China wil chiptechnologie beheersen

China wil ook op het uiterst strategisch gebied van chips de ontwikkelde landen bijbenen. In de jaren 90 gaf de Chinese overheid reeds 1 miljard dollar aan steun aan deze technologie, met beperkt resultaat. Vandaag worden nog bijna alle hoogwaardige chips voor computergeheugens of auto’s ingevoerd. Een nieuwe poging overtreft alle vorige qua inzet van middelen.

chipsHet plan van 2014 voorziet investeringen en steunmaatregelen door overheid en privé van 100-150 miljard dollar. Bedoeling is tegen 2030 technologisch volledig bij te zijn en niet meer af te hangen van de invoer van hoogwaardige chips. Als tussenobjectief is in 2015 gesteld dat tegen 2025 het chipverbruik van de Chinese economie voor 70% door lokale productie gedekt moet zijn. Vandaag verbruikt China jaarlijks voor 145 miljard dollar aan chips. De Chinese productie bedraagt maar één tiende daarvan. Het plaatje wordt wel iets rooskleuriger wanneer men er rekening mee houdt dat een groot deel van de ingevoerde chips ingebouwd worden in direct uitgevoerde producten zoals smartphones van Apple of laptops van Lenovo.

China gaat niet alle technologie zelf opnieuw uitvinden. Het is zaak zoveel mogelijk kennis te kopen in het buitenland. Niet te verwonderen dat recentelijk Chinese staatsbedrijven via allerlei filialen participaties proberen te verwerven in buitenlandse chipbedrijven. In januari kondigde de provincie Guizhou aan dat ze een belang van 55% neemt in een gespecialiseerde joint venture samen met de Amerikaanse chipontwerper Qualcomm. Daarvoor wordt 280 miljoen dollar uitgetrokken. Het Taiwanese Powertech Technology, een tester en verpakker van chips, verkoopt een 25% participatie aan de Tsinghua Unigroup voor 600 miljoen dollar. Staatsbedrijf JianGuang Asset Management verwierf in 2015 de controle over de Nederlandse fabrikant van chips voor mobiele grondstations NXP voor 1,8 miljard dollar. Een consortium onder leiding van staatsbedrijf China Resources Holdings bood 2,5 miljard dollar voor het Amerikaanse Fairchild Semiconductor International.

Bij vorige technologiecampagnes zoals voor zonnecellen of Led-lampen heeft de regering te gulle subsidies aan te veel producenten gegeven, met overcapaciteit als gevolg. Deze keer zullen de steunmaatregelen selectiever toegepast worden. Zo wordt SMIC in Shanghai vooruitgeschoven als smelter, producent van grote hoeveelheden chips die door anderen ontworpen worden. HiSilicon in Shenzhen , een filiaal van Huawei, zou een vooraanstaand chipontwerper moeten worden.

Tsinghua Unigroup, een spin-off van Tsinghua universiteit in Beijing moet een uitdager voor het grote Intel worden. Het bedrijf kocht in 2013 twee Chinese bedrijven die chips ontwerpen voor 2,6 miljard dollar. In 2015 kocht het voor 2,3 miljard dollar een aandeel van 51% in H3C, een filiaal van HP dat netwerkmateriaal vervaardigt. Einde 2015 kondigde het aan voor 13 miljard dollar nieuwe aandelen uit te geven om een grote fabriek van geheugenchips te bouwen. Volgens de voorzitter wil het de komende vijf jaar 45 miljard dollar aan participaties en overnames spenderen. In 2015 bood het 23 miljard dollar voor de overname van Icron, een grote Amerikaanse fabrikant van DRAM geheugenchips voor desktop computers en servers, maar het bod stootte in de VS op politieke weerstand. Een overnamebod op een Zuid-Koreaanse fabrikant van DRAM en flashgeheugen chips werd afgeslagen en het bod op het Taiwanese Siliconware Precision Industries (SPIL) staat onder politieke druk in Taiwan nu de oppositiekandidaat daar de verkiezingen gewonnen heeft. In 2014 kocht Intel overigens zelf voor anderhalf miljard dollar een 20% aandeel in Tsinghua Unigroup als onderdeel van een samenwerking om chips voor mobiele toestellen te maken.

China zal zeker proberen niet te verzeilen in het straatje van Taiwan: daar werd in de jaren 90 en na de eeuwwisseling voor 50 miljard dollar – meestal overheidssteun- geïnvesteerd in chipproductie, maar toch slaagden de Taiwanese bedrijven er niet in de top te bereiken en maakten ze grote verliezen. Dat was in een snel groeiende markt. China moet het nu waarmaken in een eerder verzadigde markt. Ondanks de geplande overnames is de kerntechnologie van chips goed afgeschermd door wetten in de VS, Taiwan en Zuid-Korea, die onder meer uitvoer van hoogtechnologische strategische producten naar China verbieden. China zal de technologie toch grotendeels zelf moeten ontwikkelen. De budgetten voor ontwikkeling gaan nog aanzienlijk moeten stijgen. Intel alleen besteedt vier keer meer aan onderzoek dan de hele Chinese chipsindustrie samen.

Bron: The Economist 23 januari 2016, p. 53-5

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *