China is begonnen aan een periode van de ‘nieuwe norm’: een stabiele relatief hoge groei, in combinatie met hervormingen voor de verbetering van de structuren, een meer duurzame groei en betere levensomstandigheden voor de mensen. Zo stelde Ma Jiantang van het Nationale Bureau voor Statistiek (NBS). Ultrasnelle groei ten koste van andere aspecten is niet meer het doel.
We geven hier de meest relevante cijfers uit het rapport van de NBS over 2014.
Het Chinese bnp in 2014 steeg met 7,4%, hoger dan de 7,2% die buitenlandse analisten verwachtten. Het bedroeg 63.650 miljard yuan; dat komt overeen met ongeveer 7.560 dollar per persoon. In het vierde trimester was de groei 7,3%. De groei in 2014 is de laagste sinds 1992 en het is de eerste keer sinds 1998 dat het geplande cijfer (7,5%) niet gehaald wordt. De primaire sector (landbouw), groeide 4,1% en weegt 9% van het totaal. De secundaire sector (nijverheid) steeg 7,3%, en weegt 42%. De tertiaire sector (diensten) groeit het snelst, met 8,1% en klokt af op 48%.
De graanoogst steeg met 0,9% en haalt voor de tiende keer op rij een record: 607 miljoen ton.
In de secundaire sector (de industrie) steeg de toegevoegde waarde het snelst in de aandelenvennootschappen ( 9,7%), gevolgd door de buitenlandse bedrijven en de staatsbedrijven; de collectieve bedrijven sluiten de rij met 1,7% groei. Westelijk China overtroefde met 10,6% groei Centraal (8,4%) en Oostelijk ( 7,6%) China. De staalproductie -een sector met overcapaciteit- steeg met 0,9%; dit is de laagste stijging ooit.
De investeringen in vaste activa gingen 15,7% omhoog. Iets minder dan twee derden zijn privé. Private investeringen groeien sneller dan die van staatsbedrijven. De buitenlandse investeringen in China daalden 6,3%.
De investeringen in woningbouw stegen met 9.2 %. De stijging is maar iets meer dan de helft van die in 2013. De nieuw opgestarte projecten daalden in oppervlakte met 14,4%. De verkoop daalde met 7,8%. De verkoop van bouwgronden daalde met 14%.
De kleinhandel verzette, na correctie voor de inflatie, 10,9% meer. 85% daarvan gebeurt in de steden. Online aankopen stegen met bijna 50%.
Buitenlandse handel ging trager vooruit, met 2,3%. De groei was volledig voor de uitvoer (4,9%) terwijl de invoer licht daalde (0,6%); de dalende prijzen van olie en grondstoffen vertekenen het invoerbeeld enigszins. De handelsbalans vertoont daardoor een groter overschot: 2.350 miljard yuan. De Chinese investeringen in het buitenland bedroegen 102,9 miljard $, de eerste keer dat ze door de 100 miljard $ grens breken, en groter worden dan de buitenlandse investeringen in China.
De kleinhandelsprijzen stegen 2%, minder dan verwacht en trager naar het einde van het jaar toe. De aankoopprijzen in de industrie daalden met 2,2% en dit versnelde op het einde van de periode.
Het beschikbaar inkomen per inwoner (niet te verwarren met het bnp per inwoner) bedroeg 20.167 yuan, een stijging met 8% na correctie voor de inflatie. Voor stedelingen is dat 6,8% , voor plattelandsbewoners 9,2%. Er waren 274 miljoen binnenlandse migranten, 5 miljoen meer dan het jaar voordien. Ze verdienden gemiddeld 2.864 yuan per maand, een stijging met 9,8%.
De structuur van de economie verbeterde. De tertiaire sector staat nu al voor 48,2% van het totaal, tegen 46,9% het jaar voordien. De uitgaven voor de consumptie staan voor 51,2% van het bnp, tegenover 48,2% een jaar eerder. De stedelijke gezinnen hadden een inkomen van 2,75 keer dat van plattelandsgezinnen, 0.06 keer minder dan in 2013. De energie-intensiteit van het bnp daalde met 4,8%.
Einde 2014 stond er voor 81.680 miljard uit aan leningen , maar op spaarboekjes stond er 113.860 miljard. Er werden voor 9.780 miljard nieuwe leningen toegekend, wat 890 miljard meer is dan in 2013. Maar er werd slechts voor 9.480 miljard gespaard, een vermindering met liefst 3.080 miljard.
Er waren einde vorig jaar 1.368 miljard Chinezen (zonder de overzeese, Taiwan, Hongkong, Macau). Dat was een toename met 7,1 miljoen, iets meer dan vorig jaar. Er waren gemiddeld 105 mannen voor 100 vrouwen, maar bij de borelingen bijna 116.De bevolking op actieve leeftijd bedroeg 916 miljoen, een daling met bijna vier miljoen actieven. 10% van de bevolking is 65+. 772 miljoen mensen waren aan het werk, bijna 3 miljoen meer dan vorig jaar. Dit was het resultaat van dalende tewerkstelling op het platteland en 10,7 miljoen bijkomende banen in de stad.De stedelijke bevolking steeg met 18 miljoen en de plattelandsbevolking daalde met 11 miljoen. Er zijn nu 55% stedelingen.
Merkwaardig: op de persconferentie ontkende Ma Jiantang dat China sinds 2014 de grootste economie ter wereld is op basis van koopkrachtpariteit. Het NBS nam deel aan de internationale studie die tot dit besluit kwam, maar volgens Ma overschat de gebruikte methode enigszins het Chinese bnp en onderschat ze het prijsniveau.
Bron: China.org.cn, Xinhua, BBC