Een nieuwe studie van SAIS-CARI bestudeert de evolutie van de Chinese leningen aan Sri Lanka sinds twintig jaar. Daarbij worden enkele mythes die bij ons de ronde doen doorprikt, in het bijzonder over de haven van Hambantota en over China als grootste verantwoordelijke voor de financiële problemen van Sri Lanka.
SAIS-CARI is het onderzoeksinstituut voor Chinees-Afrikaanse betrekkingen, gevestigd aan Johns Hopkins universiteit in de VS.
Het faillissement van Sri Lanka in april heeft opnieuw de aandacht gevestigd op de Chinese leningen aan het land. Twee lokale economisten vroegen de informatie daarover op bij de Srilankese regering en schreven deze studie.
China belangrijkste bilaterale crediteur met minder dan 20% van schulden
Leningen van Chinese banken staan vandaag met 7,4 miljard dollar voor 19,6% van de Sri Lankese staatsschuld. Dat is hoger dan de 10-15% die meestal geciteerd wordt. China is de grootste bilaterale crediteur van Sri Lanka maar meer dan 80% van de schulden is met andere landen, internationale instellingen en vooral euro-obligaties. De Wereldbank staat voor 10%, de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB) voor 15%, Japan voor 9%, India voor 2%. De grootste schulden zijn echter die in eurobonds, voor 36% van het totaal.
Al deze schuld is correct gemeld aan de internationale databank voor schulden van de Wereldbank. Uit het onderzoek van de auteurs bleek dat er geen verborgen schulden waren.
Ongeveer de helft van de schulden zijn aangegaan door staatsbedrijven, de rest door de overheid. Meer dan 95% van de Chinese leningen komt van de overheid, via de China Exim Bank (uitvoerkredieten) en de China Development Bank (leningen voor ontwikkelingsprojecten). De rest komt van Chinese commerciële staatsbedrijven en commerciële staatsbanken.
Als grootste huidige crediteur zal China een hoofdrol spelen in het onderhandelen van een schuldherschikking na het recente faillissement. Een akkoord hierover met China is internationaal belangrijk want het kan waarschijnlijk als model dienen voor de schuldherschikking van Chinese leningen aan andere landen in betalingsmoeilijkheden, vooral dan in Afrika.
De gemiddelde interestvoet bedroeg 3,2%. Dat is hoger dan de leningen van Japan, de Wereldbank en de ADB, die zch gemiddeld iets boven 1% situeren, maar die laatste twee zijn opgezet om goedkope leningen te verstrekken. De Chinese interestvoet is veel lager dan die van eurobonds (6,9%) die het grootste pakket van de staatsschuld uitmaken.
De ‘schuldenval’: het typevoorbeeld Hambantota nog maar eens ontrafeld
In veel commentaren wordt China er nog steeds van beschuldigd activa van Sri Lanka aan te slaan, in het bijzonder in het geval van de haven van Hambantota. De schuldenlast voor die haven bedroeg echter slechts 2,4% van alle schuldbetalingen van Sri Lanka in 2017, het jaar dat de haven voor 99 jaar in huur gegeven werd aan het Chinese gedeeltelijke staatsbedrijf China Merchants. De afbetalingen op de lening voor de haven verliepen in 2017 normaal, zonder vertraging. De kredietcontracten die de twee economisten konden inzien maken geen melding van de haven als borg voor enige Chinese lening.
In 2014 had de regering van Sri Lanka wel al een herstructurering van de leningen voor de haven gevraagd aan de China Exim bank en voorgesteld de terminals verder te laten ontwikkelen door een joint-venture van de overheid samen met twee Chinese staatsbedrijven. Het was er toen om te doen de verlieslatende havenactiviteit terug op het spoor van winst te brengen. Die onderhandelingen sprongen af toen Sri Lanka na de verkiezingen een andere regering kreeg.
In 2017 was de inzet van nieuwe onderhandelingen anders; deze keer ging het om een manier vinden om de ernstige tekorten op de betalingsbalans van Sri Lanka te verminderen. De huurovereenkomst voor 99 jaar bezorgde Sri Lanka onmiddellijk buitenlandse deviezen. Er was geen sprake van omzetting van leningen in kapitaal of van het aanslaan van activa, in tegenspraak met wat algemeen verteld wordt.
De studie bevat veel meer interessante details over de evolutie van Chinese kredieten aan Sri Lanka de voorbije 20 jaar. De volledige tekst is hier te vinden
Bron: SAIS-CARI