China’s activiteiten in schone energie bieden lessen voor het Westen

Kritiek op de verhoogde invoerbelasting op EVs uit China concentreert zich tot nu toe op de mogelijke negatieve gevolgen voor de opleggende landen en de mondiale economie van deze maatregelen op de lange termijn. Anders Hove van het Oxford Institute for Energy Studies heeft onlangs een diepgaande analyse gepubliceerd van China’s snelle vorderingen op het gebied van schone energie. Dit artikel biedt een samenvatting hiervan en eindigt met een aanvullende commentaar.

Een auto-accu van BYD; foto BYD (disclaimer)

Vrijhandel (?)

Nu de overgang van fossiele brandstoffen versnelt, zijn wereldleiders nog nooit zo ambitieus geweest over doelen voor schone energie. Het is daarom des te verrassender te zien dat westerse regeringen, die zich al zo lang pronken met hun vrijhandelsagenda’s, onderling wedijveren om beschermende tarieven op te leggen op technologieën voor schone energie.

Om hun eigen industrieën te beschermen hebben zowel de VS als Europa onlangs verhoogde tarieven opgelegd aan geïmporteerde elektrische voertuigen (EV’s) en zonne-energie, met name aan die uit China. Dit is nu echter juist het land dat de productie van zonne-energie, batterijen, EV’s en, tot op zekere hoogte, windenergie domineert. Deze tarieven kunnen de overgang naar schone energie dus duurder maken, zelfs als ze succesvol zouden voor in het diversifiëren van toeleveringsketens.

Tarieven worden vaak gerechtvaardigd met behulp van simplistische argumenten over het creëren van een gelijk speelveld voor concurrentie. Het verhaal gaat dat westerse bedrijven de technologie hebben, maar niet kunnen concurreren door subsidies en goedkope arbeidskrachten in China. Dit argument negeert echter belangrijke aspecten van het industriebeleid die China in staat hebben gesteld de schone energie-industrie van vandaag te domineren.

Een recente paper, ‘Clean energy innovation in China‘, laat zien dat de dominantie tot stand kwam door een combinatie van een aantal verschillende beleidslijnen, waarvan subsidies en staatsplanning een belangrijk, maar niet noodzakelijkerwijs dominerend, aspect waren. Integendeel, over lange periodes heeft China expliciet geprobeerd technologie voor schone energie onder de knie te krijgen en te lokaliseren als een strategie voor lokale en nationale economische ontwikkeling.

Subsidies: Opschalen en lokaliseren

In China vormen subsidies een van de instrumenten voor industriebeleid. In veel gevallen waren dit aanpassingen van modellen die al in het westen gebruikt werden. Het feed-in-tarief dat werd betaald aan binnenlandse zonne- en windenergiecentrales was bijvoorbeeld een aangepaste versie van het model dat al tien jaar eerder in Duitsland werd gebruikt. Voorafgaand aan de goedkeuring van feed-in-tarieven profiteerde de Chinese windindustrie van subsidies in het kader van het Clean Development Mechanism (CDM) van de Verenigde Naties. Feed-in tarief en CDM subsidies waren van cruciaal belang voor het opschalen van de productie in die twee gebieden. Toen ze eenmaal niet meer nodig waren, stelde China geen subsidies beschikbaar voor nieuwe binnenlandse projecten.

Vaak zijn subsidies rechtstreeks gekoppeld aan de lokalisatie van technologieën. In het geval van windprojecten die door de CDM worden ondersteund, heeft China specificaties opgesteld om ervoor te zorgen dat het niet enkel buitenlandse bedrijven waren die alle inkomsten en economisch voordeel opstreken.

Subsidies in de batterij- en EV-markten waren nog meer gefocust. Aanvankelijk waren EV-subsidies gekoppeld aan lokaal geproduceerde batterijen. De prikkels werden vervolgens verfijnd om lokale spelers te verplichten alle drie de centrale technologieën die betrokken zijn bij EV’s onder de knie te krijgen: batterijen, motoren en besturingssystemen. Er werd een witte lijst opgesteld voor bedrijven die in aanmerking kwamen om subsidies te ontvangen.

Industrieel beleid: productieclusters

Naast subsidies heeft de Chinese centrale regering ook vertrouwd op industriebeleid om ondernemerschap en innovatie in schone energie aan te moedigen – vaak in samenwerking met lokale overheden die graag investeringen in strategische gebieden met sterke groeipotentie willen bevorderen. Het resultaat is de oprichting van regionale productieclusters rond zonne-energie en batterijen.

