Opinie Peter Peverelli
We geven hieronder het woord aan Peter Peverelli, een van de onderzoekers die het nauwst bij de kwestie rond de sluiting van het Cross Cultural Human Rights Centre (CCHRC), van de Vrije Universiteit Amsterdam betrokken (en erdoor getroffen) is.
‘In dit commentaar wil ik graag twee dingen nader uiteenzetten: mijn langjarige onderzoeksfilosofie en mijn inzichten betreffende de situatie in Xinjiang.’
Meedoen als onderzoeksfilosofie
Sinds mijn herintrede in de academische wereld rond 2000 zet ik mij in China in de breedste zin in om aan de wereld visies uit te leggen vanuit het Chinese perspectief. Ik gebruik onderzoeksmodellen als naturalistic research, participative research en appreciative research. Daarbij proberen onderzoekers zoveel mogelijk deel te nemen aan de sociale interactie van de mensen bij wie zij onderzoek doen, zodat je de wereld gaat ‘zien, horen, ruiken en voelen’ als die mensen. Die informatie kun je vervolgens met behulp van academische modellen analyseren, waarna je het verkregen inzicht met de wereld kan delen. Deze onderzoeksmethode levert wezenlijk inzicht op in de sociale processen die je onderzoekt.
Voorheen richtte mijn onderzoek zich vooral op Chinese bedrijfsprocessen. Sinds 2016 kijk ik ook steeds breder naar sociale processen zoals de manier waarop in China beleid tot stand komt: is dat ook democratisch in de zin dat de burger invloed uit kan oefenen op dat beleid? Een deel van dit inzicht heb ik inmiddels met twee collega’s in een boek gepubliceerd: “Has China Devised a Superior Path to Wealth Creation? The Role of Secular Values”. Een recensie hiervan verscheen reeds op Chinasquare.be.
Deze onderzoeksmethode wekt helaas makkelijk de indruk dat de onderzoeker partijdig is, iets wat in de mainstream westerse wetenschap een taboe is. Tegen de achtergrond van de toenemende China-bashing loop je als Sinoloog die deze onderzoeksmethode hanteert nog meer gevaar dan anderen om met de vinger gewezen te worden als iemand die ‘met de Chinezen heult’. Dat is jammer en dat moet ik zoveel mogelijk zien te vermijden, maar aan de andere kant zou je van mede-academici mogen verwachten dat zij de door mijn collega’s en mij toegepaste onderzoeksmethoden herkennen. Dat blijkt helaas niet altijd het geval, zoals de commentaren van de Commissie Stolker laten zien.’
Xinjiang
Mijn vrouw en ik hebben in september 2018 twee weken door Xinjiang gereisd. Terwijl we online in de westerse media konden lezen dat er daar sprake was van genocide, konden we ter plekke geen enkele aanwijzing vinden die dat bevestigde. Ik zal hier een aantal zaken opsommen.
Bij aankomst op het vliegveld van Kashgar werd aan alle buitenlanders die op hun bagage stonden te wachten uiterst vriendelijk gevraagd hun paspoort te laten zien en te vertellen wat hun plannen waren. Dit was apart; iets dat elders in China niet gebeurt; het viel op. Een interessant detail echter, was dat de beambte die deze vragen stelde een Oeigoer was. Is het niet vreemd dat tijdens het uitvoeren van genocide op Oeigoeren er ook Oeigoeren bij de politie werken?
Kashgar
Aangekomen in ons hotel werden we door een Han-Chinese front officer ingecheckt, maar toen we wat specifieke vragen hadden moest deze zijn manager erbij halen: interessant weer was dat deze manager een Oeigoer was. Een Oeigoerse manager met Han ondergeschikten: ook niet iets dat je verwacht in een omgeving waar sprake is van een genocide.
Vervolgens gingen wij de stad in. Je ziet in Xinjiang inderdaad meer beveiliging op straat dan elders in China. Wil je een toeristische plek bezichtigen, een bazaar of een ander openbaar gebouw (dus ook je eigen hotel) binnengaan, dan moet je tas door de X-ray, zoals bij ons op de vliegvelden gebeurt. Elders in China is dit enkel de praktijk bij de metro. Dat is een handeling die je meerdere malen per dag moet doormaken, maar de sfeer is heel gemoedelijk. Veel mensen die achter de schermen de inhoud van al die tassen moeten bekijken zitten half of geheel te slapen. Je moet eerder moeite doen je gezicht in de plooi te houden dan dat je je eraan ergert. Bovendien, zodra de hotelbewakers een gast herkennen, laten ze je zonder onderzoek door.
