Chinasquare concentreert zich op het hedendaagse China, maar zoals ik al eerder vanuit China rapporteerde, kan het moderne China zonder kennis van de cultuur en geschiedenis niet echt doorgrond worden. Vorige week bezocht ik in het Parijse Museum Guimet een expositie over het leven tijdens de Tang-Dynastie, een van de grote bloeiperiodes in de Chinese geschiedenis, waarvan hierbij een verslag.

Het beginpunt van de expositie; foto van de auteur
Tang
De Tang-Dynastie (618–907 na Chr.) is de tweede grote periode van bloei in de Chinese geschiedenis; de eerste was de Han-Dynastie (202 vóór Chr. – 220 na Chr.). Tijdens de Tangperiode werd het klassieke China gevormd, zoals we dat uit de verhalen kennen. Na een periode waarin het Boeddhisme overheerste, kreeg in de loop van de Tang-Dynastie het Confucianisme weer de bovenhand en werd het examensysteem voor ambtenaren uitgebouwd. Ook de Chinese cuisine zoals we die nog steeds kunnen proeven kwam tijdens de Tang-Dynastie tot stand.
Han versus Tang
Een bewijs voor het belang van deze twee dynastieën is bijvoorbeeld dat de moderne naam voor de Chinese taal Hanyu, ‘Han-taal’, luidt. De officiële aanduiding van de Chinese etniciteit (tegenover bv. de Mongoolse) is Han. In sommige zuidelijke dialecten noemt men Chinezen ook wel Tangren (‘Tangmensen’). Daarentegen is de Chinese aanduiding voor Chinatowns in vele steden buiten China Tangrenjie of ‘Tangmensenstraat’. De meeste Chinatowns zijn opgericht door immigranten uit Zuid-China, dat pas tijdens de Tangperiode volledig bij China geïntegreerd werd.
Chang’an
Het centrale thema van deze expositie is het dagelijks leven in de hoofdstad tijdens de Tang: Chang’an, nu bekend onder de naam Xi’an. Volgens de expositie was Chang’an ooit de grootste stad ter wereld. Dit vormde in feite de plaats waar de Zijderoute eindigde – of begon natuurlijk. Kooplieden uit Perzië, Arabië en Centraal-Azië brachten goederen naar Chang’an. Velen vestigden zich daar als handelsagent en brachten daarbij ook hun religies mee. In het museum kun je veel beelden zien van buitenlanders met hun kamelen.
Religie
De Tang-keizers waren in het algemeen heel open wat betreft vreemde religies. Zolang je je aan de wet hield, was je vrij in de uitoefening van je geloof, inclusief het bouwen van tempels. Naast die van de bekendere religies, kende Chang’an ook Nestoriaanse en Zoroastrische tempels. Op de expositie kun je de locaties van de tempels en kloosters via een multimediapresentatie laten oplichten.
Literatuur
De Tang-dynastie kende ook een enorme literaire productie, met name van poëzie. Veel van de bekendste Chinese dichters, zoals Li Bai en Du Fu, leefden en schreven tijdens de Tangperiode. De expositie wijdt een hele hal aan die literatoren. Overigens bestonden er nauwelijks beroepsschrijvers. De meeste schrijvers en dichters waren auteurs die aan het examensysteem deelnamen om zo een ambtelijke positie te verkrijgen. Een ùarkant detail is dat Li Bai een tijd aan het hof werkte als vertaler, omdat hij een niet-Chinese taal kende (welke is niet geweten). Dit sluit aan bij de bovenstaande sectie over de openheid jegens buitenlanders tijdens de Tang.
Symboliek
Ik zie connecties tussen zaken die in deze expositie aan bod komen en het heden. De opbouw van de expositie, voortvloeiend uit een samenwerking met meerdere Chinese musea, lijkt de kritiek van westerse politici en media op China te willen weerleggen. Chang’an was toen de grootste stad ter wereld, maar vooral ook een open stad waar iedereen zijn ding kon doen, op voorwaarde dat je de wetten van het land respecteerde. Dat geldt ook voor het hedendaagse China en haar hoofdstad Beijing. Chang’an zou deze status nooit hebben kunnen bereiken zonder de Zijderoute, die heden ten dage onder de naam Belt & Road Initiative voortgezet wordt.
Bron: eigen observaties van de auteur