In het verleden hanteerden Chinese regionale overheden soms een kopieerbeleid, hetgeen resulteerde in duplicatie en verspilling en zelfs provinciaal protectionisme. Om dit tegen te gaan heeft China criteria opgesteld voor EV-proefregio’s, waardoor sommige beleidsprikkels werden beperkt tot regio’s geselecteerd op basis van hun bestaande productiebasis, lokaal stimulatiebeleid om EV’s te promoten e.d.

Productieclusters zijn ook een grote prioriteit van lokale overheden. In het geval van Guangdong moedigden lokale functionarissen niet alleen fabrikanten van zonne-energie aan om productie op te zetten, maar boden ze ook aan om leveranciers naar nabijgelegen industrieparken te verplaatsen, waardoor bestaande industriële huurders gedwongen werden plaats te maken. In Shanghai lobbyde de lokale overheid bij de centrale overheid om zijn joint-venture-vereiste te versoepelen om Tesla in staat te stellen een gigafabriek in de stad op te richten en moedigde vervolgens Chinese fabrikanten van EV-componenten aan om zich in de buurt te vestigen en naar kwalificatie als Tesla-leveranciers te streven. Zodra lokale leveranciers de kwaliteitsniveaus hadden bereikt die nodig zijn om internationaal te concurreren, zou de hele binnenlandse EV-industrie hiervan profiteren. Een hoge ambtenaar roemde dit als het ‘meervaleffect’: gooi een meerval in de vijver en alle kleine vissen moeten sneller zwemmen.

Marktgerichte innovatie: van ge-meerval-d tot meerval

Beleid is echter niet de enige bepalende factor geweest voor de concentratie van de toeleveringsketen in China. Marktkrachten speelden ook een rol. Tegen het begin van de jaren 2010 domineerde China de productie van zonnecellen, hoewel het halverwege het decennium nog steeds achterbleef bij het maken van de complexe en dure gereedschappen die nodig waren om die artikelen te vervaardigen. Lokale leveranciers van apparatuur hebben mogelijk niet de kwaliteit van internationale spelers kunnen leveren, waardoor hun apparatuur geregeld defect raakte. Maar gemeenschappelijke taal en fysieke nabijheid hielpen oplossingen te versnellen en uiteindelijk hielpen lokale aanbieders elkaar bij het verbeteren van hun kwaliteit. Tegenwoordig domineren Chinese producenten van apparatuur de wereldwijde markt van dergelijke gereedschappen.

Dit wijst op een kritisch voordeel dat China vandaag de dag heeft op het gebied van schone energie, een die in het Westen bijna nooit openlijk wordt erkend: innovatie. China heeft veel van de meest kwantificeerbare innovatiestatistieken ingehaald, zoals octrooien, invloedrijke wetenschappelijke publicaties of R&D-uitgaven. Maar wat nog belangrijker is, de clustering van de productie heeft geholpen het tempo van innovatie in productie-intensieve goederen (zonnecellen, batterijen en windturbine-onderdelen) te versnellen. Hoewel de siliciumzonnecel oppervlakkig gezien weinig is veranderd sinds de jaren vijftig, is de efficiëntie verbeterd en zijn de productiekosten gedaald naar een niveau dat ooit voor onmogelijk gehouden werd. Datzelfde geldt voor batterijen of permanente magneten. Schaalvoordelen zijn hier zeker belangrijk voor geweest, maar een andere kritieke factor is learning-by-doing en learning-netwerken tussen leveranciers van apparatuur geweest.

Individuele bedrijven en vooraanstaande ondernemers zijn zich hier al lang van bewust. BYD is een goed voorbeeld. Het bedrijf begon in de vroege jaren 2000 als een kleine speler die chips en onderdelen maakte voor toonaangevende fabrikanten van mobiele telefoons zoals Motorola en Nokia. Maar BYD was niet in staat om aan de verwachtingen op kwaliteit en prestaties te voldoen zonder elk aspect van het productieproces onder de knie te krijgen. Dit leidde tot belangrijke beslissingen om verticaal binnen zijn eigen markt te integreren. Tegenwoordig haalt BYD naar verluidt 90% van zijn onderdelen uit zijn eigen bedrijf en heeft zijn strategie van verticale integratie geleid tot de ontwikkeling van een grote productiecluster in Shenzhen, gebruikmakend van de bestaande expertise in de regio op het gebied van elektronica en elektrische apparatuur.

Chinese bedrijven nemen deze lessen ook mee wanneer ze naar het buitenland uitbreiden. Batterijproductieleider CATL heeft onlangs plannen aangekondigd om een fonds van USD 1,5 miljard op te richten om te investeren in lokale onderdelen en leveranciers in Europa. CATL maakt al batterijen in Europa, maar de productie en kwaliteit lopen achter op zijn faciliteiten in China omdat lokale leveranciers niet aan zijn behoeften voldoen of niet snel genoeg kunnen reageren op zijn eisen. CATL wordt in feite de meerval voor de Europese batterij-industrie.

