Chinese communisten maken groene bocht

boomplant

Taalbewerking: Dirk Nimmegeers

 

 

De leiders van de Chinese Volksrepubliek willen zich voortaan meer richten op duurzame ontwikkeling. Bij het beoordelen van de ontwikkeling van het land zal voortaan meer aandacht gaan naar de kwaliteit in plaats van enkel naar de verhoging van de kwantiteit zoals in het verleden. De groene bocht weerspiegelt zich het best in een toespraak van partijleider en president Hu Jintao die we omwille van zijn rijke inhoud tamelijk volledig weergeven.

 

Hu wil de mens centraal stellen en bewust een globale, gecoördineerde en duurzame ontwikkeling nastreven. Om dit nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingsconcept uit te werken is het eerst nodig om een duidelijk beeld te krijgen van de basisvereisten. De mens centraal stellen betekent het nastreven van de globale ontwikkeling bij de bevolking: materiële en culturele noden, de economische, politieke en culturele rechten. De vruchten van de ontwikkeling moeten de gehele bevolking ten goede komen. Globale ontwikkeling betekent de economische opbouw centraal stellen waarbij tezelfdertijd economie, politiek en cultuur opgebouwd worden zodat er zowel op economisch vlak als op alle sociale vlakken vooruitgang geboekt wordt. Gecoördineerde ontwikkeling betekent het maken van globale plannen voor stedelijke en rurale ontwikkeling, voor de harmonieuze ontwikkeling van mens en natuur, zowel voor de interne ontwikkeling als voor de opening op de wereld, een coördinatie van productiekrachten- en verhoudingen, tussen de economische onderbouw en de superstructuur en tenslotte coördinatie tussen alle aspecten van economische, politieke en culturele opbouw. Duurzame ontwikkeling betekent het stimuleren van harmonie tussen mens en natuur, de coördinatie van economische ontwikkeling en bevolking, grondstoffen en leefmilieu zodat de ontwikkeling gevrijwaard is voor de komende generaties.

 

Concept

 

Enkel door blijvend economische opbouw te zien als het centrale punt kan een stevige materiële grondslag gelegd worden voor de belangrijkste taak, namelijk ontwikkeling. Enkel zo kan de totale nationale kracht groter worden en is het mogelijk de problemen op te lossen die zich voordoen bij het streven naar een welvarende maatschappij.

Ten tweede is het bij het uitwerken van het wetenschappelijk ontwikkelingsproject essentieel de globale sociale vooruitgang en de globale ontwikkeling van de mens te stimuleren en zich sterk te maken voor een socialistische materiële, politieke en spirituele beschaving. Hoewel economische opbouw centraal blijft staan, moet eenzijdigheid worden vermeden en moet men voorkomen dat gebrek aan evenwicht de ontwikkeling juist afremt.

Ten derde is het nodig dat de groeivoet geïntegreerd wordt met structuur, kwaliteit en resultaat. Evenzo moet de economische groei afgestemd worden op bevolking, grondstoffen en het leefmilieu ter bescherming van de duurzaamheid. Economische ontwikkeling veronderstelt groei in kwantiteit, maar economische groei is niet identiek aan kwantitatieve groei. De ontwikkeling moet ook duurzaam zijn: enkel zo kunnen de doelstellingen op lange termijn worden bereikt. Dit veronderstelt dat tijdens het bevorderen van de ontwikkeling ten volle moet rekening worden gehouden met wat de grondstoffen en leefmilieu kunnen dragen zodat zowel de noden van heden als toekomst in rekening worden gebracht. Ten vierde is het essentieel de theorie met de praktijk te verbinden in het licht van de lokale voorwaarden en van de tijd. Het wetenschappelijk ontwikkelingsconcept  geeft de universele ontwikkelingswetten weer die gelden voor alle lokaliteiten en departementen. Tezelfdertijd moeten de verschillende toestanden tussen regio’s en departementen in overweging worden genomen: uniformiteit of dezelfde oplossingen aan iedereen opleggen is uit den boze. De sleutel ligt in het toepassen van het wetenschappelijk ontwikkelingsconcept in het licht van de voorliggende voorwaarden.