Op restaurant
Diezelfde gemoedelijke sfeer kon ik ook in lokale restaurants vaststellen. We wilden een keer in een echt Oeigoers restaurant eten, dus niet een voor toeristen maar een waar de lokale bevolking at. We vonden er een aan een meer gelegen. Dat was een prima lunch; niet alleen door de kwaliteit van het eten, maar ook door de goede sfeer. Vrijwel alle tafels waren bezet en behalve onze Chinees-Nederlandse tafel zag ik nog een tafel met enkel Chinese bezoekers. De overige tafels waren door Oeigoeren bezet die duidelijk genoten van hetzelfde goede eten en genoten van gesprekken met tafelgenoten. Dit ging niet alleen in tegen de gedachte dat er zich buiten een genocide aan het voltrekken was, maar er leek ook van beduidende onderdrukking geen sprake.
Aan de grens
Wij waren ook nog in drie andere steden. Daarvan was het bezoek aan Tacheng, aan de grens met Kazachstan, het meest bijzondere. Omdat het een grensstad is, is de controle van iedereen die binnenkomt nog een stuk intenser dan die in Kashgar. Het begon al op het vliegveld en werd in het hotel voortgezet, inclusief een bezoek van veiligheidsbeambten. Die gesprekken waren echter weer heel gemoedelijk en een van de beambten was wederom niet-Han. Onze lokale contactpersoon was daar lange tijd leraar geweest en als je met hem op straat liep, kwam je geregeld oud-leerlingen tegen die, zoals dat in de Chinese traditie gebeurt, hun leraar hartelijk groetten. Die oud-leerlingen vormden een bonte etnische verzameling. Tijdens een diner bij de contactpersoon thuis had hij een oud-leerling van Xibo afkomst uitgenodigd, een etnische groep in Noord-Xinjiang die nauw verwant is aan de Mantsjoes die China tijdens de laatste dynastie overheersten. Een taxichauffeur stelde zich voor als half Chinees – half Russisch. Er was geen enkel spoor van interetnische frictie te zien.
40 km/uur ter bescherming van herders
Met uitzondering van de echte snelwegen, is de maximum snelheid op wegen in Xinjiang, ook buiten de bebouwde kom, 40 km/uur. Dat is echt langzaam en stemt lokale autorijders niet altijd gelukkig. De reden voor deze maatregel is dat veel boeren de wegen gebruiken voor het drijven van hun vee. Dan kun je geen auto’s gebruiken die met 80 km/uur aan komen snellen. We zijn tijdens deze reis inderdaad meerdere malen herders met kudden schapen op de weg tegengekomen. De herders rijden niet meer op paarden maar op motorfietsen, maar de schapen lopen in hun eigen tempo. Die maximum snelheid is zeker gerechtvaardigd. Dus, in de context van dit artikel: waarom zou de overheid de schapen sparen, terwijl zij met een genocide onder de herders bezig is? Deze maatregel is wellicht een van de belangrijkste bewijzen dat de overheid de lokale bevolking maximaal steunt.
Naar Lake Karakul
Ik kan zo nog even doorgaan; bijvoorbeeld over de levendige gesprekken tussen de Han reisleidster en de Oeigoerse chauffeur die ik tijdens een dagtocht vanuit Kashgar naar Lake Karakul opving. Ik denk echter dat het bovenstaande ruim voldoende is om mijn conclusies over de situatie in Xinjiang te onderbouwen. Graag wijs ik op een aantal betrouwbare goed onderbouwde studies naar de westerse publicaties over de situatie in Xinjiang. Ik raad iedereen die oprecht in deze materie geïnteresseerd is deze te lezen:
Leeslijstje
The Xinjiang Genocide Determination As Agenda, dit artikel zegt niets over de (on)waarheid van de verhalen in de Westerse pers, maar onderzoekt de bronnen van die verhalen; waar komen ze vandaan en wat kunnen we daaruit over hun bedoelingen afleiden? Sommige bevindingen zijn ronduit beangstigend.
Behind The Smokescreen. Geschreven door dezelfde onderzoekers analyseert dit artikel het taalgebruik van westerse rapporten over Xinjiang en laat zien hoe de lezers systematisch gemanipuleerd worden.
Co-West Pro Xinjiang Working Paper. Dit is een kritische analyse van de claims van de Australische regering over schendingen van de mensenrechten e.d. in Xinjiang.’
Dr. Peter Peverelli (IN) heeft doctoraten in de Chinese Taalkunde en de Bedrijfskunde, was tot dit jaar assistant-professor aan de Vrije Universiteit Amsterdam en guest lecturer aan de Renmin University of China. Hij is de auteur van o.a.The History of Chinese Grammar Studies (Springer 2015) en co-auteur van Has China Devised a Superior Path to Wealth Creation? The Role of Secular Values (Cambridge scholars 2021). Dat laatste boek zal binnenkort ook in een Chinese vertaling verschijnen. (recensie)