De Chinese vicepremier Wang Yang en de Russische vicepremier Trutnev bereikten een overeenkomst om samen te werken bij de ontwikkeling van het Russische Verre Oosten. Er komt een gids met richtlijnen voor Russische en Chinese bedrijven die er willen investeren. China zet een Fonds met 15 miljard dollar op voor gemeenschappelijke projecten.
De vicepremiers Wang Yang en Trutnev
De twee vicepremiers hebben elkaar ontmoet in Khabarovsk waar ze spraken over intergouvernementele samenwerking tussen de noordoostelijke Chinese provincies en de Russische Baikalregio en het zogenaamde Russische Verre Oosten. Beiden werden het eens in hun ontwikkelingsstrategie om politiek te coördineren en partnerschappen te bevorderen in handel, investeringen, toerisme en uitwisseling tussen de volkeren.
De twee landen zullen beginnen met het opstellen van een gids met richtlijnen voor Chinese en Russische ondernemingen die willen deelnemen aan de ontwikkeling van het Verre Oosten. Beiden waren het ook eens om de onderlinge contacten te verbeteren, de bouw van infrastructuur aan te zwengelen en een reeks grote projecten aan te pakken. De twee partijen beslisten eveneens een beter zakenklimaat te creëren, meer financiële diensten aan te bieden en verder investeringen en handel te vergemakkelijken.
Fonds
Vicepremier Wang Yang zei in de zijlijn van het derde Eastern Economic Forum in Vladivostok dat China werkt aan het oprichten van een investeringsfonds met 100 miljard yuan (15 miljard dollar) om regionale samenwerkingsprojecten te financieren tussen China en Rusland.
Wang Yang verklaarde dat de Chinese regering ondernemingen aanmoedigt om in het Russische Verre Oosten te investeren en de samenwerking uit te breiden op de vlakken maakwerk, uitbating van grondstoffen, infrastructuur, landbouw en toerisme. Volgens de vicepremier vullen beide landen elkaar aan in de ontwikkeling. Voor het Russische Verre Oosten is China de belangrijkste bron van invoer en de tweede grootste uitvoerbestemming. Chinese bedrijven hebben er al in 26 projecten geïnvesteerd.
Bronnen: china.org; en.ce.cn
