China schittert op de Olympische Spelen, sommigen ‘willen dat niet’

Over de geweldige resultaten van Team China op de Olympische Spelen zijn de bevolking en de media in China enthousiast, zonder dat ze daarom de overwinningen van andere atleten negeren of erop neerkijken. Wie op oorlog aanstuurt ziet het met lede ogen aan.

Olympische Spelen
De Chinese estafetteploeg die de 4 x 100 m zwemmen wisselslag won. Eerste van links Pan Lizhe. (Xinhua/Du Yu) disclaimer

Enkele voorbeelden die het Chinese feestje rond de Olympische Spelen verklaren: afgelopen zondag versloeg de 21-jarige Zheng Qinwen haar tegenstander in de finale van het enkelspel tennis. Ze schreef geschiedenis in het Chinese tennis en won de eerste gouden medaille voor een Chinese en zelfs voor een Aziatische atleet in dat Olympische evenement. Eerder, op donderdag, in de finale van de 100 meter zwemmen vrije slag voor mannen, had Pan Zhanle gewonnen en zijn eigen wereldrecord gebroken met een verbazingwekkende tijd van 46,40 seconden. Diezelfde Pan maakt deel uit van het kwartet dat zondag de estafette 4×100 meter wisselslag bij het zwemmen won.

Uitzonderlijke sportprestaties lokken gemengde reacties uit: bewondering, verbazing, maar ook achterdocht. Met dat laatste krijgen bijvoorbeeld de renners Tadej Pogacar en zelfs publiekslieveling Remco Evenepoel te maken, die dit wielerseizoen beiden een spectaculaire dubbelslag realiseerden. De positieve weerklank heeft echter meestal de bovenhand en dat is eigenlijk normaal.

Positief

Zwemkampioen Pan Zhanle mocht het allebei ondervinden. Zijn naaste sportieve rivalen, Kyle Chalmers, de Australische winnaar van de zilveren medaille, en een vorige wereldrecordhouder, de Roemeen Popovici, feliciteerden hem van harte. Zij voorzien dat zwemmers nog sneller zullen gaan zolang ze hard en op de juiste manier blijven werken. Dat heeft Pan inderdaad gedaan en zo is hij erin geslaagd na een wat aarzelende start als 16-jarige een steile opgang te realiseren en de absolute top te bereiken enkele dagen voor hij twintig werd. Pau Gasol, lid van de Atletencommissie van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), en zelf tot voor kort een olympische atleet, benadrukte dat bij de ‘vele dopingtests van het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) die alle Chinese zwemmers moesten ondergaan er absoluut niets gevonden was’.

Gasol gaf ook te verstaan dat hij die tests, die veel stress veroorzaken en het leven van de atleten overhoop halen, overdreven vond en dat hij zijn twijfels had bij het feit dat Chinese zwemmers hier meer aan werden onderworpen dan die van andere nationaliteiten. Ook IOC-woordvoerder Mark Adams bevestigde dat de Chinese zwemploeg ‘de meest geteste ploeg’ is op de Olympische Spelen in Parijs. Sinds januari heeft de ploeg meer dan 600 tests ondergaan.

Negatief

Volgens bepaalde westerse media was Pan Zhanle echter ‘de winnaar die niemand wilde’. Er klonk inderdaad wat boegeroep op de tribunes. Dat heeft te maken met insinuaties en beschuldigingen die bij een deel van de sportwereld en van het westerse publiek de geesten vergiftigen. De Duitse tv-zender ARD en ‘kwaliteitskrant’ The New York Times hebben de afgelopen maanden artikelen gepubliceerd over vermeende dopingschandalen bij de Chinese zwemmers die zouden toegedekt zijn door het internationale anti-dopingagentschap WADA.

