De hoogst genoteerde Chinees, op 4 in de top 500
De nieuwe Fortune Global 500-lijst is uit. Er staan 95 Chinese bedrijven op. Zo wordt China, voor het aantal, land nummer twee na de VS (132 namen). Dat feit verdient wat extra uitleg.
Negenentachtig bedrijven hebben hun hoofdkantoor op het Chinese vasteland of in Hongkong en de meeste ervan zijn staatsbedrijven. De overige zes zijn van Taiwan. Alle Chinese ondernemingen van het vasteland die vorig jaar de Fortune Global 500 hadden gehaald, deden dat in 2013 opnieuw en er waren nu 16 nieuwkomers. Het aantal particuliere bedrijven is van vijf naar zeven gestegen. De brutowinst (omzet minus de kosten) van alle Chinese bedrijven in de Global 500 samen, bedraagt 17% van de totale brutowinst van alle bedrijven die op de ranglijst voorkomen. De reusachtige staatsbedrijven Sinopec Group, China National Petroleum Corp (olie) en State Grid Corp of China (energie) zijn tot de top tien doorgedrongen. Dat de meeste ondernemingen behoren tot de sectoren ijzer & staal, auto-industrie, grondstoffen en banken zou volgens sommige waarnemers wijzen op het nog steeds onevenwichtige model dat in China zwaar rust op investeringen. Voor de hele lijst geldt echter wel dat die sectoren dominant blijven. Bovendien gaat de omschakeling van de Chinese economie, bijvoorbeeld door de betere ontwikkeling van de dienstensector, natuurlijk niet een-twee-drie.
Het tijdschrift Fortune geeft bij zijn Global 500 ook enige commentaar. Wat hun analisten een beetje zorgen baart zijn de volgende verschijnselen. De negen Chinese banken op de ranglijst nemen 55,2% van alle winsten van de vermelde 89 ondernemingen van de Volksrepubliek voor hun rekening. Verder is de leverage ratio te hoog. De leverage ratio is het getal dat de verhouding weergeeft tussen vreemd vermogen zoals leningen, schulden en eigen vermogen zoals kapitaal, reserves. De leverage van de niet-financiële Chinese bedrijven is 4,42 en die van hun tegenhangers in de VS is 2,79. Overigens is ook dat nog hoog. De Chinese bedrijven hebben echter een zeer hoge leverage omdat ze in de jaren negentig zelfstandig gemaakt zijn zonder eigen vermogen behalve hun verouderde installaties. Daardoor waren ze altijd al erg afhankelijk van leningen. Door hun sterke groei volstaat de vermogensbasis die ze kunnen opbouwen niet voor hun gigantische investeringsbehoeften. Zo blijven ze afhankelijk van leningen, maar in China komen die van staatsbanken en tegen goede voorwaarden.
Bronnen: Caijing, Xinhua
