China wordt locomotief van Azië

Volgend artikel is overgenomen van IPS en verscheen reeds in De Wereld Morgen
woensdag 05 januari 2011
door  Marwaan Macan-Markar
BANGKOK — China voert steeds meer halfafgewerkte producten in uit zijn buurlanden, een gevolg van de stijgende loonkosten in eigen land. Samen met de economische stagnatie in Europa en de VS maakt dat van China de nieuwe motor van de regionale economie.
“China is centraal voor de toekomstige groei in Azië”, zegt Simon Tay, de voorzitter van het Singaporees Instituut van Internationale Zaken. “De vraag uit de industrielanden neemt nauwelijks toe, en dus moet Azië zijn eigen consumptie opdrijven. China is daarin met zijn snelle groei het belangrijkst.”

Exportgroei

Door de sterke vraag uit China lieten de ontwikkelingslanden in Azië een exportgroei van gemiddeld 19,3 procent optekenen, zegt de Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Stille Oceaan (Escap). China voert grondstoffen, halfafgewerkte producten, onderdelen en diensten in die het vroeger grotendeels zelf produceerde, en zet die in bij de vervaardiging van exportproducten waarmee het de wereldmarkten verovert.
Voor andere Aziatische exportlanden als Zuid-Korea, Taiwan, Zuid-Korea, Maleisië, Indonesië, Singapore, Thailand en de Filipijnen kwam die bijkomende vraag uit China als geroepen. Ze hadden immers zwaar te lijden onder de terugvallende invoer door hun traditionele klanten in de VS en Europa als gevolg van de internationale economische crisis die in 2008 begon.

Diversificatie

“De markt voor intermediaire goederen in China was dé positieve ontwikkeling in 2010”, zegt Ravi Ratnayake, directeur handel en investeringen bij de Escap. “Aziatische landen hebben er een belangrijke markt bij gekregen en werden minder afhankelijk van de uitvoer van afgewerkte producten naar de VS en Europa.”
Sommige Chinese experts zien de ontwikkeling ook als positief, ook al heeft de verschuiving veel te maken met de stijgende loonkosten die heel wat bedrijven in China de voorbije jaren voor grote uitdagingen stelden. Ze geloven dat de hogere loonkosten China op lange termijn zullen helpen minder afhankelijk te worden van exportproducten met een lage toegevoegde waarde.
China “wil opklimmen op de industriële waardeketen”, zegt Ganeshan Wignaraja, de hoofdeconoom van het Bureau voor Regionale Economische Integratie van de Aziatische Ontwikkelingsbank. “China doet nu alles – grondstoffen, onderdelen en afgewerkte producten”, en dat zowel voor eenvoudige verbruiksgoederen als voor hoogtechnologische producten. China voerde het voorbije jaar voor ongeveer 1700 miljard dollar (1300 miljard euro) uit, en hoogtechnologische producten als auto’s en auto-onderdelen waren al goed voor 11 procent van dat bedrag.
Voor de Aziatische handelspartners van China is het voorlopig wachten op nog bredere exportkansen. Door de groeiende vraag uit China gaat de handel tussen Aziatische landen erop vooruit, maar afgewerkte producten ontbreken nog grotendeels in het exportpalet. Slechts 17,5 procent van de intraregionale handel dekt de behoeften van eindverbruikers.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *