Rond een Britse academische website op het Chinese internet is een controverse ontstaan tussen censoren en westerse intellectuelen.
Een opiniestuk van Dirk Nimmegeers. Het geeft niet noodzakelijk de mening van de redactie van ChinaSquare weer.
Het Britse tijdschrift China Quarterly heeft een contract met een Chinese maatschappij voor een website in China.
Britse site op web in China
Op de Chinese internetsite van China Quarterly staan sommige artikelen waarvan ambtenaren vonden dat ze teveel inspeelden op gevoelige debatten in het land. Na een verzoek van die toezichthouders heeft de Chinese invoerder zich gericht tot Cambridge University Press (CUP). Dat is de Britse uitgever van China Quarterly en andere dergelijke tijdschriften (o.a. The Journal of Asian Studies). Het verzoek was om de meer dan 300 artikelen die ‘over de schreef gingen’ van de websites in China te verwijderen. CUP gaf in eerste instantie toe, maar zou het verder bespreken.
Rare lijst
De stukken waartegen bezwaar werd gemaakt gingen over de Culturele Revolutie, Tiananmen 1989, Tibet, Xinjiang en Taiwan. De lijst is bekeken door westerse onderzoekers. Die oordelen dat ze op een vreemde manier werd samengesteld. Bepaalde artikelen houden namelijk geen kritiek in. Andere van de stukken die China Quarterly in China uitbrengt, met ondubbelzinnige aanvallen, komen dan weer niet in de selectie voor. Het vermoeden ontstaat dat deze censuurmaatregel een willekeurige ingreep van overijverige functionarissen was.
Actie
Tim Pringle, de hoofdredacteur van China Quarterly, bracht meteen de kwestie uit. Dat deed hij onder meer door een opiniestuk in de Britse Guardian. Direct reageerden bekende westerse professoren met hevig publiek protest en een petitie. De Belgische Astrid Pepermans (VUB), die doctoreert over economische en politieke relaties tussen Europa en China, mengde zich in het debat via de krant De Standaard. De actievoerende academici spraken van een onaanvaardbare ‘aanval op de onafhankelijkheid van de wetenschap en de vrijheid van onderzoek’. Zij zagen dit als een nieuw bewijs van hun theorie over een machtsgreep van Xi Jinping. Geschrokken liet Cambridge University Press (CUP) de artikelen weer op de Chinese website plaatsen. De critici waren tevreden, maar lieten verstaan dat ze CUP nu eigenlijk toch niet meer helemaal zouden vertrouwen.
Stemmen van buiten het systeem
Pringle beschreef zijn 20 jaar van ervaringen in en met China. Onderzoekers van binnen en buiten China ‘ondervonden altijd al belemmeringen als ze schreven over bepaalde onderwerpen’. Natuurlijk was er ‘de gerichte repressie tegen mensen van buiten de partij zoals Liu Xiaobo’. Toch waren het ‘spannende tijden om als academicus in China te werken … een sterke groei van milieubewegingen, acties rond arbeidsomstandigheden en seksegelijkheid, en de verschijning van groepen moedige mensenrechtenadvocaten’. ‘Ik vrees echter dat deze maatregel om de toegang af te sluiten’… ‘het werk is van een nog meer autoritaire leiding die stemmen wil weren van buiten het systeem dat door de partij wordt geleid’. Het is niet moeilijk te zien wat voor stemmen Pringle bedoelt.
Westerse waarden
Nog duidelijker is Astrid Pepermans. Zij betreurt de mislukking van de idee ‘dat de economische liberalisering van China automatisch zou leiden tot meer politieke vrijheden‘. Deze goede leerling uit de school van Jonathan Holslag is ontsteld over ‘de laksheid waarmee het Westen met zijn waarden omgaat’. ‘We kunnen een voorbeeld nemen aan de vechtlust van een man die er zijn leven voor gaf’, ook hier weer Liu Xiaobo.
Vrijheid en onafhankelijkheid
We twijfelen eerlijk gezegd aan de onafhankelijkheid van het wetenschappelijk onderzoek over China dat deze academici beoefenen. Daar is op zich niet veel op tegen. Academische onafhankelijkheid mag je koesteren, maar het blijft een illusie, zeker in de menswetenschappen en buiten het fundamenteel onderzoek. Kwalijk wordt het pas als je beweert dat ze in het Westen principieel wordt gerespecteerd en in China met de voeten getreden.
De vrijheid van onderzoek waar de academici zich sterk voor maken zal niemand hen echter afpakken, in hun eigen gemeenschap en politieke systeem. In China wordt hun vrijheid inderdaad wat beperkt en sinds Xi Jinping en Li Keqiang aan het hoofd staan van de partij en de staat zijn die instellingen strenger en waakzamer geworden. Chinese censoren waren nu blijkbaar van mening dat buitenlanders academische online tijdschriften als medium willen gebruiken. Ze gingen zich, zo leek het, in China zelf mengen in gevoelige discussies rond het beleid en het politieke stelsel. Voor veel Chinese leiders en een groot deel van de bevolking vormt dat een bedreiging voor de soevereiniteit en de veiligheid van het land. De internettoezichthouder moet daar in hun optiek tegen optreden.
Jullie waarden en de onze
De Global Times, een van de weinige officiële media die zelf aandacht aan de kwestie besteedden, legde uit waarom. ‘China probeert een evenwicht te vinden tussen enerzijds openheid en anderzijds de noodzaak om te beletten dat er schadelijke informatie van buiten de Chinese maatschappij binnendringt. Dit moet zorgen voor een gelijkmatige en duurzame vooruitgang. (…) De waarden van het Westen hebben een centrale positie gekregen in de mensenmaatschappij. Dat komt door de macht van het Westen. Als China sterk wordt en voor zijn eigen belangen kan opkomen, zal het hier iets aan doen. Het is belangrijk om te vermelden dat de Chinese internetwetten en regels defensief zijn, en dat ze niet tegen het Westen zijn gericht’.
Confucius
Mevrouw Pepermans levert nog een bijdrage aan de hetze van bepaalde academici – vooral Amerikaanse – tegen de Confucius-instituten. Zij wil ‘vraagtekens plaatsen bij de tientallen Confucius-Instituten die nauw samenwerken met verschillende Europese universiteiten, waaronder de VUB en de ULB, en die grotendeels gefinancierd worden door de Chinese overheid’. Als zij met wetenschappelijk onderbouwde argumenten in Europa wil aantonen dat die instituten de waarheid over China geweld aandoen zal niemand haar dat beletten.
Onder professoren
Er zijn vele tienduizenden Chinese professoren, onderzoekers en studenten in Europa of de VS voor de uitwisseling van hoogstaande kennis en vaardigheden. Het is goed denkbaar dat hun collega’s hen kunnen en zullen bekritiseren, als zij propaganda zouden maken voor het Chinese systeem. Een ding is echter zeker: Chinese academici halen het niet in hun hoofd om in een soort West Quarterly artikelen tegen de Europese of Amerikaanse overheden te schrijven en het recht op te eisen om die in Europa of de VS op het web te posten. Niet gehinderd door superioriteitswaan of zendingsdrang, willen zij over het algemeen vooral een bijdrage leveren aan de vooruitgang van hun eigen maatschappij.
Bronnen: SCMP, Guardian, Global Times, chinafile.com, en.drc.gov.cn, website van Development Research Center