Maandag kende de beurs van Shanghai de grootste daling op een dag ooit: 8,48%. Dinsdag daalde ze nog 2% verder en vandaag kwam er een fors herstel met 3,4%. Daarmee blijft de Chinese beurs uiterst volatiel. Na een stijging van 150% in één jaar volgde een abrupte daling van meer dan 30% in minder dan een maand. Zeer drastisch overheidsingrijpen kon de koersen stabiliseren en in twee weken terug 15% omhoog krikken. Tot nu…
De beurscommissie China Securities Regulatory Commission kondigt aan dat ze in nog twee bedrijven een onderzoek gaat doen naar de werking van hun platform voor beurshandel. Sinds enkele weken loopt er al een dergelijk onderzoek bij filiaal Hundsun van Alibaba. De platformen worden ervan beschuldigd dat ze illegale leningen voor speculatie hebben uitgeschreven. Vrijdag had de commissie ook al aangekondigd dat ze zal optreden tegen grote aandeelhouders die het tijdelijk verbod op verkoop van aandelen overtreden of die aan prijsmanipulatie doen. Er loopt een onderzoek bij negen bedrijven, waaronder twee staatsbedrijven.
De aangekondigde maatregelen hadden blijkbaar eerder een verkeerd effect op de kleine beleggers: zij vrezen dat de overheid het uitdoven van de steunmaatregelen voorbereidt en willen nog snel eieren voor hun geld kiezen. Maar deze ongeruste beleggers vinden onvoldoende kopers. De omzet lag maandag 20% lager dan vrijdag. Zelfs “veilige” sectoren zoals aandelen van staatsbanken en verzekeringen daalden in prijs. Bijna 2.000 aandelen in Shanghai en Shenzhen daalden meer dan 10% in prijs. De index in Shanghai zakte tot 3.726 punten.
De onrust op de beurs krijgt een extra psychologische spoorslag door de zwakke voorlopige resultaten van de Chinese industrie in juli. De PMI, de index van inkopers gebaseerd op enquêtes in 420 bedrijven, daalt van 49,4 in juni naar 48,2; dat is het slechtste resultaat in 15 maanden. Onder 50 wijst de index op dalende industriële activiteit. Indexen voor nieuwe bestellingen, nieuwe bestellingen voor uitvoer, en aanvullen van stocks dalen. Alleen de tewerkstelling verbetert iets. De voorlopige index geeft meestal een negatiever beeld dan de officiële cijfers die volgen. Uit officiële cijfers blijkt wel al dat de winsten in de industrie in juni 0,3% lager waren dan een jaar voordien.
Dinsdag daalde de beurs verder, maar minder spectaculair. Vooral de aandelen van grote staatsbedrijven, zoals banken, hielden goed stand. Dat zou kunnen wijzen op gerichte steunaankopen vanuit de overheid. De handel in een aantal aandelen is ook geschorst omdat ze in één dag meer dan 10% in waarde dreigden te dalen. In China gebeurt dat automatisch, daar is een regel voor (die in andere landen niet geldt). De overheid probeerde de gemoederen te bedaren en verzekerde dat ze haar politiek om de beurs te stabiliseren zou verder zetten. Woensdag keerde de rust wat terug met Shanghai 3,4 % vooruit tot 3789 en Shenzhen plus 4,1%. Donderdagavond daalde het cijfer opnieuw met 2 % tot 3.705 en de Shenzhen Composite index met 3. 21% tot 2.128.
Over de vraag of het huidige prijspeil op de beurs realistisch is zijn waarnemers verdeeld. Sommigen pleiten voor een verdere daling, omdat de stijging het voorbije jaar veel te snel verliep en men nog altijd 70% boven het peil van vorig jaar zit. Anderen wijzen op de fundamentals, de verhoudingen koers tegenover winst, die de fundamentele gezondheid van de prijs uitdrukt. Die zouden gemiddeld niet langer abnormaal hoog zijn.
Bron: Caixin, SCMP,BBC, Xinhua,FT
We publiceerden eerder een analyse over de Chinese beurs: lees hier
