China: geschiedenis van beschaving, leidraad voor het heden (opinie)

Gordon Dumoulin

beschaving
‘Modernisering versterkt beschaving, onze beschaving ondersteunt de modernisering’ Xi disclaimer China Daily

Deel 2* van het essay ‘Als ik een Chinees zou zijn..’ 
Op dinsdag publiceerden wij Deel 1 ‘Deugd als Blinddoek: Hoe Westerse Zelfingenomenheid een Inclusieve Toekomst in de Weg Staat’.

Vandaag, in deel 2, beschavingen zoals China willen maatschappelijke structuren handhaven en normen en waarden waarborgen: daartoe ligt de nadruk vaak op eeuwenoud erfgoed en historische bewustwording.

Verschillende manieren om met het verleden om te gaan

In de afgelopen decennia hebben de Chinezen veel energie en tijd besteed aan het leren en waarderen van verschillende aspecten van westerse culturen, bestuur en geschiedenis. Het Westen daarentegen blijft worstelen met een hardnekkige hegemoniale mentaliteit die cultureel en historisch diverse perspectieven en wereldbeelden vaak negeert of afwijst. Dit kenmerkt veel hegemoniale machten, die doorgaans niet de noodzaak zien om rekening te houden met de belangen of wereldbeelden van anderen zolang ze in een dominante positie blijven. Wanneer deze hegemoniale privileges echter worden uitgedaagd door opkomende machten, resulteert dit vaak in een beperkte visie, waarbij de hegemonie anderen alleen kan beoordelen door de lens van haar eigen, vaak verouderde wereldbeeld.

In deze beoordelingen worden de negatieve extremen van de eigen spiegel vaak gebruikt om opkomende machten als bedreigingen af te schilderen, gevoed door de angst dat deze machten de duistere aspecten van de geschiedenis van de gevestigde hegemonie zouden kunnen repliceren. Dit wordt duidelijk in de manier waarop internationale media en het politieke discours China vaak presenteren als een bedreiging, waarbij ze zich richten op speculatieve angsten in plaats van de werkelijke realiteit en de diverse wereldbeelden onder ogen te zien. In werkelijkheid heeft de opzienbare opkomst van China in de afgelopen vier decennia plaatsgevonden zonder dat het land ook maar één oorlog tegen andere landen of allianties is begonnen.

Neergang van de hegemonieën

De westerse hegemonieën van de afgelopen eeuwen—van de Portugezen en Spanjaarden tot de Nederlanders en Britten—worden gekenmerkt door een dubbele nalatenschap. Enerzijds hebben ze revolutionaire vooruitgang geboekt op het gebied van technologie, industrie, gezondheidszorg, onderwijs en cultuur, wat de basis heeft gelegd voor een aanzienlijk deel van de hedendaagse moderne vooruitgang in de mensheid. Anderzijds waren deze zelfde machten verantwoordelijk voor wereldwijde veroveringen, kolonisatie en assimilatie, waardoor ze naast vooruitgang ook een complexe erfenis van uitbuiting en onderdrukking hebben achtergelaten. Wat ook vaak vergeten wordt vanuit historisch perspectief, is dat China, samen met India, gedurende 1.800 jaar, van het begin van de jaartelling tot het begin van de 19e eeuw, de twee grootste economieën ter wereld waren. Dit bleef zo totdat de westerse hegemonieën een assertievere invloed begonnen uit te oefenen in beide landen, samen met een geleidelijke achteruitgang van het binnenlands bestuur in China tijdens de Qing-dynastie.

Meer recent, na de Tweede Wereldoorlog, heeft de Amerikaanse imperiale hegemonie, samen met haar Europese bondgenoten, een centrale rol gespeeld bij het oprichten van multilaterale organisaties, het ontwikkelen van internationale juridische kaders, en het bevorderen van technologische innovatie en globalisering in handel en cultuur. Echter, vooral sinds de jaren 1990, na het einde van de Koude Oorlog toen de VS als enige wereldmacht overbleven, zijn ze betrokken geweest bij ongeveer 20 oorlogen (exclusief proxy-conflicten) en hebben ze een gelijk aantal ‘regime change’-operaties uitgevoerd, voor zover bekend. Bovendien hebben de VS sinds de jaren ’90 twee derde van alle wereldwijde sancties opgelegd—drie keer meer dan elk ander land of multilaterale organisatie—gericht op regeringen, individuen, eigendommen of organisaties van bijna een derde van alle landen ter wereld.

De rode draad door dit langdurige tijdperk is de overheersing van de Europese en Amerikaanse hegemonieën, een dominantie die nu tanende is door transities in de wereldwijde economische orde. Deze verschuivingen hebben aanzienlijke invloed op overheidsbesturen in de Verenigde Staten en hun Europese bondgenoten. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen beschavingen en (hegemoniale) imperiums om te begrijpen hoe verschillende machten door deze verandering navigeren. Imperiums ontlenen hun legitimiteit aan overheersing en expansie, terwijl beschavingen zich richten op het behoud van de continuïteit van maatschappelijke organisatie, verankerd in normen en waarden. Beide kunnen ten onder gaan door een militaire nederlaag; echter, imperiums zullen ook falen als ze hun overheersing niet kunnen afstemmen op maatschappelijke continuïteit. Evenzo zullen beschavingen ineenstorten als ze hun maatschappelijke structuren niet kunnen handhaven en hun normen en waarden niet meer kunnen waarborgen.

Erfgoed van beschavingen China en India

Terwijl landen zoals China en India steeds meer nadruk leggen op hun eeuwenoude erfgoeden van beschaving en historische bewustwording, ondergaan westerse samenlevingen, met name in Europa en de VS, aanzienlijke sociale transformaties. De opkomst van progressieve bewegingen, zoals het wokeïsme, in combinatie met de afname van traditionele maatschappelijke, historische en religieuze verwantschappen, heeft geleid tot toenemende sociale en politieke instabiliteit. Deze verschuiving vormt een uitdaging voor de traditionele sociale cohesie en versterkt ideologische polarisatie. In de VS laten belangrijke maatschappelijke indicatoren verontrustende trends zien: de levensverwachting daalt, de middenklasse krimpt en de economische ongelijkheid neemt toe.

Naast de binnenlandse maatschappelijke uitdagingen ondermijnt de afname van de westerse economische overheersing het internationale juridische kader en de multilaterale organisaties die het zelf heeft opgericht, zoals de Verenigde Naties (VN) of de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Deze kaders worden steeds vaker vervangen door een zelfbenoemde “rules-based international order,” die gebaseerd is op veronderstelde westerse waarden en normen en regelmatig de officiële rechten en plichten die zijn vastgesteld door multilaterale organisaties negeert. Deze houding tracht de invloed van opkomende machten in toom te houden, maar dit ondermijnt echter steeds meer de fundamentele principes die het Westen pretendeert te handhaven.

De maatschappelijke onrust en de toenemende ondermijning van internationale rechtskaders en multilaterale verantwoordelijkheden voeden hypocrisie en narcisme. Het Westen legt de nadruk op het behouden van zijn hegemoniale status, in plaats van zich, zowel intern als in verhouding tot andere landen, aan te passen aan de snel veranderende wereldorde.

Veel landen vragen geen rekenschap van anderen voor het verleden, wat niet wil zeggen dat geschiedenis vergeten wordt, vooral niet in culturen waar het verleden als een sterke en cyclische leidraad dient voor de interpretatie van het heden. Desondanks distantieert het Westen zich soms bewust van zijn verleden, waarbij het zichzelf vaak ziet als een ‘verlicht slachtoffer’ dat wordt bedreigd door vermeende repressieve krachten.

“Als ik een Chinees zou zijn”… wat dan?

De titel “Als ik een Chinees zou zijn” weerspiegelt de Westerse houding van morele zelfgenoegzaamheid en veronderstelde superioriteit. Het suggereert dat de Westerse waarden en perspectieven universeel zijn, en dat mensen overal ter wereld dezelfde opvattingen zouden hebben en op dezelfde manier zouden reageren als zij zich in vergelijkbare situaties bevonden. Deze veronderstelling gaat voorbij aan de rijke culturele, historische en sociale verschillen tussen verschillende samenlevingen, wat leidt tot een simplistische kijk op morele kwesties, gereduceerd tot een zwart-wit schema van goed en kwaad. Daarnaast versterkt het Westerse analytische denken deze dualiteit door individuen, organisaties of situaties los te zien van hun bredere context of onderlinge relaties.

Een pakkend voorbeeld van deze binaire tegenstellingen in het westerse politieke discours en de media is de scheiding tussen liberale democratie en autoritarisme, vooral in de beoordeling van China. Wat opvalt, is de selectieve toepassing van deze dichotomieën, waarbij bepaalde landen onder een vergrootglas liggen, terwijl andere met vergelijkbare kenmerken nauwelijks politieke of media-aandacht krijgen. Deze selectieve benadering benadrukt de toenemende hypocrisie binnen de zogenoemde “international rules-based order,” die steeds vaker politiek opportunisme boven het handhaven van internationaal recht stelt.


Dit essay van Gordon Dumoulin voorzien van nog meer links kun je lezen op de substack China21 Beschouwing Een aanrader. ChinaSquare neemt het over – als OPINIE – aangemoedigd door de aansporing Share in de tekst van de substack.