecten voor meer dan 8,3 miljard dollar en de VN-organisatie heeft 400 landbouwprojecten van technische hulp voorzien: programma’s waarmee gezorgd is voor diensten, water, wegen en landbouwtechnologie. De partners werken nu aan een Global Environmental Facility (GEF) project voor het behoud van traditionele ecosystemen. Zo slagen lokale gemeenschappen erin de beheerde gebieden te beschermen, zoals bijvoorbeeld die waar bedrijven gevestigd zijn voor de geïntegreerde kweek van rijst, vis en eenden. Globally Important Agricultural Heritage Systems (GIAHS) zorgen voor labels of merken waarmee het vertrouwen wordt hersteld in lokale landbouwproducten en ze hebben een gunstige invloed op het inkomen van de gemeenschappen. Ook op het gebied van de bestrijding van ziekten onder de dieren die in de landbouw worden gekweekt werkten FAO en China met succes samen. Er wordt in het kader van het derde plenum van de CPC voor het binnenland een structuur ontworpen om de hervormingen in de landbouw en op het platteland te verdiepen.
en daarbuiten
China werkt echter ook in de richting van 24 andere landen in Afrika, Azië, het Caraïbisch gebied en het zuiden van de Stille Oceaan. Die Zuid-Zuidwerking krijgt eveneens vorm onder begeleiding van de FAO. Sinds 1996 hebben ongeveer 1.000 Chinese experts in vele gebieden hulp geboden bij irrigatie, vis- en veeteelt, de productie van granen en groenten, land- en bosbouw. Wat voorbeelden: rijstteelt en aquacultuur in Nigeria, verbetering van de gewassen in Malawi, landbouw in extreme omstandigheden in Mongolië. Een hoogtepunt was in 2008 de creatie van een beheerd fonds van dertig miljoen dollar voor Zuid-Zuidsamenwerking. Het vijfjarenplan dat FAO en China nu hebben opgesteld voor hun verdere samenwerking zal China de kans geven nog meer van zijn kennis en fondsen te delen met andere derdewereldlanden.
Bronnen: Xinhua, www.fao.org
Lees ook http://www.fao.org/news/story/en/item/209135/icode/
