Als tegenmaatregel voor de westerse acties om de Chinese chipsindustrie te ondermijnen, met name de Nederlandse beperking van export naar China door ASML, heeft China aangekondigd dat vanaf 1 augustus voor de export van gallium en germanium een vergunning nodig is. Het Westen reageert met alarmerende rapporten; maar is deze maatregel wel zo heftig?
Gallium arsenide; foto EnergyTheory (disclaimer)
Kleine hoeveelheden
Gallium en germanium zijn stoffen die in zeer kleine hoeveelheden toepast worden, maar wel van enorm belang zijn voor onze moderne gadgets. Zonder deze stoffen wordt het b.v. lastig de chips te maken waarvoor je apparatuur van o.a. ASML nodig hebt. Wat dat betreft is de Chinese maatregel uiterst toepasselijk. Geïnteresseerden in de technische details verwijs ik graag naar de vele publicaties van de afgelopen dagen.
Verdeel en heers
Wat kan China zoal met deze maatregel doen? In de eerste plaats kan het westerse landen in verschillende mate dwars zitten. Zo zou de Chinese overheid alle aanvragen voor export naar de VS of Nederland af kunnen wijzen, als represaille voor de beslissing om export door ASML te verbieden. Voor wie nu roept dat er geen sprake is van een Nederlands algeheel verbod: de machines die Chinese klanten van ASML zouden willen kopen zijn alle verboden. Het is dus de facto een algemeen verbod. Dan kan China Nederland dus extra hard raken. Aan de andere kant zou China alle export naar Rusland goed kunnen keuren. Dat land heeft immers geen exportverboden naar China afgekondigd.
Geen harde maatregel
Dan is er de aard van de maatregel. De westerse media noemen haar vrij hard tot hard. Echter, deze maatregel komt pas op een moment dat de westerse handelsoorlog tegen China al een paar jaar aan de gang is. Dan hebben we het nog niet eens over de politieke China bashing die nog veel eerder begonnen is. China wordt beschuldigd van dictatuur, schending van de mensenrechten en nog veel meer. Ondanks dat staat in bijna iedere editie van de China Daily een artikel over de noodzaak de verhoudingen tussen China en de VS en de EU te verbeteren; niet omdat dat beter voor China zou zijn, maar omdat dat de wereldvrede zou bevorderen. Dit is eigenlijk de eerste echt serieuze tegenmaatregel van China.
Verder
De kernvraag echter is: hoe moeten we nu verder? Gaan de westerse landen over tot de volgende stap? Zo ja, wat kan die dan zijn? Als je maar even nadenkt, dan zul je merken dat er niet zoveel meer overblijft. Oh ja, we kunnen de import van Chinese elektrische auto’s, een markt waarop China inmiddels ook leidend wordt, verbieden. Daarover zullen de Chinese producenten uiteraard kwaad reageren, maar in de praktijk zullen er meer dan genoeg afzetmarkten in niet-westerse landen overblijven.
West en de rest
Dat brengt ons bij het meest saillante aspect van de westerse exportbeperkingen: de steeds groeiende cohesie onder de niet-westerse landen. De EU zelf heeft recentelijk al vastgesteld dat de cohesie onder de westerse landen groeit, maar dat de afstand tussen hen en de niet-westerse groter wordt. Veel niet-westerse landen maken een economische en technologische groei door en China is hierin leidend. China wordt daarom door steeds meer landen als gidsland gezien. Deze landen zien hoe de westerse staten onder leiding van de VS proberen de Chinese groei te saboteren en zien ook dat dat niet echt lukt. Zij willen zelf ook niet in de tang van het westen terecht komen en scharen zich liever achter China. Hoe hartelijk Joe Biden zijn Indiase collega Modi ook ontvangt, deze blijft toch lid van BRICS en de Shanghai Cooperation Organization. Zo zal het voor Modi een stuk makkelijker zijn gallium of germanium uit China te kopen dan voor Biden. Wordt vervolgd.