Chinese staatsenergiereuzen zijn actief op zoek naar buitenlandse overnames. De precaire energiesituatie van het land heeft daar alles mee te maken.
Petrochina, de grootste Chinese oliefirma, gaat aandelen kopen in een BHP project voor vloeibaar aardgas in West-Australië. Het betaalt 1,63 miljard dollar voor 8,3% van East Browse project en 20% van West Browse. De Australische en Chinese regeringen moeten dat nog goedkeuren. Enkele dagen geleden schaarde de Canadese regering zich achter de overname van het Canadese oliebedrijf Nexen voor 15 miljard dollar door CNOOC, een andere grote Chinese oliefirma. Dit is de grootste Chinese buitenlandse investering ooit. Tegelijk keurde Canada ook de verwerving van Progress Energy Resources door de Maleisische firma Petronas voor 5,5 miljard dollar goed. In antwoord op kritiek verklaarde de Canadese regering dat eventuele verdere verwervingen van energiebelangen door buitenlandse staatsbedrijven strenger zullen beoordeeld worden. Vorige maand kocht Sinopec, de derde Chinese oliemusketier, van Total voor 2,5 miljard dollar een aandeel van 20% in een offshore veld in Nigeria. Dit veld heeft een bewezen reserve van 100 miljoen vaten olie, ook Nexen heeft een aandeel in datzelfde veld; Total zou zich terugtrekken wegens de onveiligheid in Nigeria en de pogingen van de Nigeriaanse regering om hun (te klein) aandeel in de opbrengst op te trekken. Sinopec kocht drie jaar geleden al van het Zwitserse Addax Petroleum voor 7,2 miljard dollar oliereserves in Nigeria, Gabon en Kameroen en heeft eigen belangen in Angola.
De recente projecten sluiten aan bij eerdere deals dit jaar. In januari al verwierf Sinopec een derde van het Amerikaanse Devon Energy voor 2,2 milard dollar; daarmee kreeg het toegang tot Amerikaans schaliegas. En in diezelfde maand verkreeg Petrochina de volledige controle over Mackay River , een firma die in Canada teerzand wil ontginnen en waarin het al een meerderheid had. Volgens Bloomberg hebben Chinese bedrijven dit jaar voor 25 miljard dollar geïnvesteerd in de buitenlandse olie- en gassector. Ook in 2011 waren Chinese bedrijven al betrokken in 11 overnames in de olie- en gassector; daarvan gingen er vijf naar Sinopec. Naast de drie vermelde bedrijven, die vooral in offshore en nieuwe technologieën zoals schaliegas- of -olie geïnteresseerd zijn, is er nog CNPC, dat erg actief is in gewone onshore oliewinning in het buitenland.
Deze gigantische investeringen passen in het streven van China om zijn bevoorrading van olie- en gas op termijn veilig te stellen. China heeft zelf te kleine voorraden olie en gas en meer dan de helft wordt al ingevoerd. Het hangt bovendien te veel af van aankopen op de internationale markt. Partnerschappen met buitenlandse firma’s bieden meer zekerheid. 75% van de primaire energie in China komt uit steenkool. (Xinhua, AFP, Caixin)