Met deze aanval op de integriteit van de Chinese en de mondiale sportorganisaties is ook de politiek in de VS aan de haal gegaan: op vraag van het Amerikaanse Congres is de FBI ingeschakeld. Sommigen in het Westen kunnen het niet hebben dat China zo schittert: de Australische zwemcoach, en zelfs enkele Amerikaanse zwemmers, toonden zich slechte verliezers. Zij weigeren te geloven dat de Chinese sporters op een eerlijk wijze aan hun medailles komen.

Vanwaar het Chinese succes?

De Global Times geeft echter enkele overtuigende verklaringen voor het succes. Dit komt door ‘Fysieke fitheid en vaardigheden en een uitgebreide competitie waarin voeding, sportwetenschap, productiewetenschap en andere disciplines zijn geïntegreerd’. Voor dat alles spant de Chinese overheid zich zoals bekend sinds jaren in en met prima rendement. ‘Chinese atleten vandaag de dag op het Olympische podium, dat is het resultaat van de Chinese deelname aan wereldwijde competitie, (…) een eerlijke, rechtvaardige en open competitie.’

Tenslotte is er nog een wereldwijde trend, die wij vandaag trouwens ook in het wielrennen zien. ‘Bij grootschalige internationale sportevenementen is het winnen van gouden medailles niet langer voorbehouden aan ontwikkelde landen’. De Chinese krant wijst op een noodzakelijke historische inhaalslag: ‘volgens een onderzoek van de Britse Lawn Tennis Association kan het ontwikkelen van een professionele tennisspeler van 5 tot 18 jaar meer dan 300.000 dollar kosten. Hetzelfde geldt voor zwemmen.

Wat de locaties betreft, zijn zwembaden al lange tijd populair in westerse ontwikkelde landen, terwijl ontwikkelingslanden er veel later mee zijn begonnen. (…) Landen in het Mondiale Zuiden nemen steeds vaker deel en behoren zelfs tot de wereldtop’. Dankzij de economische ontwikkeling van opkomende landen ‘wordt de Olympische beweging echt internationaler.’

Nieuwe generatie

In China is er ook tevredenheid en bewondering voor de houding van de nieuwe generatie Chinese atleten en voor wat die jongeren uitstralen. De Global Times constateert: ‘Ze prijzen en moedigen atleten uit andere landen aan, spreken Engels buiten het veld en zijn zelfverzekerd en inclusief in interculturele interacties. Met de universele taal van de sport geven ze de wereld een nieuw beeld van China. Ze streven altijd naar uitmuntendheid (…) en bevorderen culturele uitwisselingen en wederzijds leren op een vreedzame en coöperatieve manier (…).’

En dat was het zeker toen Pan Zhanle moest reageren op de negatieve reacties van sommigen in het publiek en van westerse media. Pan erkende dat het testregime zwaar was, maar bleef positief. ‘Vorig jaar ben ik 29 keer getest, geen enkele keer positief. Dit jaar ben ik tussen mei en juli 21 keer getest, opnieuw geen enkele keer positief. Tijdens de Olympische Spelen ben ik twee keer getest, laat de resultaten maar komen. Al die tests hebben me niet erg beïnvloed en ik vind het niet zo vervelend. Het hoort bij de regels,’ zei hij.

Misverstanden opruimen

Wel had de zwemkampioen het begrijpelijkerwijze even kwaad gekregen na de schandalige vijandigheid waarmee zijn overwinning werd begroet en hij had het gedrag van Kyle Chalmers verkeerd geïnterpreteerd. Maar Chalmers had al snel gezegd dat er volgens hem geen sprake was van valsspelen. ‘Ik vertrouw erop dat hij er alles aan heeft gedaan om zover te komen en hij verdient die gouden medaille’. De twee zwemmers zijn het intussen eens geworden dat het om een misverstand en een taalprobleem ging. Bovendien wordt dat bevestigd door de foto van de medaillewinnaars die vriendschappelijk samen op het podium staan. 

