Chinese projecten bieden Afrika kans op ontwikkeling

China is bijna klaar met de bouw van een 500 kilometer lange spoorweg van de Keniaanse havenstad Mombasa naar de hoofdstad Nairobi. Het door China gefinancierde project door Oost Afrika kost 4 miljard dollar.  En een Chinees bedrijf gaat 2 miljard dollar investeren in een nieuwe industriezone.

Afrika


Volgende maand moet de trein van Mombasa naar Nairobi rijden. Het is één van de sleutelprojecten van de Keniaanse president Kenyatta, die zwaar investeert in wegen, pijplijnen, oliewinning en geothermische energie. De spoorlijn is het grootste infrastructuurproject sinds de onafhankelijkheid.
Het is ook één van de belangrijkste Chinese projecten in Oost Afrika, na de opening van de spoorlijn uit de haven van Djibouti naar Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië, een land zonder kust. Die spoorlijn is 800 kilometer lang en heeft 4,2 miljard dollar gekost; ze vervangt een 100 jaar oude Franse lijn.
Het is de bedoeling dat de spoorweg van Nairobi zal doorgetrokken worden tot Kampala, de hoofdstad van Oeganda, en uiteindelijk tot Kigali in Rwanda. De lijn vervangt een grotendeels in onbruik gevallen Britse spoorweg uit de 19de eeuw.
Het Chinese staatsbouwbedrijf China Road and Bridge Corporation heeft gewerkt met 20.000 lokale arbeiders, ploegbazen en bewakers. De spoorlijn heeft doorgangen voor wilde dieren op de sectie die door het Tsavo National Park loopt. China Road and Bridge Corporation zal de spoorlijn de eerste vijf jaren runnen. Ze zal ook Keniaanse vrouwen opleiden tot machinist.
De financiering van de spoorweg gebeurt voor 90% door de Chinese Eximbank, een staatsbank speciaal voor buitenlandse projecten. Dat gebeurt via een commerciële lening voor 2 miljard dollar en een zachte lening met lage rente en lange looptijd voor 1,6 miljard.

Kritiek

De Financial Times vermeldt de kritiek van Kwame Owino, de directeur van de denktank Institute of Economic Affairs. Met dit project erbij overtreft de schuld van Kenia 50% van het bnp. Deze lening alleen bedraagt echter slechts 5,5% van het bnp in 2015. Een andere kritiek is dat de spoorlijn, die de huidige transporttijd van acht uur per vrachtwagen zal terugbrengen naar slechts vier uur per trein, economisch onvoldoende zal opbrengen voor Kenia. Transportconsulenten zijn echter enthousiaster over de voordelen voor Kenia van een snelle verbinding door een groot deel van Oost-Afrika. Verder zou de kostprijs per kilometer hoger liggen dan voor de vergelijkbare spoorprojecten in Ethiopië en Marokko, wat zou kunnen wijzen op corruptie.
Over het algemeen zijn de Kenianen echter tevreden over de snelheid waarmee de Chinezen het project volgens plan afwerken. Vroegere projecten met Britse steun hadden de slechte reputatie dat ze nooit volledig gerealiseerd werden.

Instrument van ontwikkeling

Vooral in het Westen klinkt de kritiek dat de nieuwe infrastructuur hoofdzakelijk dient om Chinese verbruiksgoederen binnen te brengen en Afrikaanse grondstoffen weg te voeren. Maar Chinese investeerders werken actief mee aan het ontwikkelen van een Afrikaanse industrie.
De Guangdong New South Group plant voor bijna 2 miljard dollar investeringen in een nieuw industriepark Eldoret in de Rift vallei in het Westen van Kenia. Dat is overeengekomen met de regering van Kenia, in aanwezigheid van president Kenyatta, tijdens het recente Belt&Road Forum in Beijing. De Afrikaanse partner is Africa’s Economic Zones Ltd, en het park wordt een speciale economische zone. De zone zal over alle moderne infrastructuur beschikken. Er is gemakkelijk toegang tot landbouwproducten die als grondstof gebruikt kunnen worden, en er zijn ook voldoende terreinen voor het bouwen van fabrieken.
De Keniaanse overheid ziet de zone als een aantrekkingspool voor buitenlandse industriële investeringen. Die moeten banen scheppen en de uitvoer van Kenia een boost geven. Er is sprake van 40.000 rechtstreekse banen en de mogelijkheid van 150.000 indirecte. Wanneer de zone op volle kracht zal werken zou de output 3 miljard dollar per jaar moeten halen.
De invoer van Kenia uit China bedroeg in 2016 bijna 5 miljard dollar, drie keer meer dan in 2010. Die invoer bestaat voor een groot deel uit machines en voertuigen. Uit de VS voerde Kenia minder dan 800 miljoen dollar in.
Bronnen: Financial Times, Agefi

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *