Onderzoekers hebben in de aardlagen bij de Gele Rivier materiaal gevonden dat hun theorie over een ‘Chinese zondvloed’ zou kunnen ondersteunen. Die gigantische overstroming zou de aanleiding zijn geweest voor de stichting van de eerste keizerlijke dynastie en het begin van de Chinese beschaving.
Chinese geologen en archeologen hebben samen met buitenlandse collega’s over hun vondsten en hun stellingen een artikel gepubliceerd in het Amerikaanse Science magazine. De Gele Rivier zou volgens hen een gigantische overstroming hebben gekend rond 1920 voor onze tijdrekening. Een eeuwenoude legende zegt dat keizer Yu door baggerwerk de gevolgen van een overstromingsramp heeft laten opvangen en zo het Mandaat van de Hemel heeft verworven om het land te besturen en de Xia-dynastie te stichten. Als de datum klopt heeft de mythische overstroming twee tot drie eeuwen later plaatsgevonden dan traditioneel gedacht en dan zou het begin van de Chinese beschaving ook van latere datum zijn dan vele historici denken. Daarbij kwam dat veel wetenschappers van oordeel waren dat de legende van de Xia alleen maar een mooie mythe was die ooit werd verzonnen met politieke doeleinden. De recente vondsten kunnen het wetenschappelijk bewijs leveren dat het om een waargebeurd verhaal gaat.
Beeldvorming
Het onderzoeksteam onder leiding van dr. Qinglong Wu zelf, de Amerikaanse en Britse collega’s die zijn hypothese geloofwaardig achten en de meeste mediaberichten erover brengen het verhaal weliswaar met enthousiasme, maar met de nodige voorzichtigheid.
(upd) Het was vreemd dat de Volkskrant het nieuws bracht onder de tendentieuze kop “China ‘bewijst’ zijn zondvloedverhaal”- let op de veelzeggende aanhalingstekens. Vervolgens liet het artikel kritische wetenschappers insinueren dat het wel weer om ‘politieke nationalistische’ neigingen zal gaan, eerder dan serieuze wetenschap. Berichten in de westerse pers over China zijn vaak ideologisch getint en dragen bij aan de negatieve beeldvorming van het land, vooral dan met betrekking tot zijn politieke systeem.
Dat leidt, zoals in het artikel in de Volkskrant, de aandacht af van waar het oprechte wetenschapsjournalisten echt om gaat: de terechte twijfels aan de conclusies van het onderzoek. Bij de koppeling aan de ondergang van een prehistorisch dorp kunnen bijvoorbeeld wel vragen worden gesteld: het dorp is immers niet overstroomd maar door een aardbeving of aardverschuiving vergaan. Dat maakt ook de precieze datering van de vloed hypothetisch en de stelling dat de Chinese beschaving jonger is dan gedacht twijfelachtig.
Het zal waarschijnlijk wel kloppen dat de mythe vooral diende om de keizerlijke dynastie meer legitimatie te geven. Het is niet omdat vaststaat dat de zondvloed plaats vond, dat de eerste keizer echt daaraan zijn macht zou te danken hebben. Een argument voor de mythische aard van het verhaal is dat het pas 600 jaar na de eerste geschriften opduikt. Het verhaal kan wel zolang oraal meegegeven zijn, maar waarom heeft niemand er eerder over geschreven?
Gigantische natuurverschijnselen
Qinglong Wu van de Nanjing Normal University, die de leiding had van het archeologisch en geologisch onderzoek aan de Gele Rivier, denkt dat echter dat hij en zijn collega’s bewijsmateriaal hebben voor een verband tussen het verhaal en een reële catastrofale gebeurtenis van ongeveer 4.000 jaar geleden. De onderzoekers hebben de resten gevonden van een gigantische aardverschuiving die als een soort dam heeft gewerkt en van afzettingen die erop wijzen dat er daardoor een reusachtig meer is ontstaan in de kloof van Jishi aan de rand van het Tibetaans Plateau. Dat meer is na zes tot negen maanden, waarin de rivier compleet geblokkeerd was, overstroomd en heeft ten slotte de dam gebroken. Het gevolg was een plotse zondvloed van zo’n elf tot zestien kubieke kilometer water. Dat kan met 300.000 tot 500.000 kubieke meter per seconde naar beneden gedonderd zijn en het land tot 2.000 km stroomafwaarts hebben getroffen.
Datering
Bij de opgraving van de prehistorische nederzetting Lajia – bekend als het Chinese Pompeï -, 25 km stroomafwaarts van de kloof van Jishi, zijn skeletten gevonden van kinderen die zijn omgekomen bij de massale aardverschuiving, de oorspronkelijke oorzaak van de vloed. Met koolstofdatering van die beenderen hebben de onderzoekers een idee gekregen van de tijd waarin ze de gebeurtenissen moeten plaatsen: bijna 4.000 geleden, in 1920 voor onze tijdrekening. Dat is ook de overgang van het Neolithicum naar de Bronstijd in de vallei van de Gele Rivier. Archeologen hebben al eerder de Xia-dynastie in verband gebracht met de vroege Bronstijd. David Cohen, een archeoloog van de Nationale Universiteit van Taiwan, die meegewerkt heeft aan het onderzoek, zegt dat er nu voor het eerst materiële bewijzen zijn gevonden die de gedachte ondersteunen dat de mythe gebaseerd is op een echt gebeurde natuurramp. De datering van die ramp en de immense sociale gevolgen die ze nog vele jaren moet hebben gehad komt min of meer overeen met de tijd waarin mensen het ontstaansverhaal van de Chinese beschaving zijn beginnen te vertellen.
Prof. David Montgomery van de Universiteit van Washington, een geomorfoloog die bestudeerd wat rotsen ons over oude legenden en mythen kunnen vertellen, heeft zijn mening gegeven in het programma Science in Action van de BBC World Service. Volgens Prof Montgomery is het verhaal van keizer Yu bijzonder omdat het verhaal van de Chinese zondvloed niet zoals andere dergelijke mythen, zoals die van Noah, over een strijd om overleving gaat, maar over waterbeheer, het opzetten van een drainagesysteem. Om die reden en ook omdat de loop van de Gele Rivier inderdaad een grote omleiding heeft gekend vindt hij het een plausibele en op zijn minst intrigerende theorie.
Global Times, Science, BBC, South China Morning Post, Guardian, Wikipedia
radio clip van Science in Action van de BBC World Service (duur: twee minuten)