Productieclusters heroverwegen: zijn wij daartoe in staat?

Net zoals we een simplistische focus op Chinese subsidies voor schone energie of technologieoverdracht moeten vermijden, moeten we ons bij het overwegen van het westerse beleid niet alleen concentreren op tarieven.

In het Westen is er minder nadruk op het stimuleren van productieclusters als beleid. De typische westerse bedrijfsstrategie richt zich op het beheersen van slechts een paar aspecten van kerncompetentie en vervolgens proberen de productie uit te splitsen naar locaties waar arbeid, belastingen of logistieke kosten laag zijn. Dit kan ertoe leiden dat de productie van batterijen in Marokko ligt en zonne-energie in Zuidoost-Azië – waarbij Chinese spelers vaak ook de productie daarheen verplaatsen. Als westerse bedrijven niet snel genoeg in hun eigen land kunnen handelen, of als de lokale arbeids- en landkosten te hoog zijn, concluderen ze dat ze nooit kunnen concurreren met de ‘China-prijs’ of de ‘China-snelheid’.

Tegelijkertijd belemmert in het Westen het uitsplitsen van de productie de ontwikkeling van snel evoluerende productieclusters met geconcentreerd kapitaal, een basis van geschoolde werknemers en hechte netwerken waarbinnen leveranciers van elkaar leren. Productie-intensieve industrieën worden daar geconfronteerd met een innovatie- en snelheidskloof als gevolg van uitgesplitste productie.

China heeft zijn leiderschap op het gebied van schone energie niet alleen door vrijhandel bereikt. Het overheidsbeleid stond centraal. De hausse in schone energie in China is essentieel geweest voor het klimaat en heeft koolstofneutraliteit binnen handbereik gebracht door de kosten van wind- en zonne-energie, batterijen en EV’s drastisch te verlagen. In de toekomst zijn de zonne- en EV-industrie echter groot genoeg om ze wereldwijd op te schalen. Er is waarschijnlijk een vorm van lokalisatie in elke grote wereldregio vereist. Als meer regio’s de technologiegrens kunnen bereiken, zullen de kosten wereldwijd sneller dalen, hetgeen de energietransitie zal versnellen. Als je dit echter doet zonder de kosten te verhogen, is er meer nodig dan protectionisme of subsidies. Consistent beleid met nadruk op industrieclusters (in tegenstelling tot uitsplitsing) is nodig om de voorwaarden te scheppen waarin meerdere landen op deze technologische gebieden kunnen concurreren.

Nawoord: het is opnieuw cultuur

Deze analyse sluit aan bij een aantal artikelen die ik eerder op Chinasquare plaatste. Wat Europese (westerse) politici, journalisten en helaas ook veel academici weigeren in te zien is dat Chinees overheidsbeleid steunt op een unieke set culturele basiswaarden. Dit liet ik al eerder zien voor de Chinese vorm van democratie, de Chinese implementatie van socialisme en diverse Chinese ondernemers. De Chinese cultuur is particularistisch, wat betekent dat inspelen op de behoefte van het moment zwaarder weegt dat het volgen van globale regels. Die cultuur is ook sterk communautair, waardoor b.v. Chinese producenten van batterijen en die van EV’s makkelijk elkaars kennis delen en beiden profiteren van de daardoor ontstane toeleveringsketen. Tenslotte is de Chinese cultuur sterk diffuus. Waar westerse ondernemingen blindelings de bedrijfskundehandboeken volgen (universalistisch i.p.v. particularistisch), ‘zich concentreren op waar ze goed in zijn’ (specifiek i.p.v. diffuus) en hun kennis angstvallig voor zichzelf houden (individualistisch i.p.v. communautair), zoeken hun Chinese concurrenten kennis van alle onderdelen van de productieketen en proberen ze die zoveel mogelijk te integreren. Natuurlijk heeft iedere onderdeel van een Chinese productieketen zijn eigen specialisme, maar ze begrijpen elkaar goed, spreken dezelfde taal en delen ruimhartig hun bestaande kennis en inzichten voor verbeteringen. Dit is de olie in de motor van Chinese innovatieprocessen.

Anders Hoves analyse van het Chinese beleid inzake nieuwe energie gebruikt weliswaar andere terminologie, maar sluit geheel bij mijn eerdere analyses aan. De vraag rest of westerse regeringen bereid lering uit zijn rapport te trekken.

Bron: Dialogue Earth 12/8/2024

Print Friendly, PDF & Email