Chinese resolutie over mensenrechten door de VN aangenomen

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) heeft donderdag een resolutie aangenomen op initiatief van China en andere niet-westerse landen, waarin wordt opgeroepen om sociale en culturele rechten te bevorderen en te beschermen. Het is een duidelijke indicatie van de toenemende acceptatie van China’s ideeën over mensenrechten.

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties; foto VN (disclaimer)

Brede steun

De resolutie, getiteld ‘Het bevorderen en beschermen van economische, sociale en culturele rechten in de context van het aanpakken van ongelijkheden’ werd ingediend door 80 landen, waaronder China, Bolivia, Egypte, Pakistan, Zuid-Afrika, Syrië en Venezuela. Deze werd tijdens de 54e zitting van de Mensenrechtenraad zonder stemming aangenomen. China was hierin een belangrijke motor. Op 10 oktober werd China met succes herkozen als lid van de Mensenrechtenraad, voor de periode tussen 2024 en 2026.

Consensus i.p.v. conflict

Bij de introductie van de resolutie tijdens de sessie stelde de Chinese ambassadeur Chen Xu dat de resolutie streeft naar consensus tussen alle partijen over de kwestie van ongelijkheid en economische, sociale en culturele rechten, en oproept tot het versterken van internationale samenwerking om deze rechten te bevorderen. In de resolutie wordt de Hoge Commissaris voor de mensenrechten verzocht het werk op dit gebied te versterken. Men stelt echter ook voor om een kenniscentrum voor economische, sociale en culturele rechten op te richten en zo een platform te bieden voor gelijkwaardige uitwisselingen over relevante kwesties tussen landen onderling.

Samen sterk

Het is niet ongebruikelijk dat meerdere landen gezamenlijk resoluties indienen en hoe meer landen dat doen, des te hoger de mate van consensus in de internationale gemeenschap over de kwestie. Dat 80 landen de resolutie van donderdag steunden bewijst dat ruim 40% van de lidstaten van de VN een consensus over deze kwestie hebben bereikt. Het onderstreept ook de actieve rol van China bij de modernisering van de mensenrechtennormen wereldwijd.

China en mensenrechten

Dit is een goed moment om iets te vertellen over de grondgedachten achter China’s kijk op de mensenrechten. De meeste lezers weten al dat China collectieve rechten op een fatsoenlijk leven met voldoende voeding, kleding en medische zorg voor iedereen, ongeacht inkomen of afkomst, vóór individualistische westerse basiswaarden als vrijheid van meningsuiting plaatst. De resolutie van afgelopen week reflecteert dit ook.

Recht op Ontwikkeling

Een nog fundamenteler begrip in de Chinese visie op mensenrechten is echter het Recht op Ontwikkeling. Het recht op ontwikkeling is een recht op grond waarvan ieder mens en alle volkeren het recht hebben deel te nemen aan, bij te dragen aan en te genieten van economische, sociale, culturele en politieke ontwikkeling, waarbij alle mensenrechten en fundamentele vrijheden volledig kunnen worden gerealiseerd. Het recht op ontwikkeling omvat ook het recht van volkeren op zelfbeschikking en de uitoefening van hun onvervreemdbare rechten op volledige soevereiniteit over al hun natuurlijke rijkdommen en hulpbronnen.

Westerse tegenstand

In de loop van 1986 diende een aantal ontwikkelingslanden het voorstel in om het Recht op Ontwikkeling onderdeel te maken van de Rechten van de Mens. Je zou zeggen dat niemand daar tegen zou kunnen zijn. Toch stemde één natie tegen: de Verenigde Staten. Ook onthielden acht naties zich bij de stemming: Denemarken, Finland, Duitsland, IJsland, Israël, Japan, Zweden en het Verenigd Koninkrijk; allemaal westerse of aan het westen gelieerde landen dus.

Ontwikkelingstegenwerking

Het is niet zonder meer duidelijk waarom deze landen deze resolutie niet steunden. Vermoedelijk had ieder land een eigen motivatie. Wel was het sindsdien voor de niet-westerse wereld duidelijk dat zij voor hun ontwikkeling niet op brede westerse steun hoefden te rekenen. Ik verwijs naar mijn eerdere artikel op Chinasquare over de ware aard van westerse ontwikkelingssamenwerking. Ik citeerde de Nederlandse handelsminister met haar uitspraak: ‘De VS willen dat democratische landen een technologische voorsprong houden op China’. In het licht van het bovenstaande kunnen we ‘China’ in deze zin door ‘de niet-westerse wereld’ vervangen.

Cultuur

Tenslotte heeft deze discussie ook een sterk cultureel aspect. Ik merkte al eerder in dit commentaar op dat de westerse opvatting over mensrechten stevig is ingebed in de westerse individualistische cultuur; zie ook hiervoor een eerder artikel op Chinasquare. Dat is op zichzelf geen probleem: het recht op een eigen cultuur is ook een basisrecht van iedere natie. Het probleem is dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens op diezelfde individualistische leest geschoeid is. Meer communautair georiënteerde niet-westerse naties zetten de rechten voor groepen boven die van de individuele groepsleden. Dat betekent niet dat zij individuele rechten ontkennen. Het is een kwestie van prioriteit. Dit leidt geregeld tot conflicten omtrent de interpretatie van de Universele Verklaring.

De kaart hierboven toont de verdeling van individualistische versus communautaire naties: hoe donkerder hoe individualistischer een natie. Kijk bijvoorbeeld eens naar de landen die tegen de resolutie van 1986 stemden of zich van stemming onthielden; Illustratie THTconsulting (disclaimer)

Multipolaire wereld

Het westen is vooralsnog niet bereid hierover een discussie aan te gaan. Toch kunnen de problemen die in dit commentaar besproken zijn pas echt opgelost worden als het westen het concept van een multipolaire wereld begint te accepteren: een wereld waarin (blokken van) naties op basis van hun eigen culturele basiswaarden een eigen soevereine natie bouwen. China speelt een leidersrol op dit gebied en dit wordt door steeds meer niet-westerse landen erkend. Na de uitbreiding van BRICS is deze overwinning in de VN-Mensenrechtenraad weer een enkele volgende stap, maar iedere stap is er een.

Bronnen: Global Times, eigen onderzoek van de auteur