 

Concreet

 

Bevolkings-en leefmilieupolitiek raakt de vitale fundamentele belangen van de massa’s. Hun enthousiasme, initiatief en creativiteit moeten gemobiliseerd en de kwaliteit van hun leven en gezondheid moet verbeterd. Er moet spaarzaam omgegaan worden met de natuurlijke rijkdommen. Enkel zo zullen ze een lange tijd voor ontginning beschikbaar blijven. Een mentaliteitsverandering in de hele maatschappij moet ervoor zorgen dat de mensen spaarzaam leren omgaan met de economische hulpmiddelen.

In alle schakels bij de hulpbronnen zoals exploitatie, verwerking, transport en consumptie is het nodig om systematisch te gaan besparen. Hetzelfde geldt voor de industriële structuur en de consumptiewijze. Ook de wetenschap, het onderzoek en de technologie moeten hierop gericht zijn. Het is zeer belangrijk om resoluut verspilling en vernietiging van de hulpbronnen tegen te gaan voortdurend aan te sturen op een duurzaam gebruik ervan. Ten derde heeft het leefmilieu bescherming nodig. Een goed leefmilieu is een belangrijke basis voor een duurzame ontwikkeling van de productiekrachten en de voortdurende verbetering van de levenskwaliteit. “ We moeten volledig de extensieve groeiwijze die het leefmilieu opoffert en hulpbronnen vernietigt, verlaten; we kunnen niet het milieu te slachtofferen in ruil voor een tijdelijke groei; we kunnen geen belangen op lange termijn schade toebrengen voor de korte termijn; geen globale belangen voor partiële ontwikkeling.”  Ten vierde moet het concept van harmonie tussen mens en natuur stevig verankerd worden. De natuurlijke wereld is de wieg van alle levende dingen inclusief de mensheid en is de basisvoorwaarde waarvan de mens afhangt voor zijn overleven. De natuur  beschermen betekent de mensheid beschermen; de natuur opbouwen betekent geluk brengen voor de mensen. We zullen dus resoluut tijdelijk grazen, mijnroofbouw, destructief houthakken en andere activiteiten die de natuur plunderen moeten gaan verbieden.

 

Beoordeling

 

Na het theoretisch analyseren van het nieuw concept, bespreekt Hu Jintao de resultaten van bevolkingspolitiek en leefmilieuwerk. De grote bevolkingsaanwas is onder controle: in 2003 viel de natuurlijke groeivoet tot 6,01 pro mille.  Meer aandacht gaat uit naar het beschermen van het leefmilieu, de hulpbronnen, rivieren, grond, lucht…Van landbouwgrond werd terug bos en graasland gemaakt; waterbeheersingsprojecten werden opgezet evenals projecten voor het verbeteren van grote rivieren en meren. Dit legde een basis voor het verder verbeteren van bevolkings-en milieupolitiek. Toch worden deze geconfronteerd met veel problemen en uitdagingen.

Hoewel het aantal geboorten laag blijft, zal de totale bevolking gedurende de komende decennia blijven groeien en zal de druk op de werkgelegenheid nog groter worden. Ook het probleem van de verouderende bevolking wordt steeds opvallender. Het tekort aan hulpbronnen wordt met de dag duidelijker, vooral is er een ernstig tekort aan minerale grondstoffen zoals petroleum. Op sommige plaatsen blijft men ongeremd landbouwgrond bezetten en roofbouw plegen op de natuurlijke bronnen. De algemene trend van milieuverloedering is nog niet fundamenteel omgekeerd en de taak blijft zwaar. De methodes om overstromingen van de grote rivieren te voorkomen zijn niet perfect en het waterbeheer in de rurale gebieden is eerder zwak. De tegenstelling tussen de vraag en het aanbod aan water is zeer acuut en het wordt een factor die het economisch- en sociaal leven remt. Op langere termijn gezien zal de tegenstelling tussen de economische ontwikkeling en de bevolkings- en milieupolitiek toenemen en de druk op duurzame ontwikkeling nog groter worden. De opdracht zal zwaar blijven ook in de nabije toekomst.

