Volgens het gespecialiseerde Consultancy Quacquarelli Symonds verbetert de kwaliteit van de Chinese universiteiten terwijl deze van de VS duidelijk vermindert. Als dit blijft voortduren, zal het verschil in de Nature Index binnen zes jaar zijn weggewerkt. De theorie wordt echter ook gevolgd in de praktijk want China leidt de wereld al in de energietransitie.
Quacquarelli Symonds is een consultancy dat gespecialiseerd is in het rangschikken van ’s werelds universiteiten en dit gebaseerd op een vijftal verschillende factoren. Uit hun top 100 blijkt dat de VS er het laagste aantal bezit sinds 2016 en vier minder dan vorig jaar. Volgens dezelfde QS klassering hebben de twee Chinese topuniversiteiten Tsinghua en Peking daarentegen hun hoogste positie bereikt ooit. Dit weerspiegelt de Chinese investeringen in onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. In het laatste rapport hebben 32 van de 42 Chinese universiteiten hun rangschikking verbeterd. Naast voornaamste handeldrijvend land wordt China ook een marktleider in wetenschappelijk onderzoek.
De Nature Index registreerde de voorbije jaren hoe frequent landen en instelling bijdragen tot de 82 meest prestigieuze publicaties in natuurwetenschappen. De gegevens wijzen uit dat de VS snel achteruitgaan terwijl de Chinezen daarentegen meer publiceren. Indien deze twee tegengestelde tendensen aanhouden zal de Chinese wetenschappelijke productie de Amerikaanse overstijgen binnen zes jaar.
Al in 2007 waarschuwden de US National Academy of Sciences, National Academy of Engineering en het Institute of Medicinee in een gemeenschappelijk rapport over de verminderde invloed van de VS in wetenschap en technologie. Drie jaar later volgde een nog meer indringend rapport waar echter weinig naar geluisterd werd in de VS. Een studie die gepubliceerd werd in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences somt een paar redenen op die de opgang van China mogelijk maakten. Vooreerst heeft China een bevolking die vier maal groter is dan de Amerikaanse en dus meer middelen. Het aantal Chinese wetenschappers en ingenieurs blijft groeien. Sinds 1999 doet China inspanningen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Volgens het rapport studeerden 44 % van de Chinese studenten hoger onderwijs af in exacte wetenschap of als ingenieur; in de VS is dit nauwelijks 16%. Dit heeft naar verluidt te maken met de factor lonen die in China hoger zijn bij wetenschappers dan dokters of politici. In de VS is het omgekeerde het geval. Ondertussen bestaan Chinese programma’s die in het buitenland opgeleide wetenschappers (terug) naar China lokken met lucratieve salarissen, woontoelagen e.d. Tenslotte is ook belangrijk dat 30 jaar geleden China nauwelijks 0,7% van het bnp besteedde aan onderzoek en ontwikkeling. In 2016 was dit al 2,6% tegen 2025 is het doel om 3% te bereiken.
Technologie
Het blijft overigens niet bij louter theorie stelt de Financial Times vast. China leidt momenteel in de overgang naar nieuwe energie en het blad illustreert dit aan de hand van wind- en zonne-energie. Dit leverde duidelijke winst op voor de wereld als geheel. Het feit dat windmolens en zonnepanelen concurrentieel zijn zonder subsidie is grotendeels het gevolg van de massaproductie er van door Chinese bedrijven. De kosten van windenergie daalden het voorbije decennium met 69% en deze van zonnepanelen met 88%, aldus de investeringsbank Lazard. China is nu de wereldleider in beide technologieën waardoor het land leidt in de energietransitie.
Er is echter nog meer op komst. Met de huidige situatie rondom Huawei is de introductie van 5G in de telecomsector genoegzaam bekend. China leidt echter ook in de ontwikkeling en toepassing van geavanceerde elektriciteitsnetwerken en is ook ’s werelds grootste producent van lithium-ion batterijen waarvan het land 60% van de wereldproductie op zich neemt. Chinese bedrijven installeerden vorig jaar meer kerncentrales dan gelijk welk ander land. Van de 3 miljoen elektrische voertuigen rijdt de meerderheid in China dat vorig jaar goed was voor 56% van de verkoop.
Engagement
De Financial Times vindt dat het beperken van de Chinese invloed niet de goede weg naar de toekomst is. Het blad pleit voor een nieuw niveau van engagement. Het merkt op dat China zijn onhandig subsidiesysteem
dat leidde tot overproductie, wil hervormen. Bovendien kunnen internationale bedrijven nu in het land werken zonder joint-venture partner en zijn er tekenen dat China het Internationaal Privaatrecht (IPR) meer ernstig neemt. Het blad volgt het Brookings Instituut dat vindt dat de combinatie van Chinese en internationale kennis, technologie en productiecapaciteit de overgang naar een lage koolstofeconomie kan bevorderen op een wijze die niet mogelijk is met protectionisme. Overigens verhuist het industrieel zwaartepunt van de wereld ongemerkt oostwaarts.
Bronnen: SCMP, FT
