Chinese overheid neemt bijsturen van economie resoluut in handen

Eind september stelde de regering een gedetailleerd plan op om in sommige industrieën de overcapaciteit terug te dringen. Het gaat zoals verwacht om traditionele sectoren zoals staal, aluminium en cement, maar ook om windmolens en silicium voor zonnepanelen.

Er wordt geen enkele nieuwe staalfabriek of uitbreiding meer goedgekeurd. Tegen 2011 moeten alle kleine hoogovens dicht. Probleem: de regering had al vroeger beperkingen aangekondigd met als resultaat dat iedereen halsoverkop begon te bouwen voor het te laat was; wat het lot van al deze projecten zal zijn is niet duidelijk. China kan 700 miljoen ton produceren.

Aluminiumsmelterijen, chemische bedrijven op basis van steenkool, en cokesfabrieken vallen onder gelijkaardige strenge beperkingen. In deze chemische sector is er 30 % overcapaciteit. Een beschuldigende vinger wijst naar de lokale autoriteiten, die ‘onwettige vergunningen’ voor nieuwe projecten gaven.

Cement is ook al een probleemgeval: indien alle projecten uitgevoerd worden, komt er 70 % overcapacitieit;  alle nieuwe projecten worden geschrapt en verouderde installaties in bepaalde provincies moeten dicht.

Voor windmolens wordt in 2010 voor niet minder dan 100 % overcapaciteit gevreesd. Nieuwe assemblagelijnen zijn nu verboden en investeerders in windenergie moeten kwaliteitsmaterieel kopen van erkende bedrijven in plaats van ter plaatse zelf een fabriekje te bouwen.

Heel anders is de situatie in de grote petrochemie. Daar is het al expansie. In de havenstad Zhanjiang (provincie Guangdong) gaat het staatsbedrijf Sinopec 50/50 samen met Kuwait Petroleum 5 miljard euro investeren in een raffinaderij van 15 miljoen ton olie met 1 miljoen ton ethyleenproductie en afgeleide producten (ethyleen is de basisgrondstof voor allerlei soorten plastiek). Andere joint ventures worden besproken met Shell, Dow Chemicals en SK Chemicals van Zuid-Korea, de laatste in Wuhan voor bijna 2 miljard euro. De capaciteit van Sinopecs eigen Yangzifabriek in Nanjing wordt tegen 2015 gevoelig opgevoerd. Daarvoor kreeg het regeringsgeld in het anticrisisplan van oktober 2008, maar niet voordat het project gewijzigd was om meer eindproducten met een hoge toegevoegde waarde te leveren.

Sinopec bouwt ook aan twee nieuwe petrochemische eenheden in Ningbo (in bedrijf in 2010) en in Shanghai. De vraag naar brandstoffen en naar van ethyleenafgeleide producten neemt immers nog altijd toe en ook het technologisch niveau van de Chinese fabrieken moet omhoog (slechte brandstof is een belangrijke oorzaak van smog in de steden).

 Ten slotte de steenkoolsector. Tegen 1 oktober moesten alle steenkoolmijnen van minder dan 300.000 ton per jaar ofwel dicht ofwel samensmelten met een groot bedrijf. Wie niet meewerkt, krijgt geen water en elektriciteit meer. In de praktijk wil dit zeggen dat veel private mijnen verdwijnen ten voordele van de grote staatsmijnen. Er is protest van eigenaars die vinden dat ze te weinig krijgen voor hun mijn, en hier en daar staan lokale besturen ook niet te springen om hun voornaamste bron van belastingen te verliezen. De maatregelen passen in een langetermijnplan voor grotere en veiliger mijnen. In de provincie Shanxi, de belangrijkste kolenprovincie, werden alle mijnen met een capaciteit van minder dan 30.000, 90.000 en 150.000 ton al gesloten in respectievelijk  2004, 2006 en 2008.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *