Premier Li Keqiang is terug van zijn bezoek aan Vietnam. Wat heeft het opgeleverd? Veel, vindt hij in elk geval zelf. Anderen hebben uiteraard wat twijfels.
Li sprak met de Chinese journalisten die hem hadden begeleid, voor hij terugvloog naar Beijing. Eerst somde hij de resultaten op van zijn bezoek aan de vergadering van de ASEAN en aan een aantal landen van deze organisatie. Hij had het over het positieve onthaal dat zijn voorstellen hadden gekregen, ook in gesprekken in de wandelgangen. De premier was ervan overtuigd dat de meeste landen te vinden waren voor vreedzame, bilaterale regelingen van de maritieme geschillen in de regio. De voordelen van economische samenwerking zouden daarbij een zwaarwegend argument zijn. Via deze context kwam Li uit bij zijn bezoek aan dat belangrijke land van de ASEAN, een ideologische vriend en politieke concurrent: Vietnam.
Hij was tevreden over de oprichting van drie werkgroepen. Die moeten voorstellen uitwerken om de betrekkingen te verbeteren: een groep gaat over onderzoek van de zee, een over infrastructuur te land en een over financiële samenwerking. De eerste, de maritieme werkgroep, zal zich in het begin concentreren op de Beibu Baai, voor de Vietnamezen de Golf van Tonkin, die tussen het Chinese eiland Hainan en de noordelijke kust van Vietnam in ligt. Daar werken de beide landen al vele jaren lang redelijk goed samen op het gebied van economie, handel en wetenschappelijk onderzoek, ondanks de territoriale meningsverschillen die ook in de golf spelen. China en Vietnam zullen nu de ontwikkeling van de economische zone in de Beibu Baai sterk opvoeren. De ervaringen daar opgedaan zullen dan dienen als voorbeeld voor de aanpak van de andere twistpunten in de Zuid-Chinese Zee. Li herhaalde dat deze samenwerking niet in tegenspraak is met de wil van China om zijn onafhankelijke soevereiniteit te handhaven. Daarnaast had Li er goede hoop op dat de wederzijdse handel zou toenemen tot 100 miljard dollar tegen 2017 en dat die handel meer en meer zou gevoerd worden met gebruik van de eigen valuta. Vietnam zou een positieve rol spelen bij het bevorderen van de relatie die China heeft met de ASEAN.
Volgens de officiële Chinese media staan in elk geval de hoogste Vietnamese leiders achter de afspraken en is er bij de overheid van beide landen een grote bereidwilligheid tegenover elkaar. De media brengen ook lovende citaten uit de pers en van waarnemers uit Singapore, Maleisië en Vietnam zelf. De publicisten van de Westers-Aziatische consultant Dezan Shira, Asiabriefing.com en Chinabriefing.com, maken ietwat sceptische kanttekeningen. De investeringen in infrastructuur die China en Vietnam zijn overeengekomen vallen wat minnetjes uit vergeleken met die bereikt in de andere landen die Li heeft bezocht. Op dit moment is de wederzijdse handel nog maar 25 miljard dollar: er is dus een heel eind te gaan om het doel van 100 miljard (zie boven) te bereiken. Vietnam heeft een troefkaart waarmee het druk kan zetten op de onderhandelingen over de Zuid-Chinese Zee: Beijing moet de medewerking van Hanoi krijgen bij de aanleg van een hogesnelheidslijn om Yunnan met Zuidoost-Azië te verbinden.
Optimistischer was Tuoitrenews.vn. Deze belangrijke Vietnamese krant neemt inderdaad een groter enthousiasme waar bij beide zijden om elkaar regelmatig via alle mogelijke kanalen te consulteren en beter samen te werken op alle vlakken. Tuoitrenews denkt dat China en Vietnam tegen 2015 in elk geval al voor 60 miljard dollar handel zullen drijven en wijst erop dat de beide partijen vastbesloten zijn zich te houden aan de ‘Declaration on the Conduct of Parties (DOC) in the East Sea’ die in 2002 door bemiddeling van de ASEAN is tot stand gekomen en waarop China zich regelmatig beroept.
SCMP besteedt uitvoerig aandacht aan het charmeoffensief van Li Keqiang richting de Vietnamese bevolking en de jongeren in het bijzonder.
Bronnen: Xinhua, tuoitrenews.vn, www.asiabriefing.com, www.china-briefing.com, SCMP