Racisme en oorlog

Dus, ‘eind goed al goed?’ Nee, want de hoofdzakelijk westerse achterdocht en vijandigheid heeft een onmiskenbaar racistische, sinofobe bijsmaak: ‘Chinezen zijn daartoe niet in staat’, ‘Chinezen zijn niet te vertrouwen’. Racistische reflexen op de Olympische Spelen waar hier en daar nog meer Chinese atleten, maar ook atleten uit derdewereldlanden het mikpunt van zijn. In het geval van China komt er bovendien een dimensie bij: racisme en oorlogsvoorbereiding gaan hand in hand. Tegen de Volksrepubliek China en vooral tegen de Chinese president Xi Jinping is een campagne aan de gang waarin met leugens en verdraaiingen van de waarheid op vele terreinen vijandigheid en angst gekweekt wordt voor het land, zijn leiders en zelfs voor zijn bewoners.

In het geval van de beschuldigingen aan het adres van Chinese atleten op de Olympische Spelen is te zien hoe gemakkelijk sommige journalisten van gevestigde media hierin meegaan. Bij de VRT leverden ze bij de rel rond Pan Zhanle een typisch voorbeeld. De journalisten van dienst zijn niet verontwaardigd over het boegeroep tegen een medaillewinnaar. Ze nemen de versie van de VS, ietwat meesmuilend, over (‘in de VS schuwen ze de grote middelen om hun gelijk te halen niet’) en beroepen zich op anonieme experts. De Chinezen die ‘bedenkelijke argumenten’ en ‘totaal ongeloofwaardige verhalen bovenhalen’, kunnen alleen maar ‘foeteren’ over ‘mentale stress’ van de controles. Behalve Pan: die zou ‘ongemeen hard uitgehaald hebben naar zijn tegenstanders’. Hij is de ‘winnaar die niemand wilde’.

Olympische Spelen revisited

Is het overdreven bij dit alles te wijzen op de nieuwe koude oorlog tegen China en te waarschuwen voor invloedrijke elementen in de twee grote Amerikaanse partijen en in de top van de EU en de NAVO die lijken aan te sturen op een echte oorlog? Hoezeer is sinds pakweg 2008 de publieke opinie gewijzigd rond kwesties die in feite alleen de Chinezen zelf aangaan: Xinjiang, Tibet, Hongkong, Taiwan, en vooral rond de fabel van de groeiende agressiviteit van China in de Stille Oceaan?

Om even terug te keren naar de Spelen: tijdens de Olympische Spelen van 2008 in Beijing richtten de westerse anti-Chinese campagnes zich nog vooral op Tibet, met onbeschaamde verstoringen van de Olympische vlam door separatisten en hun supporters. Jude Woodward, die verantwoordelijk was voor de relatie van de City of London met China was zo geschokt, dat het haar heeft gemotiveerd om het profetische boek Amerika tegen China te schrijven.

Vergelijk het eens met wat er ‘bij ons in Europa’ gaande is. Aan het verschijnsel dat in het Westen een meerderheid van de bevolking de visie van Washington en de NAVO op de oorlog in Oekraïne nog steeds aanneemt en wapenleveringen aan Kiev goedkeurt is een zorgvuldige voorbereiding van de geesten voorafgegaan. Hierbij werden en worden Rusland en zijn president Poetin zodanig gedemoniseerd dat politieke partijen, bewegingen en burgers het westerse Oekraïnebeleid en de NAVO nauwelijks durven te bekritiseren of dat niet willen uit vrees voor de banvloeken van de ‘weldenkende publieke opinie’. En alweer terug naar de Olympische Spelen en andere tornooien: daar worden de Russische atleten gewoon geweigerd, een anti-sportieve schande waar weinig verweer tegen lijkt te zijn. Misschien stof tot nadenken als er weer verhalen rondgebazuind worden over onstuitbare, onbetrouwbare en agressieve Chinezen.

Bronnen: Global Times, Xinhua, China Daily, VRT, The Guardian, South China Morning Post

Print Friendly, PDF & Email