            Eenmaal dit gezegd, stapt de Chinese topleider over naar tritsen maatregelen die het tij moeten keren. Bij de bevolkings- en geboortecontrole moet de aandacht toegespitst op drie grote zaken. Vooreerst moeten strategische studies over bevolkingsontwikkeling worden versterkt om een politiek op halflange- en lange termijn op te stellen. De regio’s moeten regionale plannen opstellen. Ten tweede moet geïnnoveerd worden bij het mechanisme van geboortecontrole, vooral door belonen en ondersteunen van rurale huishoudens. Doordat de sociale zekerheid er zwak is, bestaat de tendens om veel kinderen, vooral mannelijke, te krijgen. Bij het vernieuwend denken moet vooral een ruraal sociaal zekerheidssysteem opgebouwd worden dat aangepast is aan het niveau van de economische ontwikkeling en dat de geboortecontrole helpt. Ten derde moet er voor een evenwicht gzorgd worden tussen het aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke baby’s.

            Wat de grondpolitiek betreft, eerst en vooral is het noodzakelijk het striktste beschermingssysteem toe te passen voor de landbouwgrond. Vooral het onwettelijk bouwen- en de blinde expansie van ontwikkelingszones moet gecorrigeerd. Ten tweede moet het werk tot onderzoek en beoordeling van de grond worden versterkt. Geologie moet ten dienste staan van het algemeen belang. Bepaalde minerale hulpbronnen moeten strikter worden beschermd. Ook het onderzoek naar het gebruik van de zeebodem moet opgevoerd. Het cartografie werk dient meer intenser te worden. Ten derde moet de preventie en de controle van geologische rampen worden versterkt en dit vooral in het gebied van de drie kloven.

            Inzake leefmilieubescherming moeten volgende focuspunten worden aangepakt. Vooreerst is het noodzakelijk de milieusupervisie en- controle te versterken. Er moet een tijdslimiet bepaald voor ondernemingen en projecten die het milieu ernstig aantasten en tezelfdertijd moet schade verhinderd door nieuwe projecten.  De verbetering van het milieu in sleutel rivierenbekkens en regio’s moet sneller. De helft van de tijd is voorbij maar de opdracht is nog niet half volbracht. Het tienjarenplan moet strikt nageleefd en de regio’s moeten de vooruitgang terzake versnellen. Ten derde is het milieu in landelijke gebieden ook aan verbetering toe. Er moet onderzocht naar de milieukwaliteit van de landbouwproducten, standaarden moeten uitgewerkt en de voedselveiligheid verzekerd. De preventie en de controle van pollutie veroorzaakt door vee- en kippenteelt moet opgevoerd; kunstmest en pesticiden rationeel aangewend en ecologische landbouw ontwikkeld. Grote ecologische zones moeten beter beschermd evenals natuurgebieden.

Wat het waterbeheer betreft, worden volgende drie prioriteiten aangegeven. Vooreerst is het noodzakelijk de bouw van wateraanvoerprojecten te versterken en de regulerings- en controlecapaciteit van waterbronnen in tijd en ruimte te verbeteren. De transfer van water van zuid naar noord is een strategische maatregel om het tekort aan water in het noorden te verlichten. Er werd reeds begonnen met de oostelijke en centrale route en het werk moet uitgevoerd volgens hoge kwaliteitsnormen en strikt management. Ook dient aandacht te gaan naar het recycleren  van afval- regen- en zeewater. Ten tweede moet de samenleving leren water te besparen. Er zullen plannen dienen opgesteld voor watergebruik en standaarden qua waterverbruik voor alle regio’s, sectors, departementen en eenheden. Technologieën inzake waterbesparing moeten gepopulariseerd evenals toestellen die water besparen. Ten derde moet goed werk verricht in voorzorgsmaatregelen tegen overstromingen en droogte. Vooral de Huairivier moet aanzien worden als de focus voor rivierverbetering tijdens de komende periode. Ook de bouw van infrastructuur voor waterbeheer in de rurale gebieden dient verbeterd.

           

Praktisch

 

Om dit in de praktijk om  te zetten benadrukt de algemeen-secretaris van de CPC  drie zaken. Vooreerst moet het hoogste kaderlid van de partij of de regering op elk niveau haar of zijn hoofdverantwoordelijkheid opnemen en moeten partijafdelingen en regeringen een belangrijk aandachtspunt maken van het bevolkings- en milieuwerk. Ten tweede moet de markt ten volle spelen bij het efficiënt gebruik van de grondstoffen, vooral bij de prijsvorming. De sectoren met natuurlijke monopolies zijn echter verschillend van de normale concurrentiesectoren. Hierin moet naast de opening van de markt ook doorzichtigheid, rechtvaardigheid en regulering in rekening worden gebracht.  Ten derde moet macroregulering van vraag en aanbod worden versterkt. Bevolkings- en leefmilieuwerk heeft een sterk publiek karakter. Bijgevolg moeten de overheden de nodige middelen verschaffen voor ecologische regio’s, natuurgebieden, infrastructuur voor het leefmilieu, management…Vooral in de rurale gebieden moeten de uitgaven op dit gebied aangepast worden. Ook administratieve maatregelen zijn nodig zoals het onderzoek en het beoordelen van projecten vooraleer ze goed te keuren en een voorkeursbelasting voor zaken met weinig verbruik, weinig vervuiling en hoge wetenschappelijke en technische inhoud. Een milieueffectbeoordeling moet ingesteld vooraleer vergund wordt. Ten vierde moet het wetgevend werk qua bevolkings- en milieupolitiek worden versterkt. Bestaande wetten en reglementen dienen strikt nageleefd. Vooral het probleem moet bekeken dat er lage kosten zijn als de milieuwetten niet worden nageleefd en dat de kosten hoog zijn als dit wel het geval is. De volkscongressen (parlementen) op alle niveaus moeten hun supervisie op dit terrein versterken en ook de justitie moet de behandeling van milieudelicten opvoeren.

 

            Tot zover de nieuwe politiek zoals president en partijleider Hu Jintao deze uitstippelde. Zijn visie wordt volledig gedeeld door premier Wen Jiabao die zich reeds in gelijkaardige bewoordingen  heeft uitgelaten. De provincie Zhejiang was de eerste provincie om met concrete plannen voor de dag te komen die de nieuwe lijn in de praktijk omzetten: de provincie die vorig jaar een groei kende van 9 % streeft dit jaar naar een groene groei van 7 % Ook de burgemeester van de hoofdstad Peking heeft reeds te kennen gegeven de groene bocht in zijn stad waar te zullen maken: bijvoorbeeld zullen de Olympische Spelen meer humaan en groen zijn. In de ontwikkeling van Peking zal meer de nadruk komen te liggen op de ontwikkeling van de voorsteden als middel tot overbrugging van de kloof tussen stad en rurale gebieden.

De nieuwe lijn heeft ook academici aan het werken gezet die nu een ontwikkelingsmodel aan het uitdokteren zijn die het groene BNP wordt genoemd. Tussen 1985 en 2000 is het Bruto Nationaal Product met 8,7 % jaarlijks gegroeid, maar indien het verlies aan milieu- en menselijke factoren wordt verrekend, was het 6,5 % jaarlijks oftewel maar 78 % De academici buigen zich nu over een nieuwe berekeningswijze van het BNP die de kosten inzake leefmilieu ook in rekening brengt.

Dat dit wel nuttig en noodzakelijk is mag blijken uit enkele cijfers: de beschikbaarheid van water per persoon bedraagt in China slechts een vierde van het wereldgemiddelde, maar de consumptie is het dubbele als in Europa. De energie- en grondstoffenconsumptie is driemaal het wereldgemiddelde en de afvalwaters belopen 16 maal het gemiddelde. Overigens groeide van 1990 tot 2001 het olieverbruik met 100 % in China, het gasverbruik met 140 %, het gebruik van staal met 143 % en koper met 189 % Vorig jaar verbruikte China 31 % van ’s werelds steenkool, 30 % van het ijzererts, 27 % staal, en 40 % van het cement hoewel het land maar 4 % produceert van de globale wereldproductie. Gedurende de afgelopen 20 jaar steeg de woestijnvorming van 1000 m² km tot 2460 km². Na jaren van industrialisatie die 6,67 miljoen ha landbouwland opslokten, is de gemiddelde landbouwoppervlakte van 0,13 ha in 1980 gezakt tot 0,095 ha. De waterkwaliteit van 40 % van de 7 grootste rivieren voldoet niet aan de standaarden voor landbouwgebruik. De tendens tot een meer milieubewuste ontwikkeling kon niet langer uitblijven.

 

Bron:

*FBIS- Hu Jintao Airs Views on RC Resource, Development Issues  Sunday, April 4, 2004

“Hu Jintao: Speech at Central Forum on Population Resource and Environmental Work, on 10 March 2004” —

*Drawing a new roadmap Plan, Beijing Review, 1/04/04 21-24

*More Balanced Development, Beijing Review, 1/04/04 24-27

 

 

 
 

 

 

 

  China Vandaag 1/09